Interview Jacobin met Denis Pilasj
Denis Pilasj is een socialistische activist en hoofddocent politieke wetenschappen aan de Universiteit van Kiev. In september woonde hij samen met een honderdtal kameraden het congres bij van Sotsyalnyi Roech (SR – ‘Sociale Beweging’), een van de meest actieve antikapitalistische met de vakbonden verbonden stemmen in Oekraïne. SR steunt het volksverzet tegen de Russische agressie, en legt in dat kader de nadruk op sociale tegenstellingen, en klasse- en genderongelijkheid. Vaak verzet het zich daarom tegen keuzes van de regering, zoals de onlangs door president Zelensky goedgekeurde antisociale arbeidswetten, waartegen de beweging een internationale campagne is begonnen.
Links stelt niet veel voor in Oekraïne, en het patriottisme na de invasie van Poetin helpt niet om bepaalde kwesties ter discussie te stellen. Maar tegelijk brengt de grote volksmobilisatie een nieuwe sociale en politieke dynamiek op gang, en steeds meer mensen lijken zich te willen inzetten om Oekraïne in een progressievere richting te veranderen.
Reïntegratie
Gezien de territoriale heroveringen door het Oekraïense tegenoffensief staat de kwestie Donbas weer op de agenda. Wat lijkt u een verstandig, links perspectief voor de zelfbeschikking van deze regio’s?
Laten we eerst erkennen dat de grootste vernietiging en verslechtering van de levensomstandigheden van de burgerbevolking in de Donbas is veroorzaakt door Rusland, Het besluit van Poetin om dit nieuwe grootschalige offensief in Oekraïne te lanceren, heeft geleid tot tienduizenden doden in die gebieden, iets wat in de verste verte niet te vergelijken is met de ergste momenten van de oorlog van 2014-2015. Bovendien moet men in rekening brengen dat er een gedwongen militaire mobilisatie plaatsvindt in het gebied, waarbij de inwoners van Donbas in feite als kanonnenvoer worden gebruikt door het Russische leger.
Afhankelijk van hoe het tegenoffensief verder loopt, kan de kwestie van de re-integratie van de Donbas in Oekraïne aan de orde komen. Natuurlijk moet men zich inzetten voor een vreedzame reïntegratie, en dit was al een punt in het verkiezingsprogramma waarmee Zelensky werd gekozen.
Tot vlak voor de invasie benadrukte zelfs de militaire generale staf van Oekraïne dat zij niet koos voor het met geweld terugwinnen van het gebied. Maar nu is de situatie duidelijk veranderd. De inval van Rusland heeft misschien het startsein gegeven voor een militaire herovering van het gebied. Dus ik denk dat we echt opnieuw moeten nadenken over hoe we het beste rekening kunnen houden met het perspectief van de mensen die daar wonen en de mensen die sinds 2014 zijn gevlucht.
Collaboratie
Dan is er de zeer gevoelige kwestie van de “collaboratie”. Daarover krijgen we zeer tegenstrijdige signalen van de autoriteiten: er zijn er die zich inschikkelijker opstellen en daartegenover zijn er die druk uitoefenen om iedereen als verraders te beschouwen, ook wie er zelfs maar mee heeft ingestemd om bijvoorbeeld een Russisch paspoort te krijgen (een beslissing die uiteraard meestal gedwongen is), of medisch personeel dat, terecht, de plicht voelt om ook in de bezette gebieden Russische soldaten bij te staan en te behandelen. Ik denk dat we een duidelijk onderscheid moeten maken tussen degenen die vrijwillig en op hoog niveau de bezetting hebben gesteund (degenen die zich hebben aangesloten bij de administratie of de propaganda, of bij de partij Verenigd Rusland die actief is in de marionettenstaten van de Donbas) en diegenen die tegen hun wil zijn gemobiliseerd en geen andere opties hadden.
Helaas is elke mogelijkheid van vreedzaam verzet tegen de bezetting met geweld onderdrukt, en zelfs het gewapende verzet dat zich in de bezette gebieden heeft ontwikkeld, is tot dusver vooral gericht tegen de meest gehate collaborateurs in hoge machtsposities, of enkele oude, schaamteloos pro-Russische politieke figuren, of propagandisten die absurde complottheorieën hebben overgenomen
Uiteindelijk denk ik dat voorrang moet worden gegeven aan de rechten van de mensen die het meest hebben geleden onder de bezetting, met inbegrip van degenen die een legitiem gevoel van wrok tegen de Oekraïense staat hebben ontwikkeld. De eerlijkste en meest inclusieve aanpak zou misschien zijn om een algemene amnestie voor te stellen voor allen die geen enkele oorlogsmisdaad hebben begaan, en tegelijkertijd moeten degenen die verantwoordelijk zijn geweest voor geweld en marteling worden voorgeleid voor een internationaal tribunaal naar het voorbeeld van dat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit betekent dan duidelijk ook dat de Russische elites moeten worden berecht.
Discriminaties
Ondertussen geeft Oekraïne steeds meer vorm aan zijn nationale identiteit. Dat lijkt in te houden dat gebroken wordt met de invloed van de Russische cultuur en taal. Hoe lees je dit proces van ont-Russificatie?
In de pre-Sovjettijd werd de Oekraïense taal onderdrukt op een manier die vergelijkbaar is met de manier waarop het Catalaans in het Franco-tijdperk werd onderdrukt. Het werd door de Russische elites gezien als iets dat niet ‘echt’ was, een misvorming van het officiële Russisch.
Na een periode van ‘Oekraïnisering’ van onze gemeenschap volgend op de revolutie van 1917 werd dit vervolgens weer onderdrukt door het stalinistische herstel van de ‘Russische grootsheid’ en een meer chauvinistische benadering. Zij die enthousiast waren over de Oekraïense nationale bevrijding, hoofdzakelijk in socialistische en progressieve zin, werden meestal vermoord, en de overlevenden werd het zwijgen opgelegd. Dit gebeurde niet alleen in Oekraïne, hetzelfde kan gezegd worden van bijna alle nationale identiteiten in de voormalige USSR. Zo ontstond een imperialistische dynamiek, waarbij het Russisch de dominante taal werd die de andere talen onderwierp, met name de taalkundig aan het Russisch verwante talen, zoals het Oekraïens of Wit-Russisch.
Toen Oekraïne onafhankelijk werd, ontstond er een contrast. Oekraïens werd de staatstaal, terwijl het Russisch in de grondwet nog steeds werd genoemd als een minderheidstaal die samen met andere talen moest worden behouden en gerespecteerd. Maar tegelijkertijd was het de “markt” die besliste welke taal werkelijk de dominante was. Zo werden in de beginjaren van het onafhankelijke Oekraïne waarschijnlijk veel meer boeken en kranten in het Russisch gedrukt dan tijdens de Sovjetperiode (in die periode werd tussen haakjes gezegd wel gedebatteerd over de status van het Oekraïens, vooral dankzij de linkse denker Ivan Dzjoeba). Deze discrepantie toont aan dat het de markttrends waren die “de wet dicteerden”, veel meer dan de intenties van de regeringsleiders. De dynamiek kan je vergelijken met het proces waarbij het Engels een internationaal verbreide taal werd.
In het nieuwe onafhankelijke Oekraïne werd de kwestie van de taalkundige identiteit op grote schaal uitgespeeld door politieke krachten, omdat het makkelijk was als verzamelpunt dat afleidde van meer concrete en sociale kwesties die meer verdeeldheid zouden zaaien.
Vanaf de verkiezingen die de Maidan (2013-2014) op gang brachten, werd dit op grote schaal gebruikt door krachten uit het hele politieke spectrum, zowel de meer nationalistische Oekraïense krachten (die meer promotie van het Oekraïens door de staat eisten) als de Partij van de Regio’s, die in plaats daarvan het behoud van het Russisch beloofde. Er was toen sprake van informele discriminatie aan beide kanten: zoals Russisch als slecht werd beschouwd in sommige meer nationalistische Oekraïense gemeenschappen, zo werd Oekraïens vaak beschouwd als een inferieure en ‘boerse’ taal in sommige pro-Russische kringen.
Nu worden mensen echter vooral gedreven door hun gevoelens en emoties: velen weigeren Russisch te gebruiken omdat zij zich niet willen identificeren met de agressor en zijn cultuur. En dat is begrijpelijk. Anderen blijven de taal echter gebruiken omdat zij begrijpen dat dit niet iets is dat volledig door de wil van het Kremlin kan worden geabsorbeerd. Zoals het geval is met zoveel andere imperialistische talen, van het Spaans tot het Frans. Maar men mag niet vergeten dat de meerderheid van de mensen in Oekraïne in wezen tweetalig is. Daarnaast is er de creoolse variant Surzjoek, een mengeling van Oekraïens en Russisch, en zijn er tal van dialecten. Net zoals er andere taalkundige minderheden zijn die hun identiteit willen behouden. Kortom, er is sprake van een complexe geschiedenis.
Om de Oekraïense taal te ondersteunen en te versterken moeten we naar mijn mening allereerst een Oekraïense cultuur hebben, en een concreet en passend beleid dat de verspreiding ervan ondersteunt: bijvoorbeeld het bevorderen van onderwijs, het drukken van boeken, kunstwerken en de verspreiding van wetenschappelijke teksten in het Oekraïens. Tegelijkertijd moeten de culturele en taalkundige rechten van minderheden behouden blijven. Juist omdat er vanuit een strikt etnisch standpunt geen echte of zuivere Oekraïense identiteit bestaat.
Door een gezamenlijke strijd tegen de invasie kunnen deze minderheden hun recht op volwaardig burgerschap binnen de bredere Oekraïense gemeenschap opeisen. Laten we niet vergeten dat veel leden van de Roma-gemeenschap, die gewoonlijk het zwaarst worden gediscrimineerd, aan het front vechten. Elk politiek project dat gericht is op etnocentrisch nationalisme moet daarom worden bestreden.
Dit brengt ons terug bij de kwestie van een politieke en sociale transformatie, ook binnen de Russische Federatie, zonder welke er altijd het risico bestaat van een soort imperiaal revanchisme. En deze transformatie kan alleen tot stand worden gebracht door de Russische burgers zelf.
Solidair
Hoe zie je in dit verband de toekomst van Oekraïens links en van Wit-Russisch en Russisch links? Rekening houdend met het feit datPoetins invasie helaas de post-Sovjet gemeenschappen steeds dieper verdeelt…
Bah, we kunnen alvastzeggen dat we op dit moment zeker een gemeenschappelijke vijand hebben. Maar het klopt dat in het verleden ontwikkelingen en processen de antifascistische en linkse bewegingen in deze landen in zeer verschillende richtingen hebben gestuurd. Ik denk echter dat het in het algemeen, als je aan dezelfde politieke kant staat, niet echt uitmaakt of je je fysiek in Oekraïne, Rusland, Wit-Rusland of in Myanmar of Latijns-Amerika of waar ook ter wereld bevindt. Je deelt nog steeds dezelfde mening over waar je voor en waar je tegen bent.
Specifiek voor onze context denk ik dat het spook van het Sovjetverleden lange tijd boven links heeft gehangen. Er was een zekere obsessie met en nostalgie naar de Sovjet-Unie, die door sommigen werd gezien als iets dat koste wat het kost weer moest worden opgebouwd. Ik zou zeggen dat dit nu volledig is veranderd.
Vanuit mijn oogpunt is het onze taak om solidariteit vanuit een mondiaal perspectief te heroverwegen, met inbegrip van solidariteit met mensen die actief zijn in de andere post-Sovjetrepublieken.
Deze passages komen uit een uitgebreider interview dat verscheen in Jacobin Italië. Het integrale vertaalde interview op:
https://www.grenzeloos.org/content/de-tsaar-heeft-geen-kleren
Zie ook: