Na de verkiezingsoverwinning op 25 mei van Desi Bouterse en zijn partijcombinatie (zie Uitpers nr. 121) vond er een onsmakelijke politieke koehandel plaats waaruit uiteindelijk Bouterse als overwinnaar te voorschijn trad. Op 12 augustus werd hij beëdigd als nieuwe Surinaamse president. Wat zullen de volgende vijf jaar brengen? Gaat er een nieuwe wind waaien of zal de nieuwe president zijn functie als schild gebruiken om het vege lijf te redden?
Politiek gekonkel
Op 25 mei ging ongeveer zeventig procent van de Surinaamse kiezers in een feestelijke sfeer naar de stembus. Dat moet voor Paramaribo zeker meer dan tachtig procent geweest zijn omdat door de grote afstanden de opkomst in het verre binnenland veel lager lag. Die zeer hoge opkomst is waarschijnlijk een wereldrecord. De Surinaamse kiezers mogen dus zeker gefeliciteerd worden, maar de politici zijn jammer genoeg niet eerbiedig omgesprongen met zoveel enthousiaste burgerzin. Toen bleek dat de megacombinatie, en dan vooral de NDP (Nationale Democratische Partij) van Desi Bouterse, een ruime overwinning had behaald, dacht iedereen dat de kaarten geschud waren. Volgens oud-politicus Jules Sedney (87 jaar) en auteur van het boek ‘De geschiedenis van ons verleden’ is de uitslag van de laatste verkiezingen een mijlpaal in de Surinaamse politieke geschiedenis: ‘
De Surinaamse politiek is al zo lang statisch. Sinds de staatsgreep van 1980 is er eigenlijk niets veranderd in het politieke landschap. Dezelfde mensen bevechten elkaar al jaren op de politieke podia. Daarom ben ik geneigd om iedere grote verandering die wel plaatsvindt toe te juichen. Al vind ik niet dat Bouterse zelf president had moeten worden. Hij had iemand anders naar voren moeten schuiven.’De
partij van Bouterse, de NDP, is de enige partij in het land die overduidelijk afstand wist te nemen van de etnische benadering die de Surinaamse politiek al jaren domineert. Ook zette de partij veel jonge mensen op de lijst. Jong en voor een niet langs etnische scheidslijnen verdeeld Suriname. Op deze thema’s, en een minder afhankelijke relatie met Nederland heeft de NDP de verkiezingen gewonnen. Het verleden van partijleider Bouterse speelde voor de jeugd nauwelijks een rol, het was iets van ver voor hun tijd. Zij zien Bouterse als iemand met duidelijke taal, die een nieuwe wind door Suriname kan laten waaien.President Venetiaan (NPS, Nationale Partij Suriname) en het Nieuw Front werden na tien jaar onophoudelijk regeren teruggefloten en dus was het logisch dat de NDP aan zet kwam voor de nieuwe regeringssamenstelling. De politici van een aantal partijen dachten er echter anders over. In achterkamers en via allerlei geheime afspraken ontstond een politieke koehandel van jewelste waardoor in eerste instantie Bouterse en de NDP uit het machtscentrum werden gehouden. Na een weinig smakelijke vertoning waarin woordbreuk en verdachtmakingen hoogtij vierden, vonden de drie onverzoenlijke vijanden Desi Bouterse, Ronnie Brunswijk van de Marronpartijen en Paul Somohardjo van de Volksalliantie elkaar. Na een stevig partijtje arm worstelen om ministerposten en andere hoge functies kwamen zij tot een vergelijk. Op die manier kwam de noodzakelijke twee derde meerderheid tot stand die nodig was voor de verkiezing van de nieuwe Surinaamse president. Bouterse die zich tot dan toe min of meer op de achtergrond had gehouden, zag zijn kans schoon en zei dat hij ready was voor het presidentschap.
Een nieuwe wind
Op 12 augustus vond de plechtige inhuldiging plaats en enkele dagen nadien stelde hij zijn nieuwe regeringsploeg voor. Uit de samenstelling ervan bleek dat er inderdaad sprake is van een nieuwe wind. Hij rekruteerde zijn bewindsploeg niet alleen uit partijgenoten, maar sprak ook partijloze specialisten aan. Dat pleit voor hem. Zijn regeringsploeg waarvoor nog alleen een minister van Justitie en Politie ontbreekt, staat
onder leiding van vicepresident Robert Ameerali, die uit het bedrijfsleven afkomstig is. (voor de lijst van de voltallige regering: zie lijst achteraan). De minister van Financiën, Wonnie Boedhoe, was voorzitter van de Vereniging Surinaamse Economisten (VES) en directeur van de Nationale Ontwikkelingsbank. Zij heeft geen politieke kleur en is door Bouterse voor deze post gevraagd. Hiermee wil de president aantonen dat hij een breed draagvlak en een gezond financieel-monetair beleid wil.Als minister van Handel en Industrie benoemde hij de vakbondsman Michael Miskin, die enkele maanden ervoor nog campagne voerde voor de NPS. Het is iemand met een enorme kennis van het ambtenarenapparaat en dat kan van pas komen, want het loon van de ambtenaren dat veel te laag is – 40.000 voor een land van minder dan 500.000 inwoners – drukt toch zeer zwaar op de pover gevulde Surinaamse staatskas.
Ook in het regeerakkoord dat bekend gemaakt werd op 21 augustus staan zeer mooie intentieverklaringen. Het zal dienen als basis voor de regeringsverklaring die Bouterse op 1 oktober van dit jaar zal voorstellen. Het akkoord gaat uit van een nieuwe overheidsstructuur. Die structuur zal worden gekenmerkt door onder meer verregaande decentralisatie. Parastatale instellingen en staatsbedrijven worden vernieuwd en versterkt, terwijl er ook nieuwe worden opgericht. De internationale samenwerking zal in versterkte mate gericht zijn op grenslanden, de regio, maar ook daarbuiten met partners zoals de Organisatie van Islamitische landen (OIC). Ook multilaterale organisaties waar Suriname lid van is, worden genoemd. Belangrijk bij het buitenlands beleid is wederzijds respect en voordeel.
Het akkoord heeft 22 hoofdlijnen waaronder een evaluatie en bijstelling van het decentralisatieproces, oplossen van het grondenrechtenvraagstuk, evaluatie en regulering van het traditioneel gezag, realiseren van een Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV), invoeren van een huisvestingsprogramma en versneld invoeren van Informatie en Communicatie Technologie (ICT). Verder worden er hervormingen in het onderwijs aangekondigd en wordt een nationaal instituut voor studie en onderzoek opgezet. Het akkoord heeft het ook over een zodanige toename van het inkomen uit de nationale productie waardoor een toenemend en duurzaam overschot op de lopende rekening van de belastingsbalans wordt bereikt. Er moet een zelfstandig nationaal investeringsfonds komen dat hoofdzakelijk gericht is op de bevordering van externe financiering van publieke en private investeringen. Dat nationaal investeringsfonds zal als motor dienen voor snelle economische groei.
Sterk presidentschap
Dat klinkt allemaal mooi, maar hoe ernstig moeten we dat regeerakkoord nemen? Zal de nieuwe regeringsploeg van Bouterse voldoende carte blanche krijgen om effectief te kunnen regeren? Dat zijn de moeilijke vragen die zich nu stellen en waarop we pas binnen enkele jaren een antwoord kunnen geven. Uit de samenstelling van Bouterses presidentieel kabinet blijkt dat een aantal van zijn oude strijdmakkers en vertrouwensfiguren in zijn zeer dichte omgeving zullen opereren. Zou het dan toch een operatie ‘nieuwe wijn in oude zakken’ kunnen worden?
De omstreden oud-militair Melvin Linscheer – in de States gevangengezet voor drugshandel – is weer terug en zal voortaan waken over de veiligheid van Bouterse. Harvey Naarendorp, oud-minister van buitenlandse zaken van het vroegere militaire regime, is ook terug in het machtscentrum. Net als ex-militair en ex-minister Badrissein Sital, in 1980 opgepakt door Bouterse wegens het zogezegd plannen van een linkse coup. De Nederlandse journalist Steven Ramdhanie van de Volkskrant had na de inauguratie van Bouterse een gesprek met Harvey Naarendorp en Badrissein Sital. ‘In de tuin van het paleis, waar de ‘nieuwe macht’ in aanwezigheid van het corps diplomatique feest viert, nipt oud-diplomaat Naarendorp aan een drankje. ‘Ja, ik word de nieuwe kabinetschef van Bouterse’, beaamt hij lachend. Sital: ‘Ik ben gevraagd voor twee moeilijke dingen, waaronder de aanpak van de al jaren verwaarloosde rijstsector.’ Ramdhanie vervolgt: ‘Wie zijn de machtige mannen rond president Bouterse? Surinames staatshoofd belooft een nieuwe wind. Maar vooralsnog zijn de belangrijkste adviseurs die de beloofde verandering vorm moeten geven, vooral oud-militairen, ex-ministers en naaste vertrouwelingen uit de militaire ‘revo’-tijd. Zo bereidde Ivan Graanoogst, voormalig chef-staf van het leger en de man die in 1990 met één telefoontje de regering-Shankar naar huis stuurde, de inauguratie voor. Ook Steven Dendoe, een van zestien coupplegers, speelt nu een rol in het paleis. De coördinatie van de inauguratie was in handen van Ramon Abrahams, eveneens een oud-militair en al dertig jaar een van de trouwste adviseurs – misschien wel de trouwste – van de oud-bevelhebber.’Inderdaad, Abrahams die Bouterses verkiezingscampagne leidde, is de enige topmilitair uit die periode die in de regering zit. Volgens de journalist is dat een veeg teken. ‘Niet de regering, maar het secretariaat van Bouterse wordt het werkelijke machtscentrum. Veel van zijn vertrouwelingen zouden overigens het antecedentenonderzoek niet hebben gehaald als Bouterse ze in de regering had willen opnemen. Geheel in Amerikaanse stijl, zo erkent Naarendorp, zal het presidentiële kabinet flink worden opgetuigd. Men verwacht ook dat Jules Wijdenbosch die niet rechtstreeks verkozen was en Henk Herrenberg terug opgevist zullen worden. Het gevaar is dus zeer reëel dat vanuit het presidentieel kabinet de ministers, onder wie opvallend veel met weinig bestuurservaring, zullen worden aangestuurd. Hoe lang dat goed zal gaan en of de ministers dat zullen accepteren, vooral de bewindslieden die niet tot Bouterses partij behoren, zal moeten blijken. Volgens de Nederlandse journalist doet het denken aan de militaire periode toen het Beleidscentrum, waarin de legertop domineerde, het machtigste orgaan was. Alles ziet er naar uit dat Bouterse geen ceremoniële, maar een sterke president wil worden: eentje die weegt op de beleidsbeslissingen. De omgeving van Bouterse doet er geen doekjes om: het Amerikaanse model is hun grote voorbeeld.
Het gerecht en de macht
Intussen heeft Suriname een democratisch verkozen en beëdigd president die in Nederland als internationaal gezochte cocaïnehandelaar bij verstek veroordeeld is tot elf jaar gevangenisstraf. De nieuwe Surinaamse leiders hebben de afgelopen jaren veel energie gestoken in het overtuigen van andere regeringen dat de veroordeling van Bouterse in Nederland voor cocaïnehandel een politieke zaak is. Van de zes aanklachten werden vijf niet bewezen verklaard, maar voor de overblijvende aanklacht moet hij elf jaar brommen. Bouterse zal zich daarover nu weinig zorgen maken, want als democratisch verkozen president kan hij zich opnieuw internationaal vrij bewegen.
Daarnaast blijft hij in Suriname al sinds 2007 betrokken bij een slepende strafzaak waarin hij verdacht wordt van de opdracht tot de vijftien moorden op 8 december 1982. Ook na 28 jaar hangen die dramatische gebeurtenissen hem als een zwaard van Damocles boven het hoofd. De nieuwe regering zal de strafzaak echter niet stoppen. ‘Dat kunnen we niet vanwege de scheiding der machten’, aldus kabinetschef Harvey Naarendorp in datzelfde gesprek met Volkskrant-journalist Steven Ramdhanie. Uit zijn verdere antwoord blijkt echter dat hij de focus op de zaak wil verleggen. Hij drukt zijn voorkeur uit voor een waarheidscommissie. Waarom? ‘Met een strafzaak kun je nooit verzoening krijgen,’ zegt Naarendorp aan de journalist. ‘Onderzoek van een waarheidscommissie kan wel duidelijkheid verschaffen.’ Een waarheidscommissie is inderdaad te onderscheiden van andere vormen om met het verleden om te gaan, zoals amnestie (vergeving) en strafvervolging (gerechtigheid). Er komt volgens Naarendorp ook een staatscommissie die ‘gaat onderzoeken wat er in Suriname in de jaren tachtig allemaal is gebeurd’. Waarheidscommissies hebben gemeen dat zij een scharnierfunctie bekleden tussen, enerzijds, een verleden waarover zij opheldering dienen te verschaffen en, anderzijds, een toekomst waarin een politiek regime de touwtjes in handen heeft. Dat is het geval voor het huidige Suriname. Het gevaar is echter niet denkbeeldig dat een waarheidscommissie dan een doekje voor het bloeden wordt, een excuus om niet op een grondige manier met het verleden te moeten omgaan. Het scenario ziet er dan ongeveer zo uit: haar samenstelling is niet onafhankelijk, haar onderzoeksbevoegdheden zijn uiterst beperkt, de schendingen gepleegd door één of meerdere van de politieke actoren blijven buiten schot, ze maakt geen deel uit van een ruimer politiek transitiekader, de betrokkenheid van slachtoffers is minimaal, haar middelen zijn ontoereikend, alle hoorzittingen vinden plaats achtergesloten deuren, haar rapport wordt niet publiek gemaakt en aanbevelingen worden niet opgevolgd.
Ook politiek commentator Jules Sedney pleit voor een waarheidscommissie, maar dan om een heel andere reden: ‘Wat mij betreft was er geen Decemberproces geweest. Processen bevredigen niet. En nu zeker niet, want tijdens zijn regeerperiode zal er helemaal geen veroordeling komen, lijkt me. En als er wél een veroordeling komt, leidt dat toch tot een vorm van amnestie. In 2005 is er weer gesproken over een waarheidscommissie naar het voorbeeld van Zuid-Afrika. Zo’n buitenjustitieel proces hadden ze naar mijn idee toen opnieuw in overweging moeten nemen.”
Bouterse heeft aangekondigd dat hij op een plechtigheid van ‘Gods Bazuin’ en met behulp van bisschop Steve Meye publiekelijk vergeving zal vragen voor en berouw zal tonen over alle doden die na de coup van 1980 zijn gevallen. Dit had moeten gebeuren tijdens een massale verzoeningsdienst van Gods Bazuin op het onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, maar werd om onduidelijke redenen uitgesteld. Intussen gaat het proces tegen de president verder. Van de pers moet Bouterse niet zoveel vrezen. I
n vergelijking met andere landen van het continent heeft Suriname geen onafhankelijke onderzoekstraditie: noch wetenschappelijk, noch journalistiek. De cultuur van de angst eist zijn tol en belet dat er opzienbarende publicaties verschijnen die figuren als Bouterse zouden kunnen compromitteren. Wat zal echter de clash tussen gerechtelijke en uitvoerende macht geven? Niemand weet het, ook Jules Sedney niet. Hij reageert afwachtend: ‘Het is zeker dat Bouterse er alles aan zal doen om een president te zijn die bemind wordt. Hij wil geliefd zijn. Hij zal er echt voor gaan. Vergeet niet: na alles wat hij heeft gedaan en misdaan, is hij toch president geworden. Democratisch gekozen nog wel. Zeg me: hoeveel mensen lukt dat? Dat is toch uniek! Er staat veel voor hem op het spel. Het is zijn laatste kans.’Latijns-Amerika, eindelijk
En internationaal? Hier valt vooral de anti-Nederlandse houding van de nieuwe regering op. Op de presidentiële inauguratie was er zelfs geen stoel voorzien voor de Nederlandse ambassadeur Aart Jacobi. Niet Nederland, maar de Caribische regio, Zuid-Amerika, India en China zullen de focus zijn van het nieuwe buitenlandse beleid van de regering-Bouterse. Vooral met de buurlanden Guyana, Frans Guyana, Brazilië en Venezuela wil president Bouterse zeer intensief gaan samenwerken. Tegen Harmen Boerboom van de Wereldomroep zei hij: ‘Wij zijn overtuigd dat we er in zullen slagen pro-actief te zijn in onze integratie in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Wij willen geen vreemdelingen meer zijn naar onze directe buren toe. We weigeren om in de toekomst nog meer oog te hebben voor hetgeen zich in Europa afspeelt dan wat er zich hier bij onze buren afspeelt.’ Bouterse wil de best mogelijke relatie met de buren onderhouden, en niet alleen op het politieke vlak. ‘Met Brazilianen, Venezolanen, Frans Guyanezen. We willen samen met hen onze culturele erfenis delen, in elke denkbare vorm van kunst. Samen met hen sporten, misdaad bestrijden, de pest van het hiv-virus minimaliseren en samen met hen malaria en andere grensoverschrijdende ziekten tot het verleden laten behoren.’ Bouterse wil zich niet meer richten op Europa. Hij wil dat Suriname onder zijn leiding meer dan ooit actief deelneemt aan organisaties als de Unasur, de Caricom, de associatie van Caribische staten en andere internationale samenwerkingsvormen die het Amazonegebied als focus hebben. ‘We moeten ons schamen, we zitten bijna niet in internationale organisaties. Suriname moet in de organisaties participeren. We hebben alleen maar oog voor de Noordzee, maar we moeten ons richten op onze buren.’ Volgens Bouterse heeft Suriname het geluk dat het deel uitmaakt van Zuid-Amerika, en Europa als buurman heeft. Vanaf 2011 zal er een brugvoorziening bestaan tussen Frans Guyana en Brazilië. ‘Voor het eerst in onze historie is export van goederen over het land naar Brazilië een mogelijkheid wordt. Wanneer we verder denken aan een brugverbinding met Frans Guyana, geven we werkelijke invulling aan een streven van de Unasur om Zuid-Amerika fysiek te verbinden.’ Met ‘de Noordzee’ wil Bouterse een zakelijke relatie onderhouden, die ondernemers en investeerders mogelijkheden biedt om via Suriname zaken te doen met de regio. ‘Wij zijn voorstander van de best mogelijke relatie tussen het Surinaamse en Nederlandse volk. Een intensieve samenwerking zal met een nieuw elan worden aangepakt.’ De president kondigde alvast een versoepeling aan van de visumregeling. ‘En we zullen ook de zakelijke banden aanhalen waarbij op basis van wederzijds voordeel inhoud en vorm kan krijgen. Frankrijk is via Frans Guyana onze directe buur, en wordt onze onmiddellijke toegang tot Europa. We hebben Europa aan de grens, wij gaan Europa bekijken via Parijs. Zij die oren hebben, horen.’
Gaat Suriname dan in de armen van Chávez gedreven worden? Die vrees wordt geuit in sommige Nederlandse kringen. Dirk Kruijt, honorair hoogleraar Ontwikkelingsvraagstukken aan de Universiteit van Utrecht, is het daarmee niet eens. ‘Suriname ligt in Zuid-Amerika, maar is altijd erg geïsoleerd geweest van de rest van Zuid-Amerika. Misschien is er nu een mogelijke vriendschap aan het ontstaan tussen Chávez en Bouterse vanwege de anti-koloniale retoriek waarvan Bouterse zich vroeger heeft bediend. Maar een militair avontuur tussen die twee zie ik niet. Het Surinaamse leger telt 3000 mensen. Ze worden niet betaald, hebben nauwelijks kogels, nauwelijks geweren.’ Kruijt zou het verstandig vinden als Bouterse de anti-Nederlandse retoriek afschudt. ‘Daar heeft hij niks mee te winnen.’ Grote veranderingen ziet de hoogleraar echter niet gebeuren. ‘De contacten tussen de Surinaamse bevolking in Suriname en de Nederlands-Surinaamse bevolking in Nederland zijn ontzettend hecht. Jaarlijks gaan er 200.000 mensen heen en weer en dat zal ook zo blijven. De mensen gaan niet bij Bouterse op bezoek maar bij hun oom, tante, neefjes en nichtjes. Daar hebben ze een innige band mee, die blijven ze bezoeken.’
Volgens de Nederlandse journalist en Surinamekenner John Jansen van Galen is het schofferen van Nederland en zijn ambassadeur in Paramaribo allemaal symboliek. In NRC schrijft hij: ‘Nederland heeft weinig belangen meer in het land en onze onderlinge handel is verwaarloosbaar. Suriname is feitelijk al goeddeels op zijn Amerikaanse omgeving georiënteerd. Maar de psychologische dekolonisatie moest kennelijk nog plaatsvinden. In Indonesië bleef Nederland na de soevereiniteitsoverdracht nog zeven jaar prominent aanwezig tot het er door Soekarno uitgeschopt werd. In Suriname, veel afhankelijker van ons, moest dat blijkbaar 35 jaar duren. Bouterse voltooit de onafhankelijkheid van het land. Wat rest aan emotionele banden met het vroegere moederland zal met het verstrijken van de generaties slijten. En ook die andere Suriname-kenner Gerard van Westerloo eindigt zijn column in NRC als volgt: ‘Met enige overdrijving kun je zeggen: eindelijk ligt Suriname in Zuid-Amerika.’
(Uitpers nr. 123, 12de jg., september 2010)
De ministers van de regering Bouterse:
* Buitenlandse Zaken – Winston Lackin
* Defensie – Lamuré Latour
* Openbare Werken – Ramon Abrahams
* Financiën – Wonny Boedhoe
* Natuurlijke Hulpbronnen – Jim Hok
* Arbeid, Tech. Ontwikkeling en Milieu – Ginmardo Kromosoeto
* Handel en Industrie – Michael Miskin
* Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer – Martinus Sastroredjo
* Sociale Zaken & Volkshuisvesting – Alice Amafo
* Transport, Communicatie & Toerisme – Valisi Pinas
* Volksgezondheid – Celsius Waterberg
* Regionale Ontwikkeling – Linus Diko
* Jeugd & Sportzaken – Paul Abena
* Justitie & Politie – nog onbekend
* Landbouw,Veeteelt & Visserij – Hendrik Setrowidjojo
* Onderwijs & Volksontwikkeling – Raymond Sapoen
* Binnenlandse Zaken – Soewarto Moestadja
(bronnen: Wereldomroep radio, NRC, de Volkskrant, de Ware Tijd, Star nieuws)