Latijns-Amerika wordt altijd afgeschilderd als de achtertuin van de Verenigde Staten. Dat is reeds zo sinds Washington de slogan “Amerika aan de Amerikanen” afkondigde in 1823. Dat was de Monroe-doctrine die nieuwe relaties tussen de VS en Latijns-Amerikaanse landen – of toen in de praktijk vooral Midden-Amerika en de Caraïben – wilde instellen zodat de voormalige kolonisatoren of andere Europese mogendheden geen voet aan grond zouden houden of krijgen.
In de 20ste eeuw, en zeker na de Tweede Wereldoorlog, verloor Europa verder van zijn invloed. Bij de verdeling van de wereld op de Conferentie van Jalta in 1945 was het daarom een uitgemaakte zaak dat de Monroe-doctrine voor heel Latijns-Amerika zou gaan gelden. Een ganse reeks militaire interventies over de ganse periode verspreid, hebben die greep concreet gemaakt.
Is die tijd nu voorbij? De verkiezingsuitslagen van de laatste tijd wijzen inderdaad op een succes van links op het continent. Maar echt nieuw is dat ook niet. Reeds in het begin van vorige eeuw, zeker in de jaren ’30, was links in opmars als reactie tegen onderdrukking door de imperiale grootmachten.
Opletten toch voor het te snel catalogeren en etiketteren van bewegingen. Het is niet vanzelfsprekend om Europese politieke criteria toe te passen op andere delen van de wereld, ook niet op Zuid-Amerika. Het is niet zo makkelijk om de politieke bewegingen daar precies thuis te brengen. Maar de algemene lijn is toch dat men het imperialisme beu is. Men wil terug meer de hefboom over het lokale beleid krijgen dat teveel in buitenlandse handen is gekomen. De vernieuwde aandacht voor de Mercosur – met het nieuwe lidmaatschap ook van Venezuela – is een handelsverdrag uit eigenbelang van elk land, maar ook om een macht te vormen tegen het Amerikaanse vrijhandelsverdrag. De Brazilianen bijvoorbeeld pleiten voor een sterkere regionale integratie om dan als een blok te kunnen onderhandelen met de VS. Daarin schuilt het anti-imperialistisch karakter van de Mercosur. Het Bolivariaanse ideaal, de regionale integratie, is in het belang van de Latijns-Amerikaanse landen om te ontkomen aan de imperiale afhankelijkheid.(1)
Europa
In Zuid-Amerika kijkt men al jaren uit naar een intensievere en meer evenredige samenwerking met Europa ook, waarmee nauwe historische banden bestaan. De reden is simpel: de meeste landen zijn de achtertuinpolitiek van de Verenigde Staten beu en zoeken naar nieuwe allianties. Europa heeft echter niet ingespeeld op die veranderingen en voert nog steeds een internationale politieke gestoeld op ongelijke economische en geopolitieke relaties die “verzacht” worden door ontwikkelingssamenwerking.(2)
Nieuwe samenwerking zal gestoeld moeten zijn op wederzijds respect, onder gelijke partners. Recente mondiale economische en geolpolitieke veranderingen vergroten de noodzaak daarvoor. Zuid-Amerika sluit interne allianties en bondgenootschappen met andere continenten.
Een concreet voorbeeld is de opkomst van verschillende Zuid-Zuid-allianties. Een interessant voorbeeld is het blok IBSA met India, Brazilië, Zuid-Afrika, dat in 2003 formeel werd gevormd. De principes ervan vormen een alternatief voor een machtsblok als de G8 en steunen op democratische instituties en waarden, op het combineren van de strijd tegen sociale ongelijkheid met ontwikkelingsbeleid, en op multilaterale instellingen die de politieke en economische onzekerheid bestrijden. “IBSA is veel meer dan alleen commercie en investering: het biedt een historische gelegenheid om de Zuid-Zuid-dialoog te intensiveren door middel van verschillende vormen van samenwerking en uitwisseling. In een geglobaliseerde wereld is deze benadering een subtielere vorm van ontwikkelingssamenwerking die de overdracht van kennis, technologie en knowhhow teweegbrengt tussen de centrale landen in het Zuiden”, zegt de Zuid-Afrikaanse onderzoekster Lyal White hierover.(3)
Vorig jaar in mei had een Europees – Latijns-Amerikaanse top in Wenen plaats. Positieve en negatieve lessen van de Europese Unie zouden kunnen helpen om de integratie in Zuid-Amerika bijvoorbeeld mileuvriendelijker te maken, en ten gunste van een groter deel van de bevolking. Misschien zouden Europese landen kunnen leren van de Zuid-Amerikaanse integratie hoe crisissen te boven te komen. Maar op de top in Wenen waren de Europese regeringen nog niet bereid om op dit niveau te praten. Ontwikkelingssamenwerking moet worden gezien als een deel van de complexe relaties tussen landen, en niet als de veredelde aalmoes die ze nu is, meent Henkjan Laats van de Boliviaanse organisatie CEADES (Colectivo de Estudios Aplicados al Desarrollo Social).
ALBA
Het Alternativa Bolivariana para América Latina y El Caribe (ALBA), wil zoals de naam het zegt een Bolivariaanse alternatief vormen op de neoliberale integratie via vrijhandelsakkoorden gepromoot vanuit en gedomineerd door de Verenigde Staten. Het gaat om een erg verschillend voorstel tot integratie.
Het vrijhandelsakkoord van de Vs beantwoordt aan de belangen van het transnationaal kapitaal (open grenzen, geen belemmeringen voor winstopnames, etc.) en streeft de absolute liberalisering na van handel in goederen, diensten en investeringen. Alba legt de nadruk op de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting en kijkt dus naar de belangen van de bevolkingen.
De sleutel van Alba ligt in het creëren van mechanismen van wederzijds voordeel tussen de landen, die tot doel hebben om de bestaande ongelijkheden tussen de landen te compenseren.Het gaat om compenserende samenwerkingsfondsen die het nadeel van de zwakkere landen moeten wegwerken. De hoofdlijn ligt daarom bij de Latijns-Amerikaanse integratie en de handel binnen subregionale blokken. De onderhandelingen met anderen mogen niet in verspreide slagorde worden gevoerd, maar precies op basis van gemeenschappelijke standpunten.
Alba zoekt consensus om de integratieakkoorden in functie te stellen van een ontwikkeling gebaseerd op eigen nationale en regionale kracht, om de armoede en de ongelijkheden weg te werken, en om het welzijn van de bevolking te verbeteren. Hier situeren zich verschillende programma’s van gezondheidszorg waarbij Cubaanse dokters in de verschillende landen de diensten in alle delen van het land, bij alle delen van de bevolking brengen; of waarbij korte intense opleidingen voor gezondheidswerkers worden voorzien. Hierbij hoort ook het programma om miljoenen Latijns-Amerikanen te laten opereren aan de ogen door Cubaanse specialisten. Ook qua onderwijs en cultuur zijn er gelijkaardige programma’s. De ontwikkeling van de landbouw is daarbij heel belangrijk om aan de greep van westerse voedselmultinationals te kunnen ontsnappen.
Centraal blijft het streven naar eenheid binnen Latijns-Amerika en de Caraïben.
Dit geheel wordt geschraagd door de hoge petroleumprijzen die eerst en vooral door Venezuela worden gevaloriseerd. Maar ook Ecuador is een belangrijke oliespeler, en Bolivië is rijk aan aardgas. De vraag is of er op betrekkelijk korte termijn voldoende algemene economische ontwikkeling en diversificatie kan worden gegenereerd, die niet afhankelijk is van de olie- of gasprijs. Hoewel de tijd hiervoor niet echt dringt omdat de eerste tientallen jaren er wellicht geen spectaculaire daling van de marktwaarde van deze energiegrondstoffen te verwachten valt, zeker ook niet als de vraag in China en India blijft groeien zoals de laatste jaren.
China’s groeiende banden met Zuid-Amerika
Aan de basis van China’s optreden in Zuid-Amerika ligt de grote strategie van Peking om een algemene positie te verwerven die voor niemand moet onder doen: het streven naar zachte macht in de wereld, zoals het daar heet. Belangrijk element in de economische en politieke groei van het land is voldoende toegang te hebben tot natuurlijke rijkdommen, met name energiebronnen, mineralen en andere grondstoffen. Maar er lijkt toch meer aan de hand dan een pure zoektocht naar bevoorrading. China lijkt een alternatief te worden voor relaties met de VS, en anderzijds voert Peking een politiek om Taiwan van de internationale scène te halen. Geopolitieke machtsverhoudingen worden langzaam hertekend: Washington is op de hoede.
Voor de Latijns-Amerikaanse landen betekent China een potentiële investeerder, een concurrent om jaloers op te zijn; China is rivaal, klant, economische partner, bevriende grootmacht en tegengewicht tegen de VS dominantie. Een land om voorzichtig mee om te gaan, dus.
In bepaalde landen vormen de relaties met China een weg om deel te worden van de enorme groeikracht van dit subcontinent. Argentinië, Peru, Chili zien China als een onverzadigbare koper van grondstoffen of landbouwproducten en dus als een motor voor de eigen economische ontwikkeling. Anderen kijken tegen China aan als een concurrent, wie weet zelfs als een bedreiging: Mexico en sommige Centraal-Amerikaanse landen vrezen investeringen en dus jobs te verliezen aan China. Een derde groep kijkt naar China als een bevriende natie met wie ideologische principes worden gedeeld en met wie het goed is handel te drijven: Bolivië, Cuba, Venezuela, wellicht nu ook Ecuador. Brazilië is een beetje een categorie apart. Lula ijvert om de handelsrelaties van zijn land (en ‘zijn’ multinationale ondernemingen) te diversifiëren: er zijn veel relaties met China, maar ook met Rusland, India en met Zuid-Afrika. Anderzijds zijn deze landen ook wel concurrenten voor mekaar.
We staan echter nog maar aan het begin van een evolutie. Het huidig niveau van 8 miljard aan Chinese investeringen, en zelfs de geplande groei naar 100 miljard in 10 jaar tijd, ligt nog altijd beduidend onder het huidig investeringstotaal van 300 miljard door VS ondernemingen. Vandaag is de handel tussen Zuid- en Noord-Amerika nog altijd zo’n 10 maal groter dan die met China. Bovendien betreft het andere leveringen: China brengt goedkope verbruiksgoederen aan, de VS zijn actief in hight-tech en kennis-gebaseerde goederen. Maar de trend is duidelijk: China is een wereldspeler.
De relaties tussen de Latijns-Amerikaanse landen en China zijn inderdaad in volle ontwikkeling. In 2004 al was deze handelsstroom groter dan die van Japan met deze regio. In 2005 was China de tweede grootste handelspartner voor Peru en Brazilië, de derde grootste voor Chili, de vierde grootste voor Argentinië. China investeert meer in Latijns Amerika dan in gelijk welke andere regio buiten Azië.
In Argentinië zijn er Chinese investeringen in de spoorwegen, olie- en gasexploitatie, de bouw, communicatiesatellieten. In Brazilië gaat het om ijzererts, bauxiet, soyabonen, hout, zink en mangaan. In Bolivië is het tin, olie in Venezuela, koper in Chili.
Politieke implicaties
Een rechtstreeks gevolg van de grotere Chinese economische aanwezigheid is de verdere diplomatieke isolering van Taiwan. Costa Rica is het nieuwste land in de rij om Peking boven Taipeh te verkiezen. Waarnemers menen dat op korte termijn wellicht Nicaragua en Panama zullen volgen.
In Zuid-Amerika is het nog alleen Paraguay dat Taiwan erkent. In Centraal-Amerika gaat het dan verder nog om Belize, El Salvador, Guatemala, Honduras. Verder zijn er nog de Caraïbische eilanden Haiti, Dominicaanse Republiek, Saint Kitts and Nevis, en Saint Vincent and the Grenadines.
In de Verenigde Staten kijkt men argwanend toe. Condoleezza Rice meent dat Washington zichzelf in de voet schiet met de politiek om landen te straffen die geen immuniteit aan VS-staatsburgers willen leveren wat betreft het Internationaal Strafhof van Den Haag. Inderdaad het Pentagon verbrak om deze reden de militaire samenwerkingsverbanden met Argentinië, Barbados, Bolivië, Brazilië, Costa Rica, Ecuador, Mexico, Paraguay, Peru, St.Vincent, Trinidad, Tobago, Uruguay en Venezuela.
Naar verluidt onderzoekt de regering Bush een mogelijkheid om de wet over het Internationaal Strafhof te kunnen naast zich neerleggen. Inderdaad Washington vreest dat Peking het militair vacuüm dat het met dit beleid creëerde, in wil vullen. China heeft militaire akkoorden met Ecuador, Bolivië en Chili, Jamaica en Venezuela. De Chinese minister van defensie was op bezoek in Cuba, en Brazilië. Als onderdeel van het strategisch partnerschap hebben China en Brazilië een gemeenschappelijk satellietprogramma, men spreekt over Braziliaanse uraniumleveringen voor de Chinese nucleaire reactoren, en de Braziliaanse vliegtuigbouwer Embraer is een productie begonnen in China.
Waarnemers in de VS menen dat China op die manier een tegenzet doet tegenover de aanwezigheid van VS-militairen rondom China. Ze hebben dan ook steevast kritiek op het Chinese ‘refrein’ van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden. Wat als muziek in de oren moet klinken van de ‘niet-democratische’ leiders in vele landen, dixit Washington. Ze hebben het ook geregeld over het einde van de Monroe-doctrine dat door de Chinese expansie verder zou worden bewerkstelligd. Een medewerker van het ministerie van defensie, Roger Pardo-Maurer, zei hierover: “China heeft zijn eigen politieke, economische en militaire belangen, zodat wij een duidelijk onderscheid moeten maken tussen gerechtvaardigde commerciële initiatieven en de mogelijkheid dat politieke en diplomatieke stappen van China onze democratische allianties in gevaar brengen”.
Wat vast staat is dat de Chinese aanwezigheid voor verschillende landen een uitweg biedt uit de ongelijke verhoudingen tussen hun land en de VS.
Sommigen in de VS vrezen dat deze evoluties Washington economisch en politiek afsnijden van zijn buren. En dus ook de toegang tot de grondstoffen uit dit subcontinent. Is China alle oliebevoorrading en die van mineralen aan het monopoliersen niet alleen in Zuid-Amerika, maar ook in Afrika en wil het dat ook doen in Centraal-Azië en Rusland? Wordt dit een nieuwe rivaliteit onder grootmachten? Zij wijzen op de uitspraak van een voormalig topfiguur van het Chinese volksleger, generaal Xiong Guangkai: “Op lange termijn kan de strategische race naar de mondiale energiebronnen leiden tot regionale spanningen en zelfs leiden tot een militaire confrontatie”.
Algemeen echter is men van oordeel dat China voornamelijk op zoek is naar de eigen economische ontwikkeling, en dat de grote (militaire) machtsongelijkheid tussen China en de VS Peking een koers doet aanhouden die een directe confrontatie met Washington wil vermijden.
(Uitpers, nr 88, 8ste jg., juli-augustus 2007)
bronnen:
“Latijns-Amerika is het imperialisme beu”, interview van Francis Vandenberghe door Frederik Decock, Vrede juli-augustus 2006
China’s growing involvement in Latin America, Mohan Malik, Power and Interest News Report (PINR)
CRS Report for Congress: China’s growing interest in Latin America. Keery Dumbaugh & M.P.Sullivan.
Chinese influence in Brazil worries US, Humphrey Hawksley, BBC. News april 3, 2006
China’s new Latin American revolution, Humphrey Hawksley, Financial Times, april 5, 2006
Dit is een artikel uit het vredescahier “Latijns-Amerika in beweging” juli 2007, een uitgave van Vrede vzw (www.vrede.be)
Noten:
(1) Francis Vanden Berghe in interview met Frederik Decock – Vrede juli-augustus 2006
(2) Henkjan Laats in “Hernieuwde samenwerking tussen Zuid-Amerika en Europa” www.waterlandstichting.nl
(3) idem