De Franse president Emmanuel Macron heeft zelf de term bedacht om het verzet tegen zijn nieuwe (anti-) arbeidswet te bundelen: zijn tegenstanders zijn les ‘fainéants’ (luiaards). Ik zal niet toegeven aan de luiaards, de cynici, de extremen die zich tegen de nieuwe arbeidswet verzetten, zei de president op 8 september. Hij koos die term fainéant welbewust, de golf van verontwaardiging die daarop volgde was ingerekend. Macron polariseert volop, hij stelt zich nog rechtser op dan velen verwachtten. De luiaards, dat zijn de linksen die niet willen meegaan in zijn richting. De patronale organisatie Medef juicht toe.
Staatssecretaris Benjamin Griveaux verduidelijkte Macrons visie verder aan de vooravond van een syndicale betoging op 12 september: “Dat is een zaak van mensen met neuroses en zielige passies…” De president had het ook al gehad over ‘les illettrées”, de ongeletterden (Bretoense arbeidsters) en de alcoholisten in het oude mijnbekken van de Pas-de-Calais. Daaruit spreekt het diepe misprijzen van het staatshoofd voor al wie in zijn ogen is het leven niet geslaagd is. In Macrons visie is er weinig plaats voor empathie en solidariteit, zoals er ook weinig ruimte is voor democratische besluitvorming. Zijn ‘La République en Marche’ is niets meer dan een partij ten dienste van de leider.
Precair
Macron en zijn minister van Arbeid Mireille Pénicaud hebben deze zomer via ordonnanties een nieuwe arbeidswet doorgedrukt waardoor elke werknemer in Frankrijk precair wordt. Macron presenteert het als een van zijn grote vernieuwende hervormingen. Maar veel nieuw is daar niet aan, Macron stapt in het spoor van zijn voorganger François Hollande wiens premier Manuel Valls de arbeidswet El Khomri doordrukte. Hervormer Macron schenkt oude wijn in opgelapte vaten.
Macron gaat wel stappen verder, de arbeidswet El Khomri was slechts een voorproef. Waar het op neerkomt: een patroon kan voortaan gemakkelijker en goedkoper personeelsleden ontslaan. Officieel is het de bedoeling dat er dan meer personeel wordt aangeworven. Arbeidsspecialisten voorspellen zeker op korte termijn eerder het omgekeerde, namelijk gewoon meer ontslagen nu het toch makkelijker is.
Vakbond buiten
De nieuwe wet zet de hiërarchie van de arbeidsakkoorden op zijn kop. Normaal komt een nationale arbeidsovereenkomst voorop, daarna de akkoorden per bedrijfstak, eventueel aangevuld door een bedrijfsakkoord. Met de nieuwe wet wordt dat omgekeerd. Dat heeft verregaande gevolgen, want de syndicale inplanting is in Frankrijk erg zwak. In de privésector ligt de syndicalisatie op minder dan tien percent en dan nog verspreid over acht nationale vakbonden.
In die context bieden nationale en sectorakkoorden een redelijke bescherming voor personeel in bedrijven waar vakbonden zwak staan – en dat zijn de meeste. Met de nieuwe wet kan de patroon in kleinere bedrijven in de plaats van collectief onderhandelde afdankingen, gewoon individueel een afkoopsom voor vrijwillig vertrek regelen, zonder enige regeling voor reconversie en vorming. Allerlei premies (anciënniteit, 13e maand …), regelingen voor nachtwerk enz. kunnen nu per bedrijf vastgelegd worden, en meestal liggen de krachtsverhoudingen binnen een bedrijf ongunstiger dan per sector of nationaal.
Ook de personeelsvertegenwoordiging in het bedrijf wordt herschikt..In kleinere bedrijven kunnen akkoorden zonder enige syndicale inbreng worden gesloten. De ondernemingsraad en de comités veiligheid en gezondheid worden samengesmolten. Dat komt neer op een kleinere personeelsdelegatie, problemen rond veiligheid dreigen marginaal te worden. Bovendien wordt het voortaan financieel veel moeilijker gemaakt voor de personeelsdelegatie om een beroep te doen op externe deskundigen. De nieuwe wet voorziet ook dat een bedrijf in herstructurering kan gaan zonder voortaan rekening te houden met de transnationale toestand ervan. De resultaten van een onderneming worden dus niet meer globaal bekeken, maar alleen nationaal – geheel tegen Macrons “internationalistische visie”.
Wat veel kwaad bloed zet, is de regeling voor schadevergoeding bij ongeoorloofd ontslag. De vergoeding die de arbeidsrechtbanken mogen uitspreken, wordt nu – laag – geplafonneerd, wat ontslag veel goedkoper en dus makkelijker maakt. Voor wie zonder aanvaardbare reden wordt ontslagen, is het minimumbedrag met de helft verlaagd, het plafond – bijv. tien maanden loon bij tien jaar anciënniteit – ligt veel lager dan wat arbeidsrechtbanken totnogtoe doorgaans toekennen. Waar blijft de plafonnering van de premies voor de ontslagvergoedingen van CEO’s?
Er is meer
De president zorgde deze zomer voor andere ergernissen. Zo werd de APL (aides personnelles au logement), een bescheiden woonsubsidie voor miljoenen kleine inkomens, met 5 euro per maand besnoeid. In afwachting van meer, de regering wil tot 1,4 miljard euro per jaar besparen. Macron vroeg de eigenaars, waaronder talrijke maatschappijen in de sociale verhuursector, de huur te verminderen om de besnoeiingen te compenseren.
De verkiezingen voor de helft van de senaatzetels op 24 september werd een zware tegenvaller voor Macrons République en Marche: 25 van de 175 zetels. Die senatoren worden gekozen door de ‘grands électeurs’, dat zijn lokale gekozenen. Die uitten hun diep onvrede over het drastisch snoeien in de ‘contrats aidés’, dat zijn jobs voor mensen die moeilijk in het gewone arbeidscircuit geraken, maar zinvol werk doen in o.m. scholen, de culturele sector, verzorging. Ineens werden de contracten niet hernieuwd en raakten o.m. talrijke scholen in de problemen door gebrek aan personeel.
Miljoenen Fransen worden ook de gevolgen van enkele financiële ingrepen gewaar. Veel gepensioneerden betalen voortaan hogere sociale bijdragen. De wedden van de ambtenaren worden bevroren. Maar de ISF, de belasting op de grote fortuinen, wordt drastisch verminderd, waardoor de schatkist 3 miljard euro minder krijgt. De superrijken zijn in Macrons ogen duidelijk geen ‘fainéants’.
Democratisch deficit
De manier waarop de nieuwe arbeidswet is doorgedrukt, is een illustratie van Macrons kijk op democratische processen. Er was overleg, maar de uitkomst stond vast en werd doorgeduwd met ordonnanties. Ex-premierValls had nog gebruik gemaakt van de ook al ondemocratische ‘49/3, de bepaling in de grondwet waarmee een stemming in het parlement kan worden omzeild, want alleen de goedkeuring van een motie van wantrouwen kan dan de regering tegenhouden.
Magistraten en juristen hebben zware bedenkingen bij het wetsontwerp op openbare veiligheid dat feitelijk neerkomt op de bestendiging van de noodtoestand. Bevoegdheden van justitie worden stommeling naar regering en politie overgeheveld.
La République en Marche is ook een toonbeeld van Macrons autoritaire kijk op politiek. “Partijleider” Arnaud Leroy omschrijft LRM als volgt: “Emmanuel Macron heeft de beweging gesticht. Onze leden willen de president nuttig zijn…Onze rol bestaat erin het beleid van president en regering uit te leggen…” Dus, een partij ten dienste van de stichter-chef. Het bestuur van LRM bestaat uit de gekozenen, de van bovenaf aangeduide vertegenwoordigers van de regio’s en voor een kwart uit leden aangewezen door lottrekking. Dat laatste is dan de inbreng van “de basis”. Geen sprake van interne verkiezingen. Aan de top een kleine groep technocraten die alles weten. LRM moet zorgen voor de communicatie van de president die slechte relaties heeft met de media.
Opposanten
Macron kan voorlopig teren op de zwakheden van zijn opposanten. Een deel van rechts stapt met hem op, zij herkennen zich in zijn beleid. De rechtse Les Républicains (LR) is verdeeld tussen ‘les constructifs’ die ministers leveren, terwijl het gros toch nog aan het moederhuis trouw blijft. Maar de man die binnenkort wellicht tot leider van LR wordt verkozen, Laurent Wauqiez, is met zijn radicaal rechtse standpunten niet geliefd bij de centrumvleugels die grote afstand willen bewaren tot het uiterst-rechtse Front National (FN).
Dat FN maakt een crisis door. Ondervoorzitter Florian Philippot is opgestapt uit onvrede met de koerswending na de nederlaag van Marine Le Pen in de presidentsverkiezingen. Philippot was de man van het “souverainisme” die sociale snaren bespeelde en bij voorbeeld ingaat tegen Macrons arbeidswet. Terwijl de meerderheid van het FN klemtoon legt op de bedreigde ‘l’identité’ en economisch sterk liberaal is. Voor die strekking gaat de arbeidswet nog niet ver genoeg.
Mélenchon
Het FN speelt door de interne strubbelingen voorlopig geen rol. Ter linkerzijde is de PS uitgeteld. Jean-Luc Mélenchon heeft door het optreden van zijn ‘la France insoumise’ in de Assemblée nationale en op straat de rol van leidend opposant tegen de sociale afbraak van Macron. Hij organiseerde op 23 september in Parijs een eigen mars waar een deel van de vakbonden en andere linksen zich ook lieten zien. Geen concurrentie voor de vakbonden, benadrukte Mélenchon, ook al kwam die mars twee dagen na een tweede mobilisatiedag van de vakbond CGT.
Het is vooral de CGT die het verzet in bedrijven en op straat organiseert, samen met de kleinere vakbewegingen Solidaires en FSU en met dissidenten van Force Ouvrière (FO). FO was erg actief tegen de wet El Khomri, maar de leiding van FO weigert nu iets te ondernemen tegen een wet die verder gaat.
De zwakke syndicale inplanting en de onderlinge verdeeldheid spelen Macron natuurlijk sterk in de kaart. Hij heeft weinig te vrezen zolang syndicale leiders als die van FO niet één grote vuist maken en verder gaan dan alleen maar straatmarsen. Maar een nationale staking tegen het rechts beleid van Macron, die ook de gunstige conjunctuur mee heeft, is nog lang niet in zicht.