Gele hesjes, gilets jaunes’, kunnen hardnekkig zijn. President Emmanuel Macron dacht dat hij zich met zijn toegevingen inzake koopkracht heel gul had getoond, maar het volstond niet. Hij kondigde daarop een “groot nationaal debat” aan, maar de gilets doen verder. Harde woorden en flashballs lokken alleen maar meer tegengeweld uit. Het bewind Macron rekende erop dat de beweging met de kerstdagen wel vanzelf zou uitdoven, zodat het protest kon ingekapseld worden, bij voorbeeld in dat “debat”. En dat alles in de hoop dat alles wat zou vergeten zijn tegen de verkiezingen van 26 mei voor het parlement van de EU.
Zigzag
Even gaven Macron en zijn premier Edouard Philippe de indruk dat ze begrepen hadden hoe diep de onvrede bij zeer veel Fransen zit. De president had op 10 december enkele toegevingen gedaan inzake koopkracht en daarbij zelfs zijn premier in verlegenheid gebracht door verder te gaan dan wat die had aangekondigd. President en premier leken de pols van de samenleving te hebben gemeten. En toegeving, een mild woord en we doen verder zoals voorheen.
Maar daarmee was de kous niet af. De contestatie bleef duren en de toon van het bewind werd scherper. In zijn nieuwjaarsboodschap had Macron het over “une foule haineuse” (een haatdragende massa) en over agitatoren die een omwenteling willen. Zelfs medestanders vonden dat de presidnet olie op het vuur goot. De gele mobilisaties herpakten en er waren weer scènes met geweld. Premier Philippe beantwoordde die met nieuwe repressiemaatregelen: er komt een wet tegen de “casseurs”, een term die herinneringen oproept aan de repressie in en na Mei 68: ook in 1970 stemde een rechts parlement een wet “anti-casseurs”.
Mix
Het Elysée ging en gaat er van uit dat een mix van toegevingen, lastercampagne en repressie er voor zal zorgen dat de president weer kon overgaan tot de orde van de dag, namelijk de voortzetting van zijn neoliberaal beleid. De mix heeft tot nog toe niet goed gewerkt, dan maar de dosissen versterken.
– Op het vlak van toegevingen: de gele actievoerders en hun achterban klagen over een schrijnend gebrek aan democratie, het idee voor een RIC, een Référendum d’initiative citiyenne (Volksraadpleging op burgerinitiatief) is zeer populair. Alle mogelijke bedenkingen daargelaten, dat staat haaks op de verticale visie van het bewind Macron. De president en zijn ploegje (het gaat om weinig mensen rond hem) willen de touwtjes stevig zelf in handen houden.
“Debat”
Er is in de ‘Macronie’ wel gespeeld met het idee zelf een referendum te organiseren. Vorig jaar werd bij voorbeeld gedacht aan een volksraadpleging over de hervorming van de instellinnen. Maar ge weet nooit hoe dat uitdraait. Parijs herinnert zich hoe president Charles de Gaulle in 1969 zo onvoorzichtig was een referendum te houden over de afschaffing van de onpopulaire Senaat. Hij verloor het en trad af. Veel Fransen stemden niet over de Senaat, maar over de president. En er was het beruchte referendum van 2005 over de grondwet voor de EU die massaal, met 55 %, werd verworpen. De EU zette door in een andere vorm, wat bij veel Fransen nog altijd kwaad bloed zet.
Macron probeert de vraag naar bredere democratie dan maar te verdrinken in zijn “groot nationaal debat”. Wie daaraan zal deelnemen en hoe dat wordt gevoerd, is een open vraag. De vier thema’s zijn al wel vastgelegd – ecologische transitie, fiscaliteit, openbare diensten en ‘citoynenneté’, maar het mag niet te lang duren, twee maanden. Nadien zullen president en regering bekendmaken wat ze er van hebben (willen) onthouden. Ex-minister Chantal Jouanno die het debat moest organiseren, is nu afgetreden na de herrie over haar hoge beloning daravoor (bijna 15.000 euro per maand).
Dat debat is gewoon een pr-truc om de gemoederen te bedaren. Wie gelooft daar nog in? Macron heeft altijd volgehouden dat hij van zijn lijn niet zal afwijken, waarom dan een groot debat houden? Laurent Berger, de leider van de vakbond CFDT die tot voor kort zo meegaand was, is zijn illusies kwijt. Sinds Macron de vakbonden op 10 december ontving en zich openstelde voor dialoog, hebben we van het Elysée niets meer gehoord, klaagt hij.
Karikatuur
– Toegevingen, maar tegelijk de beweging van de gele hesjes diaboliseren. De geweldscènes worden uitvergroot om de indruk te wekken dat de resterende actievoerders slechts relschoppers zijn, vernielzuchtige ‘casseurs’. Van in het begin zijn enkele ontsporingen – zoals een pleidooi voor een legercoup en het verklikken van illegalen – dik in de verf gezet om te kunnen spreken van uiterst-rechtse infiltratie.
Diverse reportages en enquêtes geven een totaal ander beeld, met steeds voorop de eis voor fiscale rechtvaardigheid, tegen de cadeaus aan de rijken, tegen de feitelijke afschaffing van de ISF (belasting op grote fortuinen). Met inderdaad groot wantrouwen tegen overheidsinstellingen, partijen, organisaties die te vaak machteloos (of onverschillig) leken.
Maar andere feiten, zoals gezamenlijke acties van gele hesjes en afdelingen van de linkse vakbond CGT, worden veel minder in de verf gezet. Kortom, er zijn met enig succes karikaturen van de gilets jaunes neergezet. Wat twijfels heeft gezaaid bij een deel van de publieke opinie.
Zijspoor
– Er wordt ook gepoogd de beweging op een zijspoor te zetten door te suggereren dat er bij de verkiezingen van 26 mei een lijst zou komen die de gele hesjes vertegenwoordigt. Daarmee hoopt de Macronie op veel terreinen te scoren:
Op die manier kan de actie van de ronde punten en van de straat naar het electorale terrein worden verlegd. Waarom nog op straat actie voeren, als men tegelijk ene verkiezingscampagne voert.
Ten tweede zou een dergelijke stap de beweging verdelen; dan moeten er lijsten worden gemaakt en moet er wel een structuur komen die de de gilets totnogtoe afhieldenn. De ego’s zouden botsen, er zouden duidelijke politieke tegenstellingen naar boven komen. Misschien zouden er dan wel meerdere “gele” lijsten kunnen zijn.
En ten derde zou een lijst (of lijsten) van de gele hesjes stemmen wegsnoepen bij enkele grote rivalen van Macrons ‘La République en Marche’ (LREM). Die zou er zelf niet aan verliezen, een Macronkiezer voelt zich niet tot deze “foule haineuse” aangetrokken. Maar het zou wel enkele percenten kosten aan het uiterst-rechste Rassemblement National en zeker aan het linkse La France Insoumise.
Macronie
Tot de mix van tactieken om de gilets jaunes klein te krijgen, tenslotte de repressie. Met de aangekondigde strenge aanpak van “les casseurs” heeft premier Philippe daar nu het accent op gelegd. Als al de rest niet werkt, dan maar de matrak.
Maar binnen de Macronie zelf wordt er sterk aan getwijfeld of dat wel efficiënt is. Sommigen vinden dat de president en zijn omgeving er zich te gemakkelijk van afmaken met even tussendoor begrip te tonen, kort een nationaal debat te regisseren en intussen verder doen alsof die vervelende storing voorbij is. Met de gele hesjes komen er bij LREM oude breuklijnen boven, die tussen links en rechts….
Mounir Mahjoubi, staatssecretaris voor de digitale wereld (le numérique) en kandidaat om burgemeester van Parijs te worden, neemt scherp afstand van zijn president. Hij bezoekt de gele hesjes op de plaatsen van actie, waarschuwt zijn partij die actievoerders vooral niet te misprijzen. Ze zijn niet gewelddadig, het zijn geen opruiers, ze zijn niet tegen ecologie, het zijn geen racisten of antisemieten, ze zijn niet homofoob… aldus de staatssecretaris die daarmee reageert op Macrons beschuldigingen aan het adres van de gilets jaunes. Intussen noteert Mahjoubi de klachten over fiscale optimalisatie en lage pensioenen, en dat de maatregelen van Macron moeten gefinancierd worden met et geld van de rijken en niet uit de staatkas, want dat zou de openbare schuld opdrijven…
Bij LREM zoeken ze zondebokken om de president te sparen. Die zondebokken, dat zijn de technocraten in het Elysée en die van Bercy (ministerie van Economie en Financiën) die de president teveel zouden sturen. Alsof Macron niet zelf honderd percent tot dat milieu behoort, hij is het die zich met deze technocraten omringt om vanuit de hoogte het land te besturen.
Afweer
Intussen is het zeer de vraag hoe deze spontaan ontstane massabeweging van de gilets jaunes de manoeuvres van het bewind kan afweren. Die spontaneïteit is op zichzelf een hoopgevend verschijnsel, maar sociale media volstaan niet om organisatie te vervangen. Sociale media maken het precies erg makkelijk om die spontaneïteit ene bepaalde richting uit te sturen.
Democratie veronderstelt ook een gestructureerd democratisch debat, betekent dat er vertegenwoordigers worden gekozen en dat die permanent onder controle staan en permanent afzetbaar zijn. Zonder dergelijke democratische structuren staat een beweging als deze open voor manipulaties – wie in de jaren 60 en 70 van vorige eeuw ‘volksvergaderingen’ heeft meegemaakt, begrijpt dat zeker.
Dat is dan ook een van de risico’s waarmee de gele beweging nu wordt geconfronteerd. In Toulouse, een van de sterke plekken van de actie, is die structurering volop bezig. Dit weekend hielden de actievoerders hun derde algemene vergadering Ze besloten contact te nemen met de vakbonden voor samenwerking, waarbij wordt gedacht aan stakingsacties. Van op enkele plaatsen zijn er oproepen gedaan voor een nationale coördinatie.
Rode stylo’s
Het verdere succes van hun beweging zal ook afhangen van solidariteit en navolging. De vakbonden blijven op enkele uitzonderingen na, aarzelen. Ze hadden even gehoopt dat ze ergens een tussenschakel konden zijn, maar het blijvende misprijzen van Macron en co voor de syndicale wereld, maakt het hen erg moeilijk.
Intussen werkt de beweging wel aanstekelijk. Voor de vakantie kwamen de scholieren en studenten massaal op straat en blokkeerden ze scholen. Na enkele actiedagen van de gele hesjes, legden ‘les policiers en colère’ hun eisen voor loonaanpassing en betere arbeidsvoorwaarden op tafel. Ze moesten niet lang wachten eer ze voldoening kregen.
Ook de leerkrachten zijn in actie gekomen. Vorige maand richtten enkele misnoegde leraars de groep “rode stylo’s” op; op Facebook kregen ze reeds 60.000 collega’s achter hun eisenbundel. Dat gaat over hun koopkracht, maar ook en vooral over een algemene malaise in het beroep, over het gebrek aan respect bij overheid en publiek. “We zijn onze werkomstandigheden beu”, aldus initiatiefnemer Cyril.
En bij dat alles krijgt de president ook nog te maken met die vervelende affaire Benalla.