De Braziliaanse President Lula da Silva is sterk op weg om de geschiedenis in te gaan als de man tijdens wiens presidentschap het meeste Amazonewoud ooit is verdwenen. In dit artikel worden de oorzaken en gevolgen van de boskap in Brazilië onder de loep genomen.
Het Amazone regenwoud is zo’n 7 miljoen km2 groot en 60% van het woud ligt in Brazilië. In 2004 verdween er een stuk Braziliaans regenwoud van 26.000 km2. Ter vergelijking, de totale oppervlakte van België is zo’n 30.000 km2. De laatste drie jaar verdwijnt er jaarlijks gemiddeld 24.000km2 regenwoud, daarvoor was dat sinds 1996 gemiddeld 18.000 km2. Elke minuut verdwijnt er dus een woudoppervlakte met een equivalent van zes voetbalvelden in Brazilië.(1) Op 30 jaar tijd is zo al 14% van het enorme Amazonegebied verdwenen.
De houtkap maakt handel in hardhout mogelijk en ruimt plaats voor sojaproductie, veehouderij en eigendomsrechten voor de vele landloze boeren in Brazilië. De ecologische impact van de houtkap is gigantisch. Niet alleen komen er enorme hoeveelheden CO2 vrij door de houtkap en het platbranden van bos, maar uit een recente studie blijkt dat door de kap van het Amazonewoud ook een essentiële schakel in het wereldecosysteem aan het breken is.(2)
Voor de inheemse bevolking is de boskap een ramp: zij verliest haar totale basis van bestaan, zij schiet er haar sociale, economische en culturele rechten bij in. Dat de illegale houtkappers voor niets terugschrikken, blijkt uit de recente moorden op regenwoudactivisten. O.a. de Amerikaanse non Dorothy Stang werd in februari 2005 vermoord door illegale woudhakkers, na 30 jaar geijverd te hebben voor de (land)rechten van de inheemse bevolking.
Sojaproductie en veehouderij
Brazilië is anno 2005 de grootste sojaproducent ter wereld, naast de VS. De sojaproductie expandeert spectaculair. Ze maakte in 1994 nog gebruik van 14 miljoen ha land. Dat was in 2004 al 21 miljoen ha (twee derden van België). De soja gaat vooral richting EU. Sinds de BSE-crisis verkiest de EU namelijk GGO-vrije soja boven het gebruik van veevoeder van dierlijke afkomst, om haar enorme veestapel te voeden.
Een naam die dikwijls terugkeert in het Braziliaanse sojaverhaal is Blairo Maggi, de gouverneur van de provincie Mato Grosso en berucht als O Rei da soja of ‘Sojakoning’. Niet toevallig is hij de eigenaar van het grootste private sojaproducerende bedrijf ter wereld genaamd Maggi Group.(3) In 2003, het jaar dat hij gouverneur werd, verdubbelde het ontbossingtempo in zijn provincie. In 2004 gebeurde zowat de helft van de totale Braziliaanse woudkap in zijn provincie, waarvan driekwart illegaal (!). En Blairo Maggi heeft grootse plannen, hij streeft ernaar de hoeveelheid met soja beplante grond te verdrievoudigen in de volgende tien jaar.
Hoewel de sojaproductie haar naar de kroon steekt, blijft de veehouderij nog steeds de grootste oorzaak van de ontbossing in Brazilië. Zij is goed voor het vrijmaken van 70 miljoen ha Amazonewoud en cerrado (Latijns-Amerikaans savanne en woud) waarop zo’n 164 miljoen runderen lopen. De export van rundvlees vervijfvoudigde de laatste zes jaar en maakt van Brazilië de grootste (doch inefficiënte) rundvleesexporteur in de wereld.
Samen zijn de sojaproductie en de veehouderij dus goed voor het ontbossen van 80 miljoen ha land in Brazilië (10% van het grondgebied). Beiden zijn ze directe en indirecte oorzaak voor de ontbossing. De sojaproductie gebeurt vooral op de al vrijgemaakte grond, waardoor de veehouders altijd maar verder het Amazonewoud intrekken en bomen rooien.
Rol van de wereldbank
Voor de financiële wereld en in het bijzonder de Wereldbank is er echter geen vuiltje aan de lucht. Zonder probleem kreeg de sojaproducent Maggi Group bij de IFC (International Financing Corporation) tot tweemaal toe een lening los van 30 miljoen $. IFC is een financiële arm van de Wereldbank dat geld leent aan private ondernemingen.(4) Deze leningen verhoogden bovendien Maggi’s prestige en geloofwaardigheid in de bankwereld waardoor hij van een Europese investeringsgroep – waaronder Fortis Bank – een lening loskreeg van 230 miljoen $. Brazilië is trouwens een dankbaar land om leningen te verstrekken aan bedrijven: de rente bedraagt er tien keer zoveel als bij ons.(5)
Het IFC overwoog begin 2005 ook om een lening van 300 miljoen $ toe te staan aan Bertin Limited, een Braziliaans bedrijf dat rundvlees produceert.(6)
De Wereldbank ligt al enkele jaren onder vuur voor leningen via IFC aan private ondernemingen uit o.a. de energiesector, de agro- en papierindustrie die een nefaste impact hebben op de oerbossen. En dat ondanks het feit dat de Wereldbank in 2002 een alliantie aangegaan is met het WWF om een beleid te voeren dat de oerbossen pro-actief moest beschermen. Het vreemde aan de zaak is dat het IFC, nochtans een financiële arm van de Wereldbank, niet onder dat nieuwe beleid valt.(7) Daardoor zitten er nu bijvoorbeeld leningen in de pijplijn voor een gasproject in Bolivia, waterkrachtcentrales in India en cellulosefabrieken in Brazilië. Voor al deze projecten bestaat een gegronde vrees dat ze een enorme impact zullen hebben op de oerbossen en hun bewoners. De vele kritiek op het beleid van de IFC heeft ondertussen geleid tot een doorlichting van de tweede lening aan de Maggi Group en het afspringen van de lening aan rundvleesproducent Bertin Limited.
Op korte termijn levert de export van soja natuurlijk veel geld op. Soja-export was in 2003 goed voor 6% van het Braziliaans BNP.(8) Maar men kan bezwaarlijk spreken van ‘de ontwikkeling van een duurzame private sector’, nochtans de missie van het IFC. Het door de grote financiële instellingen aangemoedigde Braziliaanse model van groei-economie leunt vooral op de export van landbouwproducten, verbouwd op zeer grote schaal. De gevaren van een prijsdaling op de internationale markt of misoogsten bij monoculturen zijn bekend. Kleine boeren blijven bij een dergelijk beleid in de kou staan.
Impact op milieu
Brazilië komt op dezelfde hoogte als de VS wat betreft uitstoot CO2 per capita. Driekwart van alle Braziliaanse CO2 uitstoot ontstaat door bosbranden, een rechtstreeks gevolg van de ‘slash and burn’ techniek van de houthakkers: dure houtsoorten worden weggesleept, de rest gewoon ter plaatse verbrand.(9) Geen probleem voor de Braziliaanse Kyotodoelstellingen, boskap valt immers buiten de gemaakte afspraken. Er wordt geschat dat Brazilië tussen 1997 en 2004 300 miljoen ton méér CO2 geproduceerd heeft, omdat het ontbossingtempo zoveel hoger ligt dan begin de jaren ’90.(10)
Volgens een recente studie heeft het verdwijnen van het Amazonewoud ook een zeer nefaste invloed op het klimaat.(11) Door de boskap verdwijnt een essentiële schakel in het wereldwijde proces van wolkenvorming en neerslag, van de Atlantische oceaan via Latijns-Amerika en de Stille Oceaan tot in Afrika. Boven de Atlantische oceaan ontstaat namelijk regendamp (wolken) die condenseert boven het Amazonewoud waar het in de grond dringt en via de bladeren van de bomen opnieuw vrijkomt en verdampt tot wolken. Dit proces wordt verscheidene maal herhaald eer de wolken de andere kant van het continent bereiken en koers zetten naar Afrika. Boskap betekent voor Brazilië een verlies van waterabsorptie en verdamping. Het water spoelt gewoon weg via het al dan niet bebouwde landoppervlak en zorgt voor een onomkeerbare bodemerosie. Buiten Brazilië zorgt het voor een ernstige verstoring van de regenvoorziening voor alle landen van Peru tot en met het zuiden van de VS.
Rol van de Braziliaanse overheid
Bestaan er overheidsmaatregelen om het Amazonewoud te vrijwaren? Er bestaat strenge wetgeving die de Braziliaanse bossen moet beschermen, specifieke strafwetgeving en controlemechanismen. In de provincie Mato Grosso wordt ter controle zelfs het meest geavanceerde satellietsysteem van Brazilië gebruikt. Doch er heerst een klimaat van straffeloosheid. Het merendeel van de opgelegde boetes wegens illegale kap wordt ofwel geseponeerd, ofwel wordt het bedrag gedecimeerd tot een getal dat totaal niet in verhouding staat tot de winst die de illegale kap opleverde.(12)
Een bijkomend probleem is ook de enorme uitgestrektheid van het gebied. Het Amazonegebied is zodanig groot en het personeel zodanig beperkt dat controle bijna een onmogelijke zaak wordt. Het Braziliaans Instituut voor Milieu en Hernieuwbare Energie (Ibama), dat de controles moet uitvoeren, beschikt volgens Greenpeace over 42 bosbouwingenieurs en 800 inspecteurs voor een gebied van 5 miljoen km2. De controle lijkt in de toekomst alleen maar moeilijker te worden. Want een gevolg van de uitbreiding van het landbouwareaal, is de ontsluiting van grote gebieden die voorheen totaal ontoegankelijk waren. Enorme infrastructuurwerken zijn in uitvoering: snelwegen, treinsporen en waterwegen worden aangelegd om alle producten naar de exporthavens te krijgen. Zo geraakt het Amazonewoud verder opdeeld en toegankelijker. Dit past in het Braziliaans nationaal ontwikkelingsplan Avança Brasil (budget: 40 miljard $ voor de volgende 5 jaar). De helft van het budget is voorzien voor infrastructuurwerken. Door de ontsluiting wordt het dus nog eenvoudiger voor boskappers, landspeculanten, kolonisten en boeren om nieuwe onontgonnen gebieden te bereiken en te exploiteren.
De helft van het Braziliaanse grondgebied is anno 2005 zonder eigendomstitel. Landspeculanten maken hier gebruik van en voeren een politiek van voldongen feiten: zo snel mogelijk grond bezetten en dan onderhandelen met de zwakke of afwezige overheid om de boel te legaliseren en kapvergunningen te bemachtigen.(13) Corruptie is dan ook wijd verspreid binnen de Braziliaanse overheid. Een politieactie in juni 2005 bracht een grootschalige zwendel in kapvergunningen aan het licht. Illegale houthakkers en zelfs agenten van Ibama zouden verantwoordelijk zijn voor de illegale kap van meer dan 1,9 miljoen kubieke meter hardhout.(14)
Braziliaanse overheidsschuld en rol van het IMF.
Brazilië torst anno 2005 een totale overheidsschuld van 400 miljard $, of 73 % van haar GDP.(15) In 2002 leende Brazilië 25 miljard $ bij het IMF om een ramp, zoals die in zich in Argentinië aan het voltrekken was, te voorkomen. De financiële wereld begon in 2002 namelijk haar geld terug te trekken uit Brazilië, net zoals het daarvoor gedaan had in Argentinië.
De Braziliaanse president staat nu dus voor een levensgroot dilemma: snel terugbetalen van alle buitenlandse leningen of protectie en duurzame exploitatie van het oerwoud. Voor het terugbetalen van de leningen mikt de overheid dit jaar op 4% groei van het BNP. Dit moet 4% overheidsoverschot genereren, om na aftrek van de jaarlijkse terugbetalingen tot 2% in het rood te duiken. Voor een land met een exportgerichte economie betekent een enorme toename van het landbouwareaal bijkomende exportwinsten en dus groei van het BNP. Hoe hoger de groei, hoe kleiner de overheidsschuld op het einde van het jaar. Soja-export zorgde in 2003 zoals gezegd voor 6% van het Braziliaans BNP. En hoewel verwacht wordt dat de sojaproductie in 2005 door de aanhoudende droogte met 10 % zal dalen, blijven de totale Braziliaanse exportcijfers stijgen, o.a. door een de toegenomen export van Braziliaans rundvlees.
In juli, eerder dan voorzien, betaalde Brazilië nog 5,1 miljard $ terug aan het IMF. Daardoor heeft het land nog slechts 15 miljard $ leningen lopen bij het IMF in 2005. Het IMF juicht de door haar voorgeschreven economische politiek toe, Brazilië blijkt een goede leerling.(16)
De hoge verwachtingen van de VN-conferentie Duurzame Ontwikkeling – die in 1992 uitgerekend in Rio de Janeiro, Brazilië gehouden werd – zijn niet ingelost. Duurzame ontwikkeling vormt duidelijk geen prioriteit voor de huidige Braziliaanse overheid en belangrijke instellingen als de Wereldbank en IMF.
(Uitpers, nr. 68, 7de jg., oktober 2005)
Dit artikel is verschenen in ‘Vrede, Tijdschrift voor Internationale Politiek’ van september-oktober 2005. Een proefnummer bestellen kan via vrede@vrede.be . Zie ook www.vrede.be
Voetnoten:
(1) http://www.greenpeace.org/international/news/amazon-destruction
(2) A stake through the heart of the world, peter Bunyard, in: Ecologist, july-aug 2005.
(3) Paving the Amazon with soy, Sasha Lilley, http://www.corpwatch.org/article.php?id=11756.
(4) IFC leent geld aan private ondernemingen. IFC omschrijft haar missie als ‘het reduceren van de armoede en het verbeteren van de levenscondities door het ontwikkelen van een duurzame private sector.’
(5) “Soya en de baksecor”, Sven Vankrunkelsven, http://www.wervel.be/sojaflitsen/sojaflits-20050518.htm, 18 juli 2005.
(6) IFC funds Amazon deforestation, undermines safeguard policies, op http://brettonwoodsproject.org/article.shtml?cmd%5B126%5D=x-126-107739
(7) http://www.globalpolicy.org/socecon/bwi-wto/wbank/2005/04brokenpromises.pdf
(8) Roads of deforestation in Brazil, Emily Caruso, Forest Peoples Programme. Op: http://www.globalpolicy.org/socecon/bwi-wto/wbank/2005/04brokenpromises.pdf
(9) “Soja en ontbossing.”, Luc Vankrunkelsven, http://www.wervel.be/sojaflitsen/sojaflits-20050320.htm. Er werken zo’n 350.000 mensen in de Braziliaanse houtsector.
(10) “What 26.000 km2 devastated in the Amazon region mean”, Márcio Santilla, http://www.socioambiental.org/e/nsa/detalhe?id=2026 op 21 juni 2005.
(11) “A stake through the heart of the world”, peter Bunyard, in: Ecologist, july-aug 2005.
(12) “Illegal deforestation in Mato Grosso, impunity is the rule.” 16 Aug. 2005, via http://www.socioambiental.org/e/nsa/detalhe?id=2074.
(13) http://www.wervel.be/sojaflitsen/sojaflits-20050320.htm
(14)”Police operation in the Amazon exposes corruption of environmental agencies.”, 3 juni 2005, via http://www.greenpeace.org/international/press/releases/police-operative-in-the-amazon.
(15) “Brazil swaps 4,4 Bln dollars of debt, shedding default heritage, op ??? http://www.bloomberg.com/apps/news?pid=10000086&sid=aFCfU1MqHXjA&refer=latin_america.
(16) “IMF Welcomes Brazil’s Intention to Make an Early Repayment of its Outstanding Supplemental Reserve Facility Obligations to the IMF.”, 14 Jul. 2005,
http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2005/pr05164.htm.