Het centrum wint, extreem-rechts van Bolsonaro verliest, een verdeeld links doet het goed.
President Jair Bolsonaro en ex-President Lula da Silva waren er als de kippen bij, afgelopen zondag 15 november, om te stellen dat rechts, c.q. links de verkiezingen had verloren.
Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Lula wel wat meer gelijk had dan Bolsonaro.
Bolsonaro heeft geen partij, en dat is wellicht de grote verklaring voor het spectaculaire verlies van het ‘bolsonarisme’ in deze lokale verkiezingen. In Sao Paulo kwam Bolsonaro’s kandidaat pas op de vierde plaats, en in Rio de Janeiro werd zijn kandidaat uitgeschakeld. In Rio werd zoon Carlos wel verkozen, maar hij moest de duimen leggen voor de kandidaat van het radikaal linkse PSOL voor het hoogste stemmenaantal.
Van de negen kandidaat-burgemeesters die door Bolsonaro werden gesteund komen er pas twee in de tweede ronde, en twee werden rechtstreeks verkozen.
Links deed het eigenlijk goed, maar de PT, partij van Lula, zit in een strijd om de hegemonie gewikkeld met de communistische partij en met PSOL. In Porto Alegre is dat te danken aan Manuela d’Avila, de populaire jonge vrouw die kandideerde voor de PCdoB. In Sao Paulo, in Belem do Pará en nog enkele andere steden haalde PSOL meer stemmen binnen dan de PT.
Dit waren de eerste verkiezingen sinds Jair Bolsonaro in 2018 tot President werd verkozen. Toch is het moeilijk om uit deze lokale verkiezingen lessen te trekken voor de komende presidentsverkiezingen, want Bolsonaro blijft wel heel populair.
Van een verdeelde linkerzijde valt weinig te verwachten, en de PT is geheel afhankelijk van de vraag of Lula zal mogen opkomen. Er lopen negen processen tegen de ex-president, en waar één beschuldiging werd ingetrokken, bevestigde het Hooggerechtshof begin deze maand het behoud van een andere zaak.