Op de ‘place Saint Georges’ van het oude vestingstadje Limbourg staat op een staak, een klein kastje. Een kastje met glazen ramen. In dat kastje: boeken. Boeken om gratis mee te nemen. Een ruilkastje. Ik maak er graag een ommetje voor. Al heel wat interessante werkjes gevonden. Zoals gisteren een blauw-wit boekje met een titel die mijn aandacht trok: de roman “Avant que le monde ne se ferme.” (2021) Bleek het – zo leerde de achterflap – te gaan om het levensverhaal van een zigeuner en paardendresseur: Anton Torvath van een gelijknamig zigeuner-circus.
Het verhaal dat de in 1964 geboren Fransman Alain Mascaro bedacht, begint kort na de Eerste Wereldoorlog. Het handelt vooral over wat de zigeuners overkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog toen de Hitler-terreur hen trachtte uit te roeien. Anton Torvath overleefde het door zich aan te sluiten bij de joden en zich als één van hen voor te doen, en vervolgens door zijn bekwaamheid als paardendresseur waardoor hij zich voor de Duitsers nuttig kan maken.
De bevrijding van de kampen in 1945 betekent nog lang niet het einde van het lijden. De herinneringen aan al de verdwenen/vermoorde familieleden en vrienden blijven Anton door het hoofd spoken. “Il n’y a que des morts dans ma mémoire.” (p. 137) En ook is er het schuldgevoel dat velen van de weinige overlevenden van de concentratiekampen kwelt: ‘Waarom heb ik het overleefd en zij niet ?’ (p. 227)
Geleidelijk aan en dankzij zijn talent om met paarden om te gaan – omdat hij in hen het wilde, vrije dier weet aan te spreken – herpakt Anton zich, sticht hij opnieuw een circus, in de V.S. In India bezoekt hij Gandhi en hij weet zelfs over de grens van het nieuwe Oostblok heen te komen om terug te keren naar de steppe van Sary-Moghol. Daar waar Anton door zijn ouders Smirna en Svetan verwekt werd.
Eind goed al goed, maar wat een lijdensweg. Met gelukkig ook steeds weer zonnige momenten en fijne levenswijsheden die romancier Mascaro kwistig rondstrooide waardoor ik het boekje van 245 pagina’s in één ruk uit las.
De zigeuners, de ‘zonen en dochters van de wind’, voor wie het reizen zelf een doel op zich is, komen in “Avant que le monde ne se ferme” naar voor als een vrij volk voor wie de wereld hun thuis is, verbonden als ze zich voelen met het universum, de aarde, de wind … “Le voyage porte en lui sa propre raison.” (p. 225) Een enkele keer daagt er ook een zigeuner op die van het bestelen van de ‘gadjé’, de niet-zigeuners, de ‘gedomesticeerden’, zijn levenswerk maakte, maar zoals het bij een rondreizend circus past, halen de mensen van de Torvath-‘kumpania’ hun levensonderhoud uit hun circusoptredens.
Ontmenselijken
De roman van Mascaro sprak me wellicht ook zo sterk aan door al de documentaires van mijn ‘geestelijke vader’ Frans Buyens die ik over WOII te zien kreeg en doordat ik in 2003 zelf een korte documentaire kon maken over het ‘doorgangskamp’ van Breendonk. Daar rond lopende en filmende vroeg ik me af hoe ik daar zelf zou gehandeld hebben. En hoe zouden we ooit “la fureur criminelle humaine” (p. 164) kunnen stoppen ?
“Nooit meer oorlog” klonk het na de beide wereldoorlogen, maar ook anno 2024 woeden er her en der op aarde nog altijd vreselijke oorlogen en burgeroorlogen. En niet alleen ‘toplui’ à la Poetin of Netanyahu, maar ook heel ‘gewone mensen’ maken zich schuldig aan vreselijke ‘onmenselijkheden’. Gevangenen die elkaar folteren. Studenten en soldaten die ‘ontgroeningen’ organiseren met soms dodelijke afloop. Godsgekken die mensen lynchen omdat ze iets over één of andere profeet zouden gezegd hebben, een hoofddoek verkeerd gedragen …
Om van al het onmetelijk onheil dat we het niet-menselijk leven aandoen, nog te zwijgen. Het verbaast me steeds weer hoe ook intelligente mensen nog steeds voorbijgaan aan de ‘zesde grote uitstervingsgolf’ en de klimaatramp die het mensdom aan het aanrichten is. Dat Alain Mascaro dat niet betrok in zijn zigeunerverhaal. Want een reizend volk zoals de ‘gypsies’ zal van één en ander toch kunnen getuigen.
Gelukkig gloort er aan de einder wat hoop want wereldwijd – met Afrika voorlopig als uitzondering – vergrijst de mensheid. Wie daar over klaagt – zoals de kranten elke dag doen – zou toch dit eens moeten beseffen: meer ouden van dagen = minder productie en consumptie ten koste van de planeet + minder agressie, minder oorlog. Meer wijsheid én inlevingsvermogen in de kwetsbaarheid van het leven. Leve de groen reddende grijsheid !