Mocht Syriza de verkiezingen van juni 2012 hebben gewonnen en een links radicale regering in Griekenland hebben kunnen vormen, dan zou de vraag nóg belangrijker zijn geweest. De verkiezing werden met nauwelijks 2 % verschil verloren, maar een overwinning had een politiek breekpunt kunnen zijn, een aardverschuiving zelfs met een ongeziene weerslag in Europa en de rest van de wereld. Helaas heeft het niet mogen zijn. Onze huidige taak bestaat erin Syriza te onderzoeken als een vreemd en hoopvol fenomeen in de Europese politiek.
Syriza is een kleine radicaal-linkse coalitie die bestaat uit historisch, ideologisch en politiek heterogene krachten. Het belangrijkste bestanddeel was tot nog toe Synaspismos. Electoraal steeg de coalitie van 4,6 % in 2009 (en niet veel meer in de peilingen van 2010), tot 17 % in de verkiezingen van mei en een ongelooflijke 27 % in de verkiezingen van juni 2012. Hoe is dit kunnen gebeuren? En kan het worden herhaald? Krijgen we die know-how? Dat zijn de vragen die onze kameraden in heel Europa en elders in de wereld ons momenteel stellen. Ik wil heel voorzichtig beginnen. Het zou fout zijn Syriza als een blauwdruk te gebruiken voor het succes van de radikale linkerzijde in alle Europese landen. Het succes was heel specifiek, in tijd en ruimte. De Europese landen verschillen heel erg van elkaar en de strategie van de linkerzijde in al deze landen wordt mee bepaald door objectieve en subjectieve voorwaarden. Ik wil er enkele van opnoemen: De ernst van de crisis is verschillend van land tot land; De relatieve macht van elk land in het EU-besluitvormingsproces, in grote mate afhankelijk van de grootte van het land (plek in de imperialistische keten); De historische, politieke en culturele traditie van elk land (een consensusmodel of een meer confrontatiemodel, mogelijkheid tot regeringsdeelname voor de brede linkerzijde in regeringen van ‘nationale eenheid’, geschiedenissen van oorlog, burgeroorlog, dictatuur, klassenstrijd, sociale pakten of militante strijdvakbonden, repressiemogelijkheden van de politie of het leger, ideologische staatsapparaten als scholen, de kerk, het gezin, openbare en particuliere media …).
Ondanks alle beperkingen voor de structuur van een Europese linkse strategie, moeten we ook beseffen dat we kunnen geholpen worden door het feit dat alle regeringen (groot en klein), Europese mainstream partijen (conservatief, sociaaldemocratisch en soms groen), de Europese instellingen (Europese Centrale Bank, Commissie en soms het Parlement), het IMF, de Wereldbank en uiteraard ‘de markten’, vandaag allemaal een economisch en politiek model promoten dat in alle landen zou moeten zorgen voor een uitweg uit de crisis. Het is in die zin dat mijn persoonlijke mening over de redenen van het electorale succes van Syriza toch nuttig kan zijn.
De objectieve voorwaarden
De zware crisis, de wrede maatregelen die door het memorandum zijn opgelegd, hebben tot een zware recessie geleid met hoge werkloosheid, armoede, instorting van de gezondheidszorg, ernstige problemen in het onderwijs, stijging van het aantal zelfmoorden, kortom een ernstige humanitaire crisis, volgens de woorden van ‘Dokters van de Wereld’. Dit heeft er toe geleid dat mensen hun vertrouwen zijn verloren in de mogelijkheden van het politieke systeem om uit de crisis te geraken. De twee grootste partijen (Nea Demokratia en Pasok) zijn door hun traditionele aanhangers (vooral middenklassen) in de steek gelaten, aangezien ze hun belangen niet langer konden verdedigen. Vooral Pasok, de hoofdverantwoordelijke voor het memorandum en de aanwezigheid van de ‘troika’ in Griekenland, kreeg het hard te verduren.
De subjectieve voorwaarden
De extreme maatregelen hebben de mensen erg boos gemaakt. Er kwamen algemene stakingen en grote betogingen die door de totaal gediscrediteerde vakbonden werden gesteund. Er ontstond ook burgerlijke ongehoorzaamheid, bewegingen die weigerden te betalen voor de metro, de wegentol, de extra belastingen, enz. Politici van de grote partijen werden uitgejouwd en werden het slachtoffer van ‘zacht geweld’ als ze zich in het publiek lieten zien. Er werden gebouwen en pleinen bezet, een ambitieuze beweging die vooral op Syntagma square zichtbaar werd.
Syriza heeft deze min of meer spontane acties en het verzet niet veroordeeld, ondanks de grote druk die er vanuit de traditionele partijen werd uitgeoefend, zowel als door de media, de werkgeversorganisaties en buitenlandse regeringen en instellingen. De leden van Syriza sloten zich bij de beweging en bij de mensen aan. Uiteraard werd wel geprobeerd het verloop ervan te beïnvloeden, nooit werd er echter een lijn of standpunt opgelegd. De kiezers hebben hier positief op gereageerd.
Tegelijkertijd heeft Syriza een correcte politieke strategie gevolgd. Er werd niet voor gepleit het land uit de euro of uit de EU te halen. Hierdoor zouden de mensen met angst voor de toekomst van hen vervreemd zijn geraakt. Wél zei Syriza dat de Europese dictaten zouden geweigerd worden, dat de ‘memorandum wetten’ in het Parlement nietig zouden verklaard worden (waarmee minimum en andere lonen, en pensioenen verlaagd werden, collectieve onderhandelingen werden afgeschaft, overheidsbezit waaronder ‘commons’ geprivatiseerd werd, enz.). Men zei nieuwe onderhandelingen te willen voeren over het ‘bail-out’ verdrag om selectief grote gedeelten van de schuld te laten kwijtschelden. Tegelijk zou er een betaalbare manier gezocht worden om de rest van de schulden af te betalen, met een algemene Europese oplossing.
Syriza kreeg hierdoor scherpe aanvallen te verwerken vanuit twee kanten. Aan de ene kant van de KKE (Griekse communistische partij), de extreem linkerzijde van Antarsya, een minder sterke maar zeer militante groep van binnen Syriza, en een aantal Europese economen en intellectuelen. Die kant beschuldigde er ons van ‘eurofielen’ te zijn en te willen ingaan op de eisen van het Europese directoraat. Aan de andere kant werden we aangevallen door de ‘interne troika’ van Pasok, ND en Dimar die ons ervan beschuldigden ‘anti-Europees’ te zijn en het land in gevaar te brengen.
Eigenlijk beweerden de twee kampen hetzelfde: je neemt de EU zoals ze is of je gaat er uit weg, of m.a.w. je past het memorandum toe of je verlaat de eurozone, uit eigen wil of onder bevel. Dit is wat Syriza heeft geweigerd. Het was een riskante beslissing, maar dank zij dit verzet werd een ‘ander Europa’ denkbaar.
Er is nog een derde factor die het electorale succes van Syriza kan verklaren. We beweerden de kans te willen gebruiken om te spreken over een regering van de linkerzijde (ondanks het feit dat zowel de KKE als Dimar weigerden er ooit aan deel te nemen). Maar we stelden dat de tijd gekomen was voor een brede alliantie (van revolutionair links tot de radicale socialisten die met Pasok hadden gebroken en uiteraard met communisten, post-communisten en post-eurocommunisten, radicale groenen en niet-gebonden activisten) die het land kon besturen en structurele hervormingen kon doorvoeren. Dit was een echte breuk met de traditie van de radicale linkerzijde in Griekenland (maar niet voor de ‘conservatieve’ en eigenlijk sociaaldemocatische linkerzijde die vandaag in Dimar vertegenwoordigd is).
Tenslotte, of men dit nu leuk vindt of niet, we moeten toegeven dat het succes van Syriza ook te danken is aan het leiderschap van Alexis Tsipras, een jong, talentvol, ‘cool’ en charismatisch politicus die wereldwijd is bekend. Zijn democratische vorming binnen de partij, van jongs af aan, en vooral zijn democratische, ideologische en politieke traditie, zorgen ervoor dat hij de ‘primus inter pares’ zal blijven van het collectieve leiderschap van een brede linkse partij, een partij die we nu aan het maken zijn.
Dit grote electorale succes betekent niet dat we nu vast op weg zijn naar de eindoverwinning. Passiviteit en fataliteit op zijn oosteuropees blijven mogelijk (wat al blijkt uit de hoge mate van onthoudingen en de afkeer van vooral jongeren voor de poli
tiek). Daarbij wordt het anti-systeem radicalisme ook verdedigd door fascistisch rechts (in Griekenland de bende van de ‘Gouden dageraad’). Om de oorlog te winnen, voor een zekere periode (niets blijft voor altijd duren) zal Syriza, zoals elke nationale partij, de harten en geesten van de mensen moeten winnen. Het zal een nieuw hegemonisch blok moeten vormen in het land waarin het werkt, en dat is een erg moeilijke taak. Tegelijk moet Syriza en alle andere nationale partijen van radicaal links bijdragen tot de uitbouw van een strategische alliantie van de Europese Radicale Linkerzijde. Echte verandering kan immers niet in één enkel land plaats vinden (en zeker geen socialisme met democratie en vrijheid).
De successen en de verwachte successen van de zusterpartijen in andere delen van Europa (zowel in Zuid als Noord) en van de sociale bewegingen in Spanje en elders zorgen ervoor dat we dit jaar veel optimistischer zijn dan één jaar geleden. We hopen dat dit volgend jaar nog beter zal zijn en dat nieuwe overwinningen ons op een lange weg van emancipatie zullen brengen.
De auteur is verbonden aan het Nicos Poulantzas Instituut