De ramp in New Orleans en in het zuiden van de VS heeft talrijke bijzonder zwakke plekken van de Amerikaanse samenleving blootgelegd. Die catastrofe in het zuiden van de VS houdt ook voor ons enkele lessen in. In een opiniebijdrage “Het gevaar van een gebrek aan staat”, schrijft Dirk Verhofstadt (van de liberale denktank Liberales) in De Morgen (12/09/05): “Het gaat hier niet om toevallige menselijke tekortkomingen, maar om een fundamenteel probleem: een staat die zichzelf zo ontmanteld heeft dat hij niet bij machte is om de meest essentiële hulp te verlenen aan haar eigen inwoners”.
Dat is een zeer pertinente vaststelling uit toch wel onverdachte hoek over het onvermogen van de Amerikaanse autoriteiten om de eigen burgers een minimum aan bescherming te bieden. In West-Europa is het zeker nog zover niet gekomen, maar het is toch wel opletten geblazen. We moeten de lessen uit New Orleans voor de voeten werpen van al de dogmatici die pleiten voor ongebreidelde belastingverminderingen en privatiseringen. Want dat brengt openbare dienstverlening en sociale voorzieningen ernstig in het gedrang.
De wetten van de “vrije markt” worden ons voorgehouden als een natuurwet, alsof het niet anders kan. Maar zien we niet precies in de catastrofe van New Orleans tot wat die zogenaamde “wetten” leiden? Bij mijn eerste bezoek aan New Orleans in 1978, tevens mijn eerste bezoek aan de VS, troffen mij talrijke dingen. Op een boogscheut van de vermakelijkheden in het beroemde French Quarter kwam ik in een armenwijk terecht die in West-Europa toch tot de geschiedenis behoorde. En zowel daar als elders in de VS vielen de gebrekkige openbare en sociale voorzieningen me op. Ziekenhuizen en schoolgebouwen zoals in achtergebleven gebieden van de Derde Wereld, slecht onderhouden bruggen en wegen, nauwelijks of geen oog voor de enorme vervuiling van het drinkwater door de chemische en petrochemische industrie stroomopwaarts van New Orleans – waaraan het grote aantal gevallen van leverkanker werd toegeschreven, in sommige gebieden een gemiddelde levensduur die lager ligt dan in Derde Wereld-landen…The American Dream als nachtmerrie.
Dat was meer dan een kwarteeuw geleden. Nadien kwam de “neoliberale” golf van grootscheepse privatiseringen en belastingverminderingen waardoor openbare voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg, onderhoud van wegen, bruggen en dijken nog verder werden uitgehold. Alleen de militaire uitgaven stegen onafgebroken, om de “vrije markt” elders in de wereld te gaan “verdedigen”.
Minder kortzichtige Amerikanen, zoals de lokale krant van New Orleans, waarschuwden voor mogelijke catastrofes en beschreven zelfs vier jaar geleden welke ramp de stad en omgeving kon treffen. Maar in een samenleving waar de staat bijna permanent wordt afgeschilderd als de booswicht die de “vrije markt” belaagt en waarin belastingen als diefstal worden aanzien, was daar geen oor naar. Met alle gevolgen vandien.
Hebben Amerikaanse beleidsvoerders zelf lessen getrokken? We horen en lezen vooral dat de oliefirma’s zich na Katrina meer dan ooit in het geld wentelen en dat vastgoedfirma’s in Baton Rouge, Houston en andere steden waar geëvacueerde landgenoten zijn neergestreken, zich in de handen wrijven over de stijging van de vastgoedprijzen. Het devies is blijkbaar nog altijd “ieder voor zich”. Dat geldt ook voor de voorstanders bij ons van verdere afbouw van de staatsinkomsten en van nieuwe privatiseringen.
Freddy De Pauw