Gennaro Migliore, de fractieleider van Rifondazione (Partito della Rifondazione Comunita, PRC) in de Italiaanse Kamer, was naar eigen zeggen “stomverbaasd en geschokt”. Paolo Cacciari, een nieuw verkozen parlementslid van Rifondazione, had zonet tot ieders verrassing verklaard nog liever ontslag te nemen als parlementslid dan de aanwezigheid van Italiaanse troepen in Afghanistan goed te keuren.
Uiteindelijk keurde de Kamer op 18 juli die aanwezigheid unaniem goed met slechts vier tegenstemmen, allemaal van Rifondazione. Daaronder Salvatore Cannavò en Francesco Caruso, bekende namen uit het Italiaanse altermondialisme. Een andere bekende van het Europees Sociaal Forum, Franco Russo, verkoos niet deel te nemen aan de stemming.
Daarmee had eerste minister Romano Prodi zijn slag in de Kamer thuis gehaald, maar in de Senaat lagen de kaarten moeilijker. Zijn regering van linkse en centrumpartijen beschikt er maar over een meerderheid van één stem(1). Een aantal linkse senatoren van Rifondazione had al laten verstaan dat zij, zoals hun vrienden in de Kamer, tegen zouden stemmen.
Aanleiding tot gans de kwestie was het feit dat er een wet gestemd moest worden om de financiering van de Italiaanse troepen in het buitenland te verlengen. De regering Prodi had reeds beslist de Italiaanse troepen uit Irak terug te trekken, maar die in Afghanistan zouden blijven, er zouden zelfs extra middelen voor worden uitgetrokken. Voor de linkerzijde binnen Rifondazione en andere partijen was dat onaanvaardbaar. De aanwezigheid in Afghanistan kan moeilijk worden afgedaan als een pure politionele aanwezigheid om een democratie in opbouw te helpen, vonden zij. Integendeel, sinds de Navo de zaak daar heeft overgenomen en gelet op het nieuwe mandaat dat gevechtsoperaties in het zuiden van Afghanistan toestaat, zijn de Italiaanse troepen onmiskenbaar een onderdeel van de oorlog die de Amerikanen er voeren.
De kwestie ligt heel gevoelig in Italië. Het verzet tegen de oorlog vormde een belangrijk onderdeel van de strijd tegen Berlusconi: denk maar aan de enorme betoging in 2002 aansluitend bij het Europees Sociaal Forum in Firenze. De Italiaanse pacevlaggen met hun regenboogkleuren werden een Europese bestseller. Onder Berlusconi heeft Rifondazione acht keer gestemd tegen een verlenging van het mandaat van de Italiaanse troepen in Afghanistan. Steeds werd verwezen naar artikel 11 van de Italiaanse grondwet dat het gebruik van de oorlog als instrument om internationale crises op te lossen verbiedt. Volgens opiniepeilingen is 62% van de Italianen voor de terugtrekking van de Italiaanse troepen uit Afghanistan.
Toch was de positie van de dissidenten niet gemakkelijk. Konden zij het risico nemen de regering te doen vallen over Afghanistan, en de deur weer op een kier te zetten voor Berlusconi? In oktober 1998 heeft Rifondazione al eens een regering Prodi doen vallen, waarop Berlusconi vele jaren aan de macht kwam. Veel van hun kiezers zouden hen niet begrijpen, en zijn op de eerste plaats geïnteresseerd zijn in het sociaal beleid dat de nieuwe regering in petto heeft. Sinistra Critica, een linkse stroming binnen Rifondazione, had al laten weten dat zij het geen verstandige politiek vond de regering te doen vallen via een parlementaire tactiek, spelend op de smalle marge van de regering in de senaat. Zij zien hun rol in het parlement als een ondersteuning van de sociale beweging. Hun werk in het parlement moet aansluiten bij het ritme en de ervaring van de sociale beweging, en niet mikken op tactische zetten in het Parlement.
Allerlei initiatieven werden genomen om de sociale bewegingen en de publieke opinie te betrekken in het debat. Een oproep tegen de Italiaanse aanwezigheid in Afghanistan en voor een fundamentele breuk met de oorlogspolitiek, werd ondertekend door een breed gamma van vertegenwoordigers van de Italiaanse publieke opinie. Op 15 juli, enkele dagen vóór de stemming in de Kamer, werd in Rome een brede vergadering tegen de oorlog bijeengeroepen: 600 mensen namen er aan deel. Toch ontbraken ook belangrijke delen van de beweging tegen de oorlog, zoals de vakbond CGIL en de grote sociaal-culturele beweging Arci. Zij wilden geen halszaak maken van de ‘onmiddellijke’ terugtrekking van de troepen uit Afghanistan, en de regering meer tijd geven.
Uiteindelijk besliste Romano Prodi het in de Senaat niet tot een amendementenslag te laten komen, maar de stemming over Afghanistan te koppelen aan een vertrouwensstemming over de regering. De dissidenten hadden laten weten in dat geval vóór te stemmen, omdat zij in de huidige situatie niet de verantwoordelijkheid willen nemen de regering te laten vallen. Zo gebeurde.
De dissidente senatoren beschouwen het resultaat als een overwinning. Hun recht van mening te verschillen is erkend. Waar zij aanvankelijk werden uitgescholden voor rotte vis, inbegrepen door de sterke man van Rifondazione Fausto Bertinotti die het inmiddels tot voorzitter van de Kamer heeft gebracht, heeft de regering later moeten erkennen dat de dissidenten een belangrijk deel van de publieke opinie vertegenwoordigen. De regering heeft beloofd dat de verlenging van het mandaat in Afghanistan niet betekent dat de troepen daar onbegrensd in de tijd zullen blijven.
Het aantal dissidenten in de senaat is aangegroeid van acht naar zeventien senatoren, uit zes verschillende politieke formaties. Allen hebben zij beloofd binnen zes maanden, wanneer de financiering van de Italiaanse troepen in het buitenland opnieuw moet worden verlengd, het mandaat van de Italiaanse troepen in Afghanistan niet meer te verlengen. De regering heeft moeten toezeggen dat ondertussen het parlement het optreden van de Italiaanse troepen van nabij in de gaten zal kunnen houden.
In september wacht Romano Prodi een andere uitdaging: de stemming over de begroting.
(Uitpers, nr. 78, 8ste jg., september 2006)
(1) De senatoren voor het leven buiten beschouwing gelaten. Aanvankelijk had de regering Prodi een meerderheid van twee stemmen, maar de Senaatsvoorzitter die uit de meerderheid komt stemt niet mee.