Rond nieuwjaar kopten de Letse media met enige fierheid dat het land volgens een telling van maart 2011 toch nog 2 miljoen inwoners had. Het was tijd voor hoerageroep. Wat het bericht niet vermeldde was dat het land bij de onafhankelijkheid in 1991 2.694.000 inwoners telde. Met andere woorden: De bevolking was op twintig jaar tijd met ongeveer 25,7% gekrompen.
Officiële regeringspublicaties houden het trouwens nog steeds op 2,25 miljoen inwoners maar iedere specialist weet dat dit cijfer nep is. “Wij vermoeden een cijfer van zelfs maar 1,9 miljoen”, klinkt het eind 2011 bij insiders in Riga. Stellen dat Letland leeg loopt is dan ook niet overdreven. Met als vraag: Wie doet er als laatste het licht uit? Een pijnlijke vraag voor een land waar het Letse nationalisme nog steeds de drijvende politieke kracht is.
De Barnsteenroute
Om het fenomeen van die leegloop goed te begrijpen moeten we de geschiedenis van het land doorgronden en zo het ontstaan van die nationalistische reflex. Een geschiedenis gekenmerkt door zowel een ongehoorde brutaliteit als een van economische bloei. Een gevolg van haar ligging aan de Golf van Riga en de Oostzee.
De Baltische regio wordt door historici gezien als het laatste gebied in Europa dat men tot het christendom bekeerde. Het gebied leefde vooral van de handel in barnsteen – een toen erg gegeerd versteend dennenhars – met de Griekse steden aan de Zwarte Zee en vooral dan Byzantium. Die verliep via de rivieren de Dvina, die bij de hoofdstad Riga in de Oostzee stroomt en de Dnjepr die vlakbij loopt en bij Odessa in de Zwarte Zee uitkomt.
Het was ook de handelsroute voor de Scandinavische stammen. En het is uit die handel dat geleidelijk aan de eerste Russische staten als Kiev Rus, Polotsk en Novgorod zullen ontstaan. Het is op die wijze dat ook het orthodoxe christendom zich vanaf ongeveer begin de negende eeuw in de regio begint te verspreiden, ook in de Baltische staten die toen grotendeels door Slavische volkeren waren bewoond.
Orde der Zwaardbroeders
Het uiteenvallen door ruzies van Kiev Rus en vooral de inval van de Mongolen onder Batu Khan zorgen in de regio voor een eerste grote politieke aardverschuiving. Eind 12de eeuw organiseert men met steun van het Vaticaan vanuit de Noord-Duitse steden Bremen en Hamburg de zogenaamde Noordse Kruistocht, officieel om de heidenen tot het ene ware geloof te bekeren, het katholicisme.
In wezen was het hen echter om de verovering van nieuwe gebieden en handelsroutes te doen en dus de verspreiding van de opkomende Duitse macht. De inval gebeurde dan ook door de Orde der Zwaardbroeders die later zal opgaan in de Duitse Orde. Zo stichten zij steden als Riga (1201) en Daugavpils (1275) waar de plaatselijke bevolking wel geen toegang tot had.
Dra zal er tussen de lokale Duitse adel, bisschoppen, handwerklieden en handelaars ook een soms moorddadig gevecht om de buit losbarsten. De lokale bevolking zelf wordt geheel onderworpen aan deze Duitse kolonisatie. Die Duitse opmars zal pas in 1242 tot stand gebracht worden door de troepen van Alexander Nevski, vorst van Novgorod, die de Duitse Orde verslaat bij de stad Pskov, de slag op het Peipusmeer. Een historisch belangrijke Duitse nederlaag in beeld gebracht als de Slag om IJs door filmpionier Sergeï Eisenstein.
Stop Russificatie
De vroegere Zweedse barakken van de Zweedse soldaten in Riga (foto Willy Van Damme)
Novgorod had mits het betalen van een jaarlijkse schatting als enige Russische staat weerstand kunnen bieden aan de Mongoolse Gouden Horde. Samen met de regio om Moskou zal zij later Rusland doen herrijzen.
Het betekende wel dat de verdere Russificatie van het Balticum door de Duitse Orde was gestuit. Werd de rest van die regio geleidelijk aan orthodox dan werden de Balten later of lutheraans of in het geval van Litouwen katholiek. De tweespalt die vooral het hedendaagse Estland en Letland zo kenmerkt zal zich van dan af langzaamaan ontwikkelen.
Die Duitse bezetting zou pas eindigen in 1582 door de zogenaamde Lijflandse Oorlog, de eerste van drie Noordse Oorlogen, toen Het Pools-Litouwse vorstendom de regio in handen kreeg en er het katholicisme poogde te introduceren. Niet voor lang echter want reeds in 1621 werd het gebied veroverd door de Zweden, de tweede Noordse Oorlog.
Onder het Zweedse bewind werd via lutheraanse predikanten een begin gemaakt met de alfabetisering van de lokale bevolking die ook enkele rechten kreeg. Vermoedelijk om zo de nog steeds machtige Duitse landadel – een gevaar voor de Zweden – deels te neutraliseren. Riga wordt in die periode volgens sommige bronnen zelfs de grootste Zweedse stad.
Ontstaan Letse taal
Daarbij wordt als taal gekozen voor een dialect uit Zuid-Lijfland en niet voor een van de vele andere Slavische dialecten of het Fins-Oegrisch van de Lijven zelf. Zo wordt de bijbel in die taal vertaald en op het platteland door pastoors gebruikt in hun parochies. Het zal die taal zijn die als het Lets geleidelijk aan de andere lokale talen en dialecten zal verdringen.
Het Zweedse geluk zou echter zoals dat van Polen en Litouwen in de Baltische regio niet lang duren. Reeds begin achttiende eeuw is Rusland terug voldoende sterk en in 1709 na de slag bij Poltava tijdens de derde en laatste Noordse Oorlog verovert tsaar Peter De Grote het gebied op de Zweden.
Van dan af zal Letland uitgroeien tot een drietalig gebied met de Duitstalige landadel die zich vastklampt aan haar Duits, een opkomende lokale elite waar het Lets zich de komende tweehonderd jaar tot de eenheidstaal zal ontwikkelen en het Russisch, de taal van de administratie der nieuwe bazen en de emigranten uit dat immense Rusland die vooral in de late negentiende eeuw naar het industrieel belangrijke Riga afzakken.
Riga als industriestad
En zoals elders in Europa zal, eens de industrialisering na 1880 op gang komt, er een steeds groter wordende elite komen die almaar meer inspraak eist, gelijkberechtiging en betere leefomstandigheden. En alhoewel het regime der tsaren erg autocratisch en aartsconservatief was zal het strategisch gelegen Riga uitgroeien tot een groot industrieel centrum.
Al dra ontstaat er in het land dan ook een burgerlijk nationalistische beweging genaamd de Jonge Letten. Mede onder invloed van het groot aantal industriearbeiders en gevoed door de ideeën van Karl Marx, Friedrich Engels en Karl Kautsky wordt de invloed van links hierin vrij groot en zelfs overheersend.
Die linkse tendens manifesteerde zich vooral in de politieke beweging Jauna Strava (Nieuwe Stroming) wiens leiders vanaf 1893 tot haar verbod in 1897 het blad Dienas Lapa (Het Dagblad) uitgaven. Het was de voorloper van de latere Letse Sociaal-Democratische Partij die dan later grotendeels de kant koos van Lenin en de Bolsjewieken.
Het is gezien de al broeiende nationalistische tegenstellingen en de vergevorderde industrialisering dan ook geen toeval dat de opstand van 1905 tegen de tsaar in Letland zeer hevig was, ook op het dunbevolkte platteland.
Met een repressie die al even krachtig terugsloeg. Het zou de spanningen nog doen toenemen. Met bepaalde nationalistische kringen die begonnen te roepen om zelfbestuur. Het was de periode dat overal in Europa nationalistische bewegingen de kop opstaken.
Strijd om Letland
Monument uit de Sovjet-tijd voor de Letse Jagers in hun uniform van het Rode Leger (foto Willy Van Damme)
Als Rusland zich dan in 1914 in de eerste wereldoorlog stort blijkt dat een ramp voor het tsaristisch bewind. De Letse tegenstellingen die ondergronds al een tijd woekerden zullen als gevolg van de Russische crisis er voor een explosie van geweld zorgen.
Als toegeving aan de Letse nationalistische eisen had de Doema, het Russisch parlement, in 1915 de vorming van eigen Letse eenheden toegestaan, de Letse Jagers. Deze liepen bij het uitbreken van de Oktoberevolutie bijna geheel over naar de Bolsjewieken. Het was een der keurkorpsen van het Rode Leger. Mede onder hun impuls en gesteund door de eigen Letse CP en Rusland stichtte men op 17 december 1918 de Letse Sovjetrepubliek.
Typerend voor de verwarring in dat jaar was dat men in 1918 in Letland drie verschillende staten in het leven riep. Zo stichtte de Letse Nationale Raad onder leiding van de rechtse nationalist Karlis Ulmanis op 18 november 1918 de republiek Letland. Op 22 september 1918 werd dan weer onder impuls van de Duitstalige landadel het Verenigd Baltisch Hertogdom opgericht als vazalstaat van de Duitse keizer. Staatshoofd werd ene Alfred Friedrich Hertog van Mecklenburg-Schwerin.
Door feit dat een groot deel der Letse Jagers toen in Siberië tegen het Wit-Russische leger van generaal Anton Denikin vocht en mede dankzij de Poolse en Britse interventie verloor de Letse KP vrij snel de strijd om Letland. Vele duizenden Letten vluchten naar Rusland en zouden daar zelfs belangrijke posten krijgen zoals Jukums Vacietis die de eerste baas van het Rode Leger werd en Peteris Stucka die het tot eerste voorzitter van het Hooggerechtshof zou schoppen.
Vluchten naar de Sovjet-Unie
Links zou in Letland na 1919 nog wel heel populair blijven zoals blijkt uit de verkiezingsuitslagen van de Letse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij van Janis Plieksans, een vroegere communist. Veel macht zou dat echter nooit opleveren want zij werd bijna steeds uit de regering gehouden. In 1936 werd de partij zelfs verboden.
De in 1919 naar de Sovjet-Unie gevluchte Letten zouden pas in 1941 na de herovering door de Sovjet-Unie naar hun geboorteland kunnen terugkeren. Met de voordien al zeer gehate Duitse landadel zou het na 1919 helemaal gedaan zijn. Zij pakten bijna allen uit terechte schrik hun biezen richting Duitsland.
Was het Duits als taal in Letland verdwenen, het Russisch was dat niet, daarvoor was de Russische emigratie en culturele invloed de voorbije tweehonderd jaar te groot geweest. Russische architecten als Mikhail Eisenstein hadden bijvoorbeeld meer dan wie anders vorm gegeven aan Riga en een groot deel van de handel was zoals ook nu nog op Rusland gericht. Wel werden de Russischtaligen tweederangsburgers in het onafhankelijke Letland.
Die tegenstellingen zullen in Letland als gevolg van de tweede wereldoorlog alleen nog maar groter worden. Zo bezet de Sovjet-Unie vanaf 16 juni 1940 Letland en zal Duitsland het gebied het jaar nadien al snel veroveren.
Tienduizenden Letten werden door de nazi’s vermoord mede met actieve steun van lokale collaboratiebewegingen als het Arajs Commando en het Letse Legioen. Ook vochten twee Letse SS-divisies mee aan de kant van Duitsland in Rusland waar ze meehielpen bij de vele massa-executies.
Weerwraak
Als de Sovjet-Unie Letland in 1945 dan terug in handen krijgt is de weerwraak zoals te verwachten keihard. Mede doordat er nog jaren na 1945 in het land een guerrillaoorlog, de zogenaamde Woudbroeders, woedde tegen de Sovjets. Vele tienduizenden zouden gedeporteerd worden en velen zouden ook sterven. Stalin nam wraak voor de nederlaag in de burgeroorlog van 1918 en de wreedheden van de Letse SS’ers.
De overwinnaars van 1918 worden de verliezers van 1945. Dat zal veranderen wanneer de Sovjet-Unie rond 1985 in moeilijkheden raakt en in 1990 in elkaar stort. Opnieuw zijn het o.m. Duitsland en Zweden die op de voorgrond treden en het hardst aandringen op de onafhankelijkheid van Letland. Zij willen Rusland zoveel mogelijk weg van de Oostzee en hun invloed van weleer hernemen.
En als Letland op 21 augustus 1991 opnieuw de onafhankelijkheid uitroept is het nog maar eens tijd voor weerwraak. Niet alleen wordt onder meer de Letse KP verboden maar worden ook alle niet-Letssprekenden die na 1941 in het land kwamen stateloos gemaakt. Toen een half miljoen mensen.
Ze krijgen in het zogenaamd democratische Letland geen stemrecht, alleen een verblijfsvergunning. Er is ook een grote vlucht uit het land van vooral Russisch sprekenden. Op dit ogenblik zouden er van de oorspronkelijk 500.000 nog zo’n 319.000 stateloos zijn, goed voor 15,75% van de bevolking.
Het fascisme eren
Ook is het Russisch geen officiële taal meer terwijl in een stad als Riga, goed voor 60% van het BNP, er vermoedelijk meer Russischtaligen zijn dan Letstaligen. In Daugavpils, de tweede stad, is zelfs de overgrote meerderheid Russisch sprekend. Vragen om de taal te erkennen als tweede officiële taal naast het Lets of het recht op zelfs maar gemeentelijk stemrecht worden steevast afgewezen.
Bovendien blijkt dat sinds de tweede onafhankelijkheid van 1991 de vroegere fascistische bewegingen niet alleen terug de kop opsteken maar soms zelfs regeringssteun kregen. Zo werd de Letse Legioenendag ter ere van de oude SS-eenheden in 1998 zelfs erkend als een nationale feestdag. Dit terwijl die Letse SS tienduizenden Letten had afgeslacht.
Met aanhangers van de vroegere SS die deze 16de maart dan samen met vertegenwoordigers van regeringspartijen als de Partij van Groenen en Landbouwers bloemen neerlegden aan het officiële Vrijheidsmonument. Wat na hevig protesten in Letland zelf en van Rusland in 2000 dan door de regering werd stopgezet. Het was te gênant.
Twee nationale feestdagen
Herenhuizen in Riga rond 1900 gebouwd door prestigieuze architecten als Mikhail Eisenstein nadat het vestingstatuut van Riga was opgeheven rond 1880 (foto Willy Van Damme)
Typerend voor het land is dat er in wezen twee nationale feestdagen zijn, een ter herdenking van de Letse onafhankelijkheid op 18 november en een om de overwinning door de Sovjet-Unie op Nazi-Duitsland te vieren op 9 mei. Beiden hebben ook hun nationaal monument.
En terwijl het Letse een bijna puur politiek evenement is, is dat van de pro-Russen een groot familiefeest met meer volk dan het Letse gebeuren. En met veel Russische en zelfs oude Sovjetvlaggen.
En zowel Riga als Daugavpils worden geleid door de centrum-linkse en pro-Russische Harmony Centre. Het is met 31 zetels op honderd in het parlement ook veruit de grootste partij maar wordt via een cordon sanitair uit het landbestuur gehouden. Volgens Letse bronnen krijgt de partij ook financiële steun vanuit het Kremlin.
Maar hun politici als Nils Usakovs, de burgemeester van Riga, zijn populair en beschikken over een goede reputatie als bestuurder. Ook Letssprekenden stemmen trouwens voor de partij. Kortelings organiseert men een onder hun impuls gevraagde referendum om van het Russisch de tweede taal te maken. Het is kansloos want vele Russischtaligen mogen toch niet stemmen.
Dromen van rijkdom
Het grote probleem voor de nationalisten in Letland is dat hun dromen en beloften na 1991 niet zijn uitgekomen. Het doet denken aan Leopoldstad 1960 toen vele Congolezen droomden dat iedereen na de onafhankelijkheid met een Mercedes ging kunnen rijden. Het werd in Letland zoals in Congo veel armoede en rijkdom voor een niet zelden door en door corrupte elite.
Na de ineenstorting van de economie in 1991 – het BNP stortte met eventjes 30% in elkaar – werd het nadien niet echt veel beter. De onder de Sovjets erg populaire badstad Jurmala vlakbij Riga had tot 1991 105 sanatoria en heeft er nu nog 5 over.
Vele hoogtechnologische industrieën die onder de Sovjets waren gebouwd werden gewoon ontmanteld. Ooit was Riga een centrum voor de metaalnijverheid, elektronica en optica maar daar is amper iets van overgebleven.
De grote massa Russen – Jurmala leek tot 1991 wel op een soort Benidorm – bleven weg en de nieuwkomers als de Duitsers en de Zweden verzachten er amper de economische pijn. Pas recent begint het toerisme in Jurmala terug op dreef te komen, en weeral komende van Rusland.
Goedkoop krediet
Toen Letland in 2004 lid werd van de EU en de Navo dacht men dat de rijkdom maar om de hoek voor het rapen lag. Het land leefde massaal op het krediet komende van vooral Zweedse banken die zich zo handig meester maakten van de Letse financiële sector. Er werden overal grote winkelcentra opgericht en massaal dure auto’s gekocht, allemaal op krediet. Wie op vakantie wou nam een op 24 maanden af te betalen lening. De waanzin sloeg toe.
Eerste Minister Valdis Dombrovskis zei het in een gesprek zo: “De paradox is dat het probleem vermoedelijk ontstond toen we in 2004 lid werden van de EU en de NAVO en we dachten dat niets nog kon mislopen. Groei werd in dubbele cijfers geschreven en het geld stroomde het land binnen met alle gevolgen voor onze betalingsbalans die enorm deficitair was.” Het land wou snel zo rijk worden als West-Europa en het was voor hen voldoende om gewoon het gaspedaal in te duwen. De rest zou wel volgen.
De ontnuchtering kwam er met de Amerikaanse financiële crisis van 2008 toen dit luchtkasteel vol krediet in elkaar klapte. Het BNP verloor 25% van zijn waarde en Letland stond weer waar het in 2005 stond, bij de armste landen van Europa.
Stemmen met de voeten
Het land is lid van de EU en behoort tot de Schengenzone en dus verloopt niet alleen het vervoer van goederen gemakkelijk, maar gaat ook het verkeer van mensen probleemloos. Sinds de onafhankelijkheid trekt de bevolking dan ook massaal weg uit het land.
De Letten stemmen met hun voeten en trekken weg van het nationalistische paradijs dat Letland voor hen nooit werd. Het land heeft nu zelfs minder inwoners dan in 1914.
Had Letland bij de onafhankelijkheid nog 2.694.000 inwoners dan blijven er nu nog amper 2 miljoen over, een daling van 25,7%. En dat blijken volgens insiders bijna allen Letsprekenden te zijn. Met andere woorden: Op termijn worden de Russisch sprekenden de meerderheid.
Had de hoofdstad Riga in 1991 910.200 inwoners dan is dat nu nog amper een goeie 700.000. En voor wie de Letse lonen bekijkt is die vlucht helemaal geen verrassing. Zo verdient een Letse verpleegster maandelijks netto tussen de 190 en de 640 euro en een hoofdingenieur tussen de 780 en 1150 euro.
Een bron van gastarbeid
En de regering heeft hier amper of geen antwoorden op. “We gaan de dubbele nationaliteit invoeren zodat kinderen van Letse ouders die in het buitenland geboren zijn dan gemakkelijker kunnen terugkeren”, oppert premier Dombrovskis nog verder in het gesprek. Maar enig animo om naar Letland terug te keren lijkt er bij de immer aangroeiende diaspora tot heden nergens te bespeuren.
Bovendien blijkt nu ook dat er van de verhoopte grote economische steun vanuit Europa steeds minder sprake is. De zogenaamde Cohesiefondsen die arme landen binnen de EU moeten helpen worden steeds schaarser. Wat ook in Europese diplomatiek bronnen wordt beseft en betreurd.
Men lokte die landen naar de EU met grote beloften van hoge welvaart maar het lijkt de EU zo te zien vooral om die arbeidskrachten te doen. Goedkope gastarbeiders die de schaarste op de West-Europese arbeidsmarkt moeten helpen verlichten en zo de loondruk wegnemen.
Over het feit dat men die landen zo leegzuigt lijkt men zich in Brussel voor zover geweten geen zorgen te maken. Evenmin als over het lot van de honderdduizenden stateloos geworden Balten. Omdat het toch maar Russen zijn?
Het herrezen Rusland
En nu Rusland zich onder president Vladimir Poetin terug herstelde van de vernederingen onder Boris Jeltsin en Mikhail Gorbatsjov is het de vraag hoe groot de Russische invloed in Letland nog gaat worden. Want heeft Estland nog buur en taalgenoot Finland en Litouwen zijn vroegere bondgenoot en geloofsgenoot Polen, dan zit Letland in het midden heel alleen.
En de relatie tussen de Baltische staten onderling is zacht uitgedrukt niet goed. Regelmatig rollen ze trouwens al vechtend in Brussel over de straten. Met andere woorden: Letland heeft Rusland nodig. Al was het maar om de haven van Riga in leven te houden.
De Russische invloed in Letland zal in de toekomst dan ook opnieuw verder toenemen. Dat lijkt bijna onvermijdelijk. Veel Letse nationalisten zullen dat een slechte zaak vinden maar economisch zou het kunnen zorgen voor een impuls die de EU zo te zien weigert te geven. De geschiedenis lijkt zich ook zo te zien hier nogmaals te herhalen.
(Uitpers nr. 139, 13de jg., februari 2012)