Als het Qatarschandaal in het Europees Parlement één ding heeft blootgelegd, dan is het wel de hoogst bedenkelijke rol van Marokko. De Makhzen – de geprivilegieerde kaste rond koning Mohammed VI – en de geheime dienst DGED zetten alle middelen in om ruime steun te krijgen voor de erkenning van de wederrechtelijke inlijving van de Westelijke Sahara. Afdreiging, omkoperij, smeergeld en een onverzettelijk autoritair bewind lijken resultaat op te leveren.
De betrokkenheid van twee spionnen van de buitenlandse inlichtingendienst, de Direction Générale des Études et de la Documentation (DGED), wijst op opgezet spel. Het gaat om Mohammed Belharache en een niet bij naam genoemde spion. Zij spelen al geruime tijd een cruciale rol in het Europese corruptieschandaal, waarvan de “spijtoptant” Pier Antonio Panzeri (die erin slaagt zijn aandeel flink af te kopen van het gerecht) en zijn NGO Fight Impunity (o ironie) de spil vormden.
Dat kon niet zonder medeweten, zo niet opdracht van het DGED-hoofd, Mohammed Yassine Mansouri, een oud-medestudent van de koning en voormalig directeur van het staatspersagentschap Maghreb Arabe Press. De Makhzen sluit nu opvallend de rangen, zeker rond de Marokkaanse ambassadeur in Warschau, Abderrahim Atmoen. Hij was de loopjongen die voor het omkoopgeld zorgde (allicht met de diplomatieke zak), Belharache uit de wind zette, al jaren Panzeri en zijn gezin te vriend hield, en de onderlinge contacten met Yassine Mansouri regelde, onder meer in juli 2021. De achterliggende gedachte is eenvoudig: invloed verwerven.
Trumps coup
Het is opvallend trouwens dat Yassine Mansouri goed ligt bij de Amerikanen, die hij geregeld bezoekt. En hij heeft vrije toegang tot het paleis. Het mocht dan ook niet verbazen dat VS-president Trump op 10 december 2020 onomwonden afkondigde: “As of today, the United States recognizes Moroccan sovereignty over the entire Western Sahara territory” en “[I] hereby proclaim that the United States recognizes that the entire Western Sahara territory is part of the Kingdom of Morocco”. In ruil normaliseerde Marokko de betrekkingen met Israël, de belangrijkste bondgenoot van Washington in de Arabische wereld.
Trumps besluit druist niettemin in tegen alle besluiten van de Verenigde Naties sinds Spanje op 14 november 1975 het Akkoord van Madrid afsloot. De toenmalige koloniale heerser over de “Rio de Oro”, verkeerde in diepe crisis en haspelde snel de terugkeer af na een “spontane” georganiseerde Groene Mars van 350.000 Marokkanen die het land binnentrokken. Tweederde van de Westelijke Sahara werd daarom toegewezen aan Marokko, de rest aan Mauritanië. Quid pro quo: Spanje (waar Franco op sterven lag) kreeg uitgebreide toegang tot de viswateren voor de kust.
Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft beide landen elk gezag over het gebied ontzegd, en besliste tot zelfbeschikking. De aanhechting is nooit volkenrechtelijk erkend, ook vandaag niet, al brokkelt de steun voor de verzetsbeweging Polisario (met hoofdkwartier in Algerije) gestadig af. In den beginne kregen de Sahrawi internationale diplomatieke erkenning van 81 landen, vandaag blijven er nog 24 over – de geschiedenis van Taiwan tegenover China herhaalt zich. De Europese Unie heeft de vraag altijd genegeerd, op Zweden na. Twee vergeefse parlementaire pogingen om de regering tot erkenning te dwingen faalden, in 2012 en in 2022.
Marokko heeft er daarom alle belang bij om die tendens aan te zwengelen. Het land deed in 1987 zelfs een – mislukte – poging om lidmaatschap aan te vragen bij de toenmalige Europese Gemeenschap. Officieel gebeurde de afwijzing omdat “Marokko niet in Europa lag”. Maar de onmiskenbare ontwaarding van de democratie (ook tegenover eigen minderheden – zoals Toearegs, Moren, Berbers, kristenen e.a. – en tegenover de buitenlandse oppositie) én het gebrek aan respect voor de mensenrechten waren ongetwijfeld doorslaggevender. De politieke blamage werd achteraf gecompenseerd met een uitzonderlijke band, namelijk als land met een “geavanceerde status”, de hoogste trap van verbondenheid met de EU. Alleen de status van lidstaat is niet haalbaar..
“Autonomie”
Rabat maakt van die voorkeursbehandeling misbruik om het gelobby op te drijven. Als afleidingsmaneuver gebruikt het zijn eigen “Initiatief om te onderhandelen over een statuut van autonomie voor de Saharastreek”. Dat plan is overgemaakt aan de Veiligheidsraad door permanent vertegenwoordiger van Marokko, El Mostafa Sahel, op 15 april 2007, en leidt sindsdien een vegetatief bestaan. Maar wordt telkens te pas en te onpas ingeroepen, zowel door de VS als de EU, om niemand voor het hoofd te stoten. Wie de tekst grondig leest, ziet al snel de weggemoffelde, eigenlijke drijfveren. Het gaat om een gecontroleerde autonomie. Artikel 6 bepaalt dat alle macht aan Marokko toekomt als het gaat om “de koninklijke bevoegdheden”: defensie, buitenlandse zaken, grondwettelijke en religieuze voorrechten. De koning van Marokko, nu al de 18e Alewietische heerser in rechte lijn sinds 1666, wordt namelijk verondersteld de rechtstreekse nakomeling te zijn van de profeet en zijn dochter Fatima.
De uitwerking van het autonomievoorstel zal volgens de tekst voorgelegd worden aan “de volkeren” in het gebied in een volksraadpleging. Er is niet bijgezegd of de Marokkaanse kolonisten daarbij gerekend worden. In de omschrijving van de bevoegdheden van een Sahrawibestuur, valt evenwel op hoe absolutistisch Rabat daarover denkt, helemaal in de lijn van de vorige koning Hassan II. Het Marokkaans gerecht blijft beslissen over de symbolen van het land (vlag, volkslied, munt), maar ook over de godsdienstige symbolen. Veiligheid blijft exclusief bij Marokko, net als buitenlands beleid (dus ook internationale verdragen) en de “juridical order”. Dat laatste is natuurlijk voor elke uitleg vatbaar, als bv. de binnenlandse veiligheid bedreigd wordt. De wetten van Rabat gaan boven die van de Westelijke Sahara. Ten slotte is het de Marokkaanse koning die de regering bekrachtigt, met andere woorden: een provinciale satraap aanwijst.
Natuurlijk is dat niet meer dan een zonnescherm voor een gewone bezetting, zoals de Russen destijds het Balticum aanhechtten en vandaag Oost-Oekraine, of zoals de Chinezen, tegen alle internationale rechtsregels en het zeerecht in, atollen ombouwen tot militaire bases in de Zuid-Chinese Zee. Of nog zoals Turkije Noord-Cyprus blijft bezetten. Een deel van een Europese lidstaat wel te verstaan.
Territoriale uitbreiding ligt voor de EU minder gevoelig als het gaat om de woestijngebieden in de SADR (de Sahrawi Arabische Demokratische Republiek, uitgeroepen in 1976). Alle kustgebieden en vruchtbare gronden zijn genaast door Marokko. Zand is het enige stuk dat nog in handen is van de oorspronkelijke bewoners, 80 % van het land is door Marokko met een aarden muur afgezet. De regering van de SADR verblijft meestal in de Algerijnse stad Tindouf, waar ook 125.000 vluchtelingen in opvangkampen leven.
Voorzichtig
Maar net als de Europese voorzichtigheid over Rusland, van wie het afhankelijk is voor gas en olie, heeft Brussel ook redenen om Marokko niet te zeer voor het hoofd te stoten. Met name Frankrijk als voormalig kolonisator met een beduidende Marokkaanse gemeenschap in het land, en Spanje om zijn visserijrechten en de hachelijke toestand in de exclaves Melilla en Ceuta, hebben jarenlang elke resolutie tegen Marokko tegengehouden. Speelt mee: Marokko werpt een dam op tegen onwettige inwijking vanuit de Sahellanden.
Behalve als het migranten kan inzetten om Spanje de duimschroeven aan te draaien. Zo mochten duizenden zwarten de omheining rond Ceuta bestormen in mei 2021, toen Madrid de toestemming gaf om Braham Ghali, de leider van de Sahrawi onafhankelijkheidsbeweging, te behandelen in een Spaans ziekenhuis. Speelt ook mee: de strijd tegen de drugs. De handel is door toegenomen Europees toezicht van Colombia en Ecuador goeddeeels verlegd naar Marokko – het zijn nu Marokkaanse bendes die de cocainehandel controleren en vaak als draaischijf Antwerpen en Rotterdam gebruiken.
Twintig jaar heeft het geduurd voor het Europees Parlement een veroordeling durfde uit te spreken op 19 januari 2023 over de kneveling van de persvrijheid en de “corruptie” van de Marokkaanse overheid. Dat laatste ligt nog gevoeliger, want automatisch kom je bij de hoogste macht terecht: de koning. De grootste dissident en banneling, Moumen Diouri, legde in 1992 al (À qui appartient le Maroc ?) het netwerk bloot van de economische belangen die Hassan II beheerde: mijnbouw, voeding, hotelwezen, gronden, media en verzekeringsmaatschappijen. In 1980 legde hij de hand op de grootste privé-onderneming van Afrika, de Omnium Nord Africain. Als dus eind jaren tachtig de economie wordt geprivatiseerd, dan is dat alleen een broekzak-vestzakoperatie. Diouri: “De koning verkoopt de bedrijven aan zichzelf”.
Ogenschijnlijk heeft Hassans zoon wel het politieke leven gedemocratiseerd, met meer rechten voor vrouwen en grondwetswijzigingen. Kathleen Van Brempt, Europees parlementslid voor de Sociaaldemocraten, erkent dat ook: “Je kunt niet zeggen dat in Marokko een onleefbaar, dictatoriaal bewind heerst. Ik zou liever daar wonen dan in Libië of Syrië of Iran. Maar onderhuids dient een grote schoonmaak te gebeuren”.
Daar is weinig kans toe, want onder en ook na Hassan II heeft Marokko zich altijd aan de zijde van de Westerse bondgenoten geschaard. En zich afgezet tegen goddeloze (communistische) invloed en tegen fundamentalistische islambewegingen. De banden met Washington zijn sterk, het hele veiligheidsapparaat is door de FBI uitgebouwd. De sluwe politiek van Mohammed VI heeft ook het land zo goed als ongeschonden uit de Arabische opstanden van 2010 gehouden. Bij verkiezingen is het de zekerheid die wint: de overgrote meerderheid van de partijen en verkozenen leunt aan bij het Hof.
Het is daarom eerder een vervelend akkefietje voor Marokko dan een openlijke botsing, al dat Europees gemor. Toch zet Rabat meteen de stekels op. Op de website van het regeringsgezinde Le 360 werd zonder dralen gefoeterd over de oneerlijke kritiek als zou de rechtspraak in Marokko niet onafhankelijk zijn. Natuurlijk, als zowat elke rechter behoort tot de Makhzen, is het moeilijk aannemen dat men niet het woord spreekt van wie het brood komt. In een harde resolutie van 19 januari mikt het Europees Parlement zonder veel omhaal op concrete gevallen van bevooroordeelde rechtspraak en vervolging.
Keuzes
En opvallend: uitgerekend op die dag werd de Marokkaanse ambassadeur in Parijs, Mohamed Benchaaboun, van zijn opdracht ontheven door Mohammed VI. Hij was pas in juli 2022 aangesteld. Voor onkunde en mislukte lobbying ? Of een symbolische wraak op Frankrijk, dat Spanje niet volgde ? Onder de 32 tegenstemmers bij de parlementsresolutie waren liefst 17 Spaanse socialisten. Van Frankrijk stemden uitsluitend uiterst rechtsen van Le Pen tegen. Premier Pedro Sanchez van Spanje moest even spitsroeden lopen met zijn zwakke verdediging van het PSOE-gedrag. “Ik kan mij niet vinden in bepaalde elementen van de tekst”, zei hij op zijn ontmoeting met Macron in Barcelona. Met in het achterhoofd natuurlijk dat er een bilaterale top tussen Marokko en Spanje op de agenda stond voor 1en 2 februari.
Het invloedrijke, nationalistische agentschap Hespress liet in een niet mis te verstane verdraaiing van de stemming de tunnelvisie van Marokko blijken: “Morocco’s closest European partners have voted against the resolution, which the Moroccan Parliament assures ‘is the work of anti-Morocco lobbies with an interest in hindering the Kingdom’s growth and development’”. Le Pen en PSOE ? 30 van de 32 stemmen ? Nou moe. Liefst 356 parlementsleden stemden ongeremd voor. Op 23 januari haalde Hespress ook stevig uit naar Frankrijk, dat bewust en vanwege zijn banden met Algerije een “flou artistique” laat hangen “qui règne sur les raisons qui empêchent la France de reconnaître la marocanité du Sahara”.
Rif
Natuurlijk rommelt het al langer onderhuids. In 2019 al, toen het Marokkaanse Hof van Beroep in Casablanca zonder meer de zware celstraffen bekrachtigde van de vermeende leiders der protesten in de Rif. Daar waren in oktober 2016 rellen uitgebroken na de dood van Mosen Fikri, een visboer in de havenstad Al Hoceima die brutaal behandeld was door de politie. Betogingen liepen uit de hand toen het slachtoffer symbool ging staan voor de achterstelling van het gebied.
Een heel eisenpakket kwam op tafel, betere gezondheidszorg, beter onderwijs, meer investeringen (onder Hassan II werd de streek bewust arm gehouden) en vooral strijd tegen de wijdverbreide corruptie. Die eisen werden vreedzaam gekanaliseerd door Hirak (“De Beweging”), die een tegenhanger had in Algerije waar het gistte tussen president Bouteflika en het leger. Ook Algerije bekeek met een scheef oog Hirak. Als gangmakers van Hirak kregen Naṣer Azefzaf (Zefzafi) en drie medestanders in Marokko 20 jaar gevangenisstraf. Nog 35 andere Berbers liepen ook forse straffen op.
Azefzaf komt niet voor in de resolutie van het Europees Parlement. Er was namelijk nog meer aan de hand, toen Omar Radi tot zes jaar cel werd veroordeeld. Zonder ook maar enig bewijs werd hij schuldig bevonden aan spionage. Voor wie in hemelsnaam ? “Voor de Nederlandse regering”, godlof ! Hij had gewoon de Makhzen geschoffeerd door aan te tonen hoe diep de corruptie van de machtshebbers had wortel geschoten ten koste van respect voor de mensenrechten. Het bleek evenwel dat Radi al langere tijd in het oog werd gehouden door spyware, met het Israëlische systeem Predator (Pegasus). Voor het gemak kreeg hij meteen ook een aanklacht aan de broek voor verkrachting, een dooddoener voor wie niet aanleunt bij de regeringswaarheid, zo onthulde Amnesty International, de NGO die zich ook boog over de zaak Azefzaf.
De eis tot vrijlating van Azefzaf, Radi en nog een kritische joernalist die een correcte behandeling van de Riffijnen eiste, Tawfik Boeasjrin, schoot meteen het establishment in het verkeerde keelgat. De minister van buitenlandse zaken, Nasser Boerita, insinueerde meteen dat het “de zoveelste aanval van Europa op Marokko” was, een “lastercampagne”. Het gerecht voerde meteen ene “Adam Moehammad” (een pseudoniem) op, die beweerde “het beschamend te vinden dat het Europees Parlement zich verlaagt tot [goedkeuring van] schandalige, onmenselijke en vernederende praktijken van een verkrachter”.
Het Arabisch Parlement, dat namens de Arabische Liga spreekt, wond zich nog feller op, en keek “met grote bezorgdheid” naar de resoluties van het EP. Dat moet “onmiddellijk stoppen met buitenlandse inmenging en systematische campagnes” en “het partnerschap respecteren” met een lidstaat van de Liga. Er zijn nog anderen die boter op hun hoofd hebben, natuurlijk. Dat verschillende staten zonder veel omhaal europarlementsleden trachtten om te kopen leek niet door te dringen tot de diplomatie.
Al even dwaas was de beschuldiging tegen Soeleiman Raissoeni, de hoofdredacteur van (de nu verdwenen krant) Achbar Al Ajoen, die voor eenzelfde vergrijp moest voorkomen. In gevangenschap ging hij in hongerstaking tegen de onverantwoord lange voorhechtenis (van mei 2018 tot april 2021) – hoewel later een (gefingeerde ?) geluidsopname uitlekte die grensoverschrijdend seksueel gedrag moest aantonen. Hij zou liefst acht mensen hebben verkracht, wat hem een aanklacht voor “mensenhandel, machtsmisbruik en pooierij” opleverde. Vijf jaar opsluiting. Een andere redactrice, Hajar Raissoeni, moest terechtstaan voor overspel en abortus. Ze werd later wel vrijgesproken in 2020, of liever, ze kreeg gratie van de koning, wellicht omdat haar oom Achmed een invloedrijk verdediger van het koningschap is. Achmed stond aan het hoofd van de soefi hervormingen, en van de Partij voor Recht en Ontwikkeling.
Getuigenissen
Het is een constante bij aanvallen op de corruptie en de betwistbare controle op pers en diaspora. Marokko reageert verontwaardigd maar gaat niet in op de beschuldigingen. Met het Qatarschandaal liep het niet anders, al blijkt de verrotting ruimer te hebben toegeslagen dan eerst geminimaliseerd. Zeker na de verklaringen van voormalig groen parlementslid José Bové. Die getuigde dat hij benaderd werd om zijn stemgedrag aan te passen in het comité voor buitenlandse handel tussen 2009 en 2014. Marokkaans eerste minister Aziz Achannoesj heeft Bové nu aangeklaagd voor laster.
Dat er bovendien iets loos was bij de afsluiting van de vrijmaking van handel in visvangst en landbouw (2012) werd bevestigd door het Europees Hof. Dat vernietigde de overeenkomst als van nul en generlei waarde op 29 september 2021, juist omdat alles boven de hoofden van de Sahrawi’s was afgesloten. Tot vier keer toe heeft het Hof die pogingen verijdeld.
Maar nu, behalve de déconfiture van Panzeri, zijn gezin en zijn boekhoudster, van Giorgi, Cozzolino en Kaili, van Arena en de pas in verdenking gestelde Tarabella, is ook het Poolse EVP-lid Radoslaw (Radek) Sikorski – een voormalig minister van buitenlandse zaken die radicaal pro-Amerikaans is – in opspraak gekomen. Hij kreeg aardig wat toegestoken door de Verenigde Arabische Republiek. Die lucratieve reizen heeft hij nooit aangegeven. Hij is niet de enige, het gros van de parlementsleden erkent dat ze vaak over tijd zijn bij hun aangiftes. Maar nooit ? Dat wijst op bedrog.
En wellicht ontdekt het parlement niet meer dan het topje van de ijsberg; er is flink wat zenuwachtigheid ontstaan over de verdachte rol van de Vriendschapsgroepen bij het toedekken van schendingen van arbeidsrecht en mensenrechten. Dat de in opspraak geraakte ambassadeur Atmoen jarenlang voorzitter is geweest van de interparlementaire commissie Marokko-EU is niet van dien aard dat er minder vermoedens van gesjoemel zouden optreden. In die tijd was de huidige premier minister van, juist, landbouw en visserij.
De twijfels dateren dus niet van eergisteren. Bij het afsluiten van het “duurzame” visserijcontract in 2018 lag het Europees Hof van Justitie al twee jaar dwars; het Europees Parlement fronste de wenkbrauwen en opende een onderzoek naar het gedrag van rapporteur Patricia Lalonde, een Franse liberale. Lalonde had op 3-4 september 2018 een evaluatiereis naar Marokko gemaakt. Ze had bijzonder rooskleurig beeld opgehangen van de voordelen die de “provincie” (een oneigenlijke terl) van de Sahrawi zou krijgen bij de herziening van twee akkoorden. Maar een onderzoek van EUObserver wees uit dat Lalonde, als lid van de lobbygroep EuroMeda, een stichting naar Belgisch recht (Staatsblad, 15 juli 2018), nogal nauwe banden onderhield met Marokkaanse oudministers en topambtenaren. Ook andere parlementsleden, zoals MR-gekozene Frédérique Ries, de Franse socialist Gilles Pargneaux (stichter van EuroMeda) en de Roemeense EVP-er Ramona-Nicole Manescu kwamen in het vizier. Lalonde werd vooringenomenheid verweten.
Ze moest uiteindelijk terugtreden, al werd haar rapport alsnog goedgekeurd in de INTA-commissie (internationale handel) en de plenaire vergadering, ondanks een boycot van de Groene en de linkse fractie. Parlementsvoorzitter Antonio Tajani weigerde toen te wachten op de uitslag van het lopend onderzoek naar beïnvloeding en liet de stemming gewoon doorgaan. De EEAS (de afdeling buitenlandse zaken van de EU) beweerde 112 verenigingen en deskundigen te hebben geraadpleegd. Maar Algérie Patriotique berekende dat amper 18 van hen (16 %) effektief waren aangesproken. Uitsluitend Marokkanen. Goed voor negen tiende van Lalondes verslag. Overigens annuleerde het Europees Hof opnieuw die akkoorden in 2021.
En nog meer
EuroMeda, “le dialogue des possibles”, was een geval apart. De ondervoorzitter was niemand minder dan Salaheddin Mezwar, oudminister van buitenlandse zaken, maar ook voorzitter van CGEM, een Marokkogerichte zakengroep. Ook de staatssekretaris die Marokko vertegenwoordigde bij de euromediterraanse parlementsasemblee, M’Barka Bouida, zetelde in EuroMeda. Zij was trouwens de minister die in 2016 de perscode en de opleiding van joernalisten schrapte in 2016.
De Oostenrijkse MEP Paul Rübig (EVP) zat in de raad van bestuur. EuroMeda had zijn zetel in Brussel bij lobbyist Hill+Knowlton Strategies (nu gehuisvest in de Neobuilding in de Montoyerstraat). In 2016 was Marokko de grootste klant van de groep. Een groen europarlementslid uit Spanje, Florent Marcellesi, diende overigens een klacht in tegen het gedrag van H+K (23/11/2018), ook al omdat “H+K Strategies CEO Alain Berger co-founded EuroMedA and is currently its Secretary General”.
Nikolaj Nielsen van EUObserver vond het destijds vreemd dat Lalonde niet op de ledenlijst stond. Maar “although her name is not listed on the official membership register, the administrator overseeing the group confirmed her membership to this website”. “Om puur administratieve redenen” stond ze niet vermeld. Het viel trouwens ook op dat toenmalig leider van de ALDE-fraktie in het EP, Guy Verhofstadt, pertinent weigerde een openbaar debat te houden over de betwiste afspraak met Marokko.
Maar ook nu weer gebaart de Marokkaanse pers van krommen haas. De belangrijkste regeringskrant Assabah roemde op 16 december 2022 uitgebreid de successen van de Marokkaanse diplomatie, zonder melding te maken van het Euroschandaal. De krant loofde de regeringen van onder meer Duitsland, Nederland, Spanje, Turkije, Italië en de VS voor hun erkenning van de Marokkaanse soevereiniteit over de Westelijke Sahara, “the best response to those who maintain that the recognition of the Moroccon nature of the Sahara is neither explicit nor concrete”. Dezelfde claim van Rusland over Oekraine wordt nochtans met afschuw afgewezen.
De stuiptrekkingen van Marokko zijn best te begrijpen in het licht van de Pan-Euro-Mediterraanse Overeenkomst (2012), die voorkeursbehandelingen toekent op handelsgebied. Die levert Marokko 400 miljoen euro geldelijke steun op, en 35 miljard handelsverkeer. Centraal daarbij staat de uitbating van delfstoffen en bodemrijkdommen, vooral in de Westelijke Sahara. Het gaat niet alleen om fosfaten, maar ook om landbouwproducten en havenfaciliteiten. Zo zou de Griekse ontwikkelaar Archirodon, met hoofdzetel in Dordrecht, betrokken zijn bij de uitbouw van de haven in El Ajoen (Westelijke Sahara) voor de fosfaatuitvoer. Der Spiegel onthulde dat met een brief van CEO Dennis Karapiperis van 14 september 2022.
Pegasus
Dat vooral journalisten en onkreukbare parlementsleden nu het slachtoffer worden van bespieding en smartphone-afluistering is geen toeval. Het Europees Parlement maakt zich grote zorgen over Pegasus, spionagemateriaal van de Israëlische NSO Groep. De al verdachte Cozzolino was lid van de onderzoekcommissie naar het – verboden – gebruik van Pegasus (waartoe ook al de Griekse conservatieve regeringsleider Mitsotakis zich liet verleiden om de socialistische leider van PASOK, Nisok Androelakis, af te luisteren, die zelf in het Europees Parlement zetelt; gevolg was het ontslag van de kabinetchef van Mitsotakis, Grigoris Dimitriadis, én van het hoofd van de geheime dienst, Panagiotis Kontoleon – barbertje moest hangen, maar Mitsotakis bleef zitten; hetzelfde gebeurde in Spanje, waar de linkse eerste minister Sanchez werd bespioneerd en spionagebaas Paz Esteban de laan uitging; de rechtse Partido Popular waste haar handen in onschuld).
Dat was ook de aanleiding voor een gewetensonderzoek in het Europees Parlement. De links-liberale rapporteur Sophie in ’t Veld wees onverbloemd Eva Kaili met de vinger omdat zij als vicevoorzitster van het parlement geprobeerd had het onderzoek naar Pegasus af te remmen. Marokko maakt eveneens omstandig gebruik van die apparatuur, zowel tegen politieke tegenstanders als tegen de vrije pers. De resolutie van 19 januari roept alle lidstaten op alle producten van Pegasus te blokkeren voor Marokko.
Il Messagero wond er geen doekjes om: zowel de geschiedkundige Maati Konjib in 2019 (opgepakt in 2015, zijn proces werd liefst 15 keer uitgesteld, en in 2020 werd hij weer voor het gerecht gedaagd voor oplichting en witwassen van zwart geld) als Omar Radi in 2020 werden op die manier sluiks gevolgd. En de Sahrawi Mohammed Dihani getuigde dat “Pegasus al drie jaar lang gebruikt wordt als de gewapende arm van de 007 Marokkanen om Europa en de rest van de wereld af te persen”. Europa is er niet blind voor, maar heeft weinig bewegingsvrijheid.
Want als doekje voor het bloeden erkent de EU dat de telefoontap niemand spaart: “Niet alleen terroristen en misdadigers, maar ook politieke tegenstanders en dissidenten. Onder meer de Franse president Emmanuel Macron en de Marokkaanse koning Mohammed VI werden het slachtoffer”. Wie dat gelooft is naief, of dwaas. Zeker als Dihani gelijk heeft met zijn beschuldiging dat liefst “500 Marokkaanse spionnen geïnfiltreerd zijn in de Europese instellingen (“ci sono più di 500 agenti segreti marocchini infiltrati nelle istituzioni dell’UE”)”. Ze zijn allicht niet de enigen.