Libië is erg in trek. Steeds meer mogendheden komen zich in de Libische chaos mengen, dit wordt meer en meer een oorlog per procuratie. Nu heeft ook de Turkse president Erdogan zich volop in de strijd geworpen. Op 7 januari stemt het Turkse parlement over een voorstel om troepen naar Libië te sturen om er de regering van Fajez Sarraj te steunen. Turkije vormt samen met Qatar de voorpost van de Moslim Broeders, de grote vijand van Saoedi-Arabië, de Emiraten en Egypte.
Zee en wapens
Erodogan ondertekende op 27 november samen met Sarraj, de door de Verenigde Naties erkende premier van het land, een akkoord over de afbakening van de territoriale wateren. Eigenaardig, want Libië en Turkije liggen ver van mekaar, hun zones raken elkaar in de verste verte niet.
Voor Erdogan is het een pluspunt in zijn aanspraken op gasrijke zeezones die o.m. door Griekenland en Cyprus worden opgeëist. Maar het akkoord voorziet ook in militaire samenwerking, concreet in Turkse militaire steun aan de regering in Tripoli. Erdogan wil desnoods militairen sturen om Sarraj te helpen. Zijn onverwacht bezoek aan Tunis heeft zeker deels te maken met zijn toegenomen belangstelling voor Libië.
Milities
Die regering stelt op zichzelf weinig voor. Sarraj zelf heeft geen troepen, hij hangt af van een dertigtal milities die weinig met elkaar gemeen hebben, ze hebben elk hun eigen agenda. Sommige worden ronduit onbetrouwbaar geacht, zelfs klaar om over te lopen naar generaal Khalifa Haftar, leider van ‘de Nationale Libische Strijdkrachten’ die op 4 april vanuit het oosten een offensief inzette. Hij hoopte zeer snel Tripoli in te nemen, maar ondanks zijn zware wapens en vele manschappen, raakt hij maar niet verder. Enkele milities die steun hadden beloofd, lieten het ineens afweten en liepen over.
Haftar kan volgens experts op 46 milities rekenen, maar daar zit ook van alles bij, gaande tot islamistische milities. Nochtans zou Haftar volgens zijn vele buitenlandse vrienden – Arabische, westerse, Russische – de beste man zijn tegen dat islamisme.
Drones
Haftar kon niet zomaar doorbreken, omdat zijn tegenstrevers in Tripoli ook meer steun hebben gekregen. En dat komt voor een deel uit Turkije, want Erdogan heeft niet op dat akkoord van 27 november gewacht om wapens te leveren. Onder meer tientallen drones van het type Bayraktar die vanaf mei in onderdelen werden geleverd – zo staat te lezen in een rapport van 376 bladzijden bestemd voor de Veiligheidsraad van de VN.
Maar Turkije is ver van de enige om het VN-wapenembargo te schenden. Haftar heeft de krachtiger Wing Loong drones die uitgerust zijn met Bleu Arrow raketten en geleverd zijn door de Verenigde Arabische Emiraten.
Die Emiraten zitten in hetzelfde anti-Moslim Broederskamp als Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en Soedan, allemaal ondersteuners van Haftar dus. Die zou onder meer 2000 Soedanese militairen hebben, van wie de helft behoort tot de RSF, de beruchte speciale eenheid van ‘Hemeti’, pilaar van het oude regime van Bachar en nog altijd een sterke man van het “nieuwe regime”. En al die mensen zouden Haftar steunen in zijn zogenaamde strijd tegen het islamisme? Ook de Saoedische wahhabieten?
Russen
Moskou was tot voor kort discreet in zijn steun aan Haftar. Discreet, maar het gaf wel steun. Onder meer in de vorm van huurlingen van de Russische privéveiligheidsfirma Wagner, nauw verbonden met het Kremlin. Naargelang de bronnen wordt gesproken van 150 tot 2000 manschappen, onder wie gespecialiseerde sluipschutters. Diezelfde firma heeft ook huurlingen in andere Afrikaanse landen (w.o. Soedan, Centraal-Afrikaanse Republiek) en in Syrië. De “Wagners” bewaken onder meer de olie-installaties in handen van Haftar.
Washington houdt zich in Libië op de vlakte. Maar het Russisch activisme noemen de VS “een Russische poging om van het conflict te profiteren”.
Total-ENI
Parijs is zo mogelijk nog “discreter”, officieel streeft de Franse president de verzoening na – hij maaide Italië met zijn initiatieven al het gras onder de voeten, wat Rome hem vorig jaar zeer kwalijk nam. Frankrijk zou Haftar helpen met tactische inlichtingen en met de opleiding van manschappen. Die Franse steun is natuurlijk niet vreemd aan de belangen van het Franse Total in het door Haftar gecontroleerde olierijke oosten, terwijl het Italianse ENI, met belangen in de westelijke olievelden en leidingen, bij Tripoli zweert.
Rome kijkt verweesd toe. Het acht zich door de geschiedenis en de geografie geroepen om een grote rol te spelen in Libië – vanwaar ook de meeste migranten vertrekken die naar Italië varen. Maar de concurrentie is dus zeer groot, Italië krijgt slechts een figurantenrol. De Italiaanse premier Giuseppe Conte belde op kerstdag met de Russische president Vladimir Poetin over de toestand in Libië. Zijn minister van Buitenlandse Zken Luigi Di Maio, tevens leider van de Vijfsterrenbeweging, zegt nu (La Repubblica, 19 december) dat Italië “realistisch moet zijn. We hebben er terrein verloren, er moet een stabiele regering komen om het verloren terrein te herwinnen”. In zo een regering is er een plaats voor Haftar, aldus Di Maio.
IS
Intussen zitten nog anderen te wachten op het herwinnen van verloren terrein: Al Qaida en vooral Daesh (IS). IS lijkt grotendeels uitgeschakeld, maar er zijn volgens het rapport voor de VN cellen in Tripoli, Misrata en het zuiden die wachten op de gelegenheid om weer terrein te heroveren. Even ten zuiden van Libië, in de Sahellanden, is IS intussen bijzonder actief, de link is snel gelegd.