INTERNATIONALE POLITIEK

Latijns-Amerika geopolitiek

VS president Obama ging half april naar een bijeenkomst van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). Hij werd er duidelijk beter ontvangen dan zijn voorganger in 2005. Er was een vlotte omgang tussen de man van Washington en een aantal linkse presidenten, Chávez op kop.

President Obama scoorde duidelijk met zijn uitspraken dat er geen eerste en tweederangsstaten konden zijn in de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). Zijn stelling dat hij absoluut gekant is tegen elke gewelddadige omverwerping van gekozen leiders, werd zeker goed onthaald door Chávez van Venezuela en Morales van Bolivia.

Er kwam echter geen gemeenschappelijke verklaring. De presidenten van het Bolivariaanse Alternatief konden immers niet aanvaarden dat er geen oproep in voorkwam dat het embargo tegen Cuba veroordeelde, en de heropname van Cuba in de OAS eiste. Ook meenden ze dat er onvoldoende verwezen werd naar de mondiale financiële crisis.

Anderzijds horen we zowel in Washington als in Havanna dezelfde klok van ‘dialoog’ luiden.

Het lijkt erop dat de Zuid-Amerikaanse leiders graag hun relaties met de VS op een nieuwe leest schoeien, maar daarbij niet bereid zijn onderdanig op de knieën te gaan zitten. Het Zuid-Amerika van vandaag beleeft inderdaad al enkele jaren een ware breuk met het verleden. De tijd van absolute VS dominantie is voorbij.

Nieuwe krachtsverhoudingen

Het neoliberalisme werd Latijns-Amerika opgedrongen via de militaire dictaturen van de jaren 1970 en ’80. De rol van de staat werd sterk teruggeschroefd behalve wat de openbare orde en repressie betreft. De economieën werden opengebroken en het sociaal weefsel werd helemaal afgebroken. De armoede nam toe, de sociale ongelijkheid eveneens. De dictaturen zorgden er vooral voor dat de georganiseerde arbeidersbeweging totaal gefragmenteerd werd en ‘onschadelijk’ werd gemaakt.

Sedert 2000 is er een groeiende convergentie waar te nemen in de strijd van de sociale bewegingen tegen de vrijhandelsakkoorden met de Verenigde Staten. Dat heeft in verschillende landen geleid tot politieke veranderingen via verkiezingsoverwinningen van progressieve partijen en presidentskandidaten. In Venezuela, Bolivia, Ecuador hebben we intussen een bijzonder interessant participatief politiek proces meegemaakt om de grondwetten te veranderen. 2009 is een verkiezingsjaar voor vele landen in Zuid-Amerika. Het is uitkijken of de tendens van de laatste jaren bevestigd wordt.

Deze politieke veranderingen staan voor een herstel van nationale (en groot-regionale) soevereiniteit ten opzichte van de globalisering: controle over de eigen natuurlijke rijkdommen, voedselzekerheid, (groot-)regionale integratie. Ze tekenen ook voor het herstel van de overheidsrol en voor een herverdeling van de rijkdom.

Latijns-Amerika weigerde een globaal vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten. George W. Bush kreeg een nul op het rekest bij zijn rondreis in Latijns-Amerika in 2005. Verschillende landen betaalden versneld hun schulden af tegenover het IMF om onder het politiek-economisch juk van inmenging van deze internationale financiële instelling uit te geraken.

Rond de as Venezuela-Cuba ontwikkelt zich een nieuwe vorm van internationale relaties, onder de naam Alternativa Bolivariana para America (ALBA). De kern wordt gevormd door de Venezolaanse rijkdom aan petroleum en de hoogkwalitatieve kenniseconomie van Cuba. Alba telt voorlopig slechts enkele lidstaten: Venezuela, Cuba, Bolivia, Nicaragua en Honduras. Maar zij-programma’s beslaan gans het Latijns-Amerikaanse subcontinent, zoals bijvoorbeeld Operacion Milagro, waarbij honderdduizenden mensen uit Zuid- en Midden-Amerikaanse landen gratis aan de ogen worden geopereerd in Cuba. Alba is fundamenteel een ontsnapping uit het carcan van de neoliberale vrijhandel, dat alleen maar vrijheid geeft voor het investeringskapitaal.

Integratie

Integratie speelt zich af op verschillende niveaus: er is de opvallende poging tot regionale integratie, er is integratie in bepaalde landen zelf, en er is een tendens naar globale integratie.(1)

Er is een enorme beweging aan de gang is om ‘Amerika aan de Amerikanen’ te geven. Hierbij wordt de Monroe-doctrine ontdaan van zijn imperialisme en je zou kunnen zeggen dat men bezig is het adjectief ‘noord’ te schrappen in de eigenlijke betekenis van Monroes slagzin ‘Amerika aan de Noord-Amerikanen’. Deze regionale integratie kent een reeks initiatieven die elk hun eigen (moeilijke) ontwikkeling doormaken: Telesur (media), Banco del Sur (fiancieel en economisch), Unasur (politiek met ook een militaire raad). Deze Unasur is een formele samenwerking onder alle landen(2) van Zuid-Amerika. Tijdens de bijeenkomst in maart 2009 in Santiago de Chile, spraken ze zich unaniem uit tegen de economische blokkade van Cuba, voor de eenheid van Bolivia (en dus tegen de afscheidingstendens in het rijke Santa Cruz), en kwamen de ministers van defensie bijeen in de Consejo de Defensa Latino-americano. Dit laatste wil een multilateraal forum zijn om de regionale alliantie aan te moedigen om het wederzijds vertrouwen te zoeken via integratie, dialoog, en samenwerking op defensievlak.

De evolutie in de verschillende landen is uiteraard niet gelijklopend. In enkele landen is de tendens naar een structurele verandering in de samenleving toch wel goed op weg. Venezuela, Bolivia, Ecuador hebben inderdaad nieuwe grondwetten waarin de bevolking via mobilisaties en actieve participatie haar stem heeft gehad. Deze landen zijn democratischer dan ooit, met een fundamenteel respect voor de bevolking, en zeker ook voor de autochtone bevolking. Er worden ook structuren ontwikkeld met grote controle van de bevolking op socio-economische, politieke en culturele instellingen: delen van de economie worden genationaliseerd, in andere spelen de cooperatieven een belangrijke rol, er zijn programma’s ten voordele van de bevolking.

De strijd is echter nog niet in definitieve plooien gevallen. Bolivia moet omgaan met de dreiging van een afsplitsing van de rijkere departementen rond Santa Cruz. In Venezuela blijft de gezamenlijke oppositie tegen Chávez een niet onaanzienlijke politieke kracht, die korter bij de 50% aanleunt naargelang delen van de armere bevolking niet gemotiveerd kunnen worden om naar de stembus te gaan. Daarbij komt nog dat niet iedereen in de ministeries en andere overheidsadministraties gewonnen is voor het beleid van president Chavez: boycot, onzorgvuldigheid, vertragingsmanoeuvres zijn daardoor schering en inslag.

Venezuela worstelt bovendien grondig met het buurland Colombia dat zich de laatste vijftien jaar echt ontwikkeld heeft als bruggenhoofd voor de Verenigde Staten, onder het mom van drugbestrijding en acties tegen de FARC (Fuerzas armadas revolucionarias de Colombia), die door de regeringen in Bogotà en Washington als ‘narco-guerilla’ wordt gecatalogeerd. De strijd tegen de drugskartels lijkt echter helemaal niet succesvol te zijn, en er is een ‘overloop’ naar Venezuela dat door de kartels geregeld als ‘hub’, als tussenplatform voor de distributie, wordt gebruikt. Een deel van het dagelijks geweld en van de corruptie in Colombia en Venezuela hebben daar rechtstreeks mee te maken. Anderzijds worden de relaties tussen beide landen ook bepaald door de factor dat Colombia een essentiële handelspartner is van Venezuela, zeker qua de levering van levensmiddelen.

Op wereldvlak zijn de verhoudingen aan het schuiven. De VS zijn al langere tijd hun hegemonie aan het verliezen. Die was op het toppunt na de tweede wereldoorlog waar de oorlogsbestellingen de economie enorm hadden omhoog geduwd. Met WOII was de absolute dominantie van de VS over Zuid-Amerika ook een feit geworden. Engeland en Spanje werden toen (definitief) sterk teruggedrongen. Maar militaire tussenkomsten moesten deze hegemonie eerst helpen opzetten en dan behouden: Cuba 1903, Nicaragua de jaren 1930, Guatemala 1954, Dominicaanse Republiek 1965, Chili 1973 (via het Chileens leger en ITT), de jaren ’70 en ’80 in Nicaragua en El Salvador, 1983 Grenada, 1989 Panama. Militaire budgetten werden hoog gehouden door de vijandbeelden, maar moesten vooral dienen als keynesiaanse methode om geld in de economie te pompen waarbij de privé-ondernemingen volledig terugbetaald worden voor onderzoek en ontwikkeling en een gegarandeerde afzet verkrijgen: de gemeenschap betaalt de kosten en de winsten van de bewapeningsindustrie.

Het feit dat bij de huidige ‘crisis’ de G20 op de voorgrond treedt te nadele van de G8 is een duidelijk teken van de verzwakking van de Verenigde Staten en de directe bondgenoten.

De crisis is een gevolg van het willen oplossen van de fundamentele tegenstelling in het kapitalisme tussen lage productiekosten en voldoende koopkracht. Deze tegenstelling vindt met regelmaat zijn uiting in de overproductiecrisissen. Om toch voldoende winstmogelijkheden te bieden aan het kapitaal zorgde het neoliberalisme voor een sterke deregulering van het beurswezen. Die had op haar beurt grote gevolgen voor de industrie die – om vers kapitaal aan te kunnen trekken – even hoge winstpercentages moest kunnen garanderen als de speculatie-activiteiten op de beurs. Daarom deregulering in de sociale relaties, mondialisering, liberalisering, privatisering. De beursoperaties wereldwijd werden een grotere bron van winst dan de klassieke economie van ontginning, verwerking en diensten. De crisis stelt (voorlopig) een einde aan deze financiarisering van het kapitaal.

De maatregelen die we totnogtoe door de regeringen zagen genomen worden zijn niet van aard om het systeem grondig te wijzigen.

Het internationaal handelssysteem blijft gedollariseerd, hoewel Rusland en China erg pleiten voor een internationale munt (de eenheid die gebruikt wordt door het imf bij het vastleggen van de speciale trekkingsrechten). Bij het ingaan van de crisis was het opvallend welke landen over grote dollarreserves beschikten. In de rangschikking qua financiële reserves zien we een belangrijke aanwezigheid van de BRIC-landen: China op de eerste plaats, Rusland op de derde, India vierde en Brazilië zevende. De crisis zou (voorlopig?) het Russisch BNP doen dalen met 7% berekenden economen, India met vier, Brazilië zou uit de crisis komen met een beperking van de groei tot 1%, en in China een beperking van groei tot 5%. Deze landen krijgen dus ook wel bijzonder rake klappen met de crisis, maar ze blijven in de nabije toekomst wellicht belangrijke spelers. Het is dus niet meer dan absoluut normaal dat zij mee gaan doen in het spel van de wereldkrachtsverhoudingen, en uitgenodigd worden op de G20-top.

De crisis heeft daarnaast verschillende effecten op landen uit het ‘Zuiden’: desinvestering vanwege multinationals, inkrimpende wereldvraag, daling in de grondstofprijzen, daling qua steungeld dat migranten naar hun familie opsturen.

BRIC & Zuid-Amerika

Zeker China is aan een sterke opgang bezig qua handelsrelaties met Zuid-Amerika. In 2000 bedroeg de handel 22 miljard dollar, in 2007 was dat 104 om in 2008 te stijgen naar 143. Dit is nog altijd minder dan de VS met 560 miljard dollar in 2007, en de EU 250 miljard. De Chinese economische relaties met Zuid-Amerika gaan over landbouwproducten met Brazilië en Argentinië vooral; over ertsen met Brazilië, Chili, Peru, Cuba, Bolivia; over energie-overeenkomsten met Venezuela; technologische samenwerking met Brazilië.

Rusland en India zijn op vlak van economische relaties met Zuid-Amerika nog kleine broertjes. Rusland heeft energieakkoorden met Venezuela in de nucleaire en in de petroleumsector. Er zijn daarnaast militaire afspraken met Cuba en met Venezuela. De omvang van de handelsrelaties met dit subcontinent is inderdaad beperkt: 15 miljard dollar in 2007.

India haalt ertsen uit Bolivia en heeft industriële samenwerkingen met Brazilië (telecommunicatie en auto-assemblage) met Mexico (farmaceutische sector) en Argentinië (high tech)

Het is in elk geval duidelijk dat bij de huidige politiek leiders in Zuid-Amerika de ogen meer en meer gericht geraken op Azië, en de financiële en economische crisis zal deze trend naar alle waarschijnlijkheid niet ombuigen.

(Uitpers, nr. 109, 10de jg., mei 2009)

(1) Chomsky, Noam, The Problem of Latin America and the Caribbean (October, 4, 2008)

(2) Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Chili, Ecuador, Guyana, Paraguay, Peru, Suriname, Uruguay, Venezuela

Relevant

De archieven van ‘operatie Cóndor’

Tijdens het Paasweek-end is in Asunción, Paraguay, Martín Almada overleden. Hij was advocaat, pedagoog en mensenrechtenactivist. Martín Almada was de man die verbeten is gaan zoeken naar de archieven…

Venezuela : Verkiezingen, maar met wie ?

Het werd deze week bekend gemaakt. Op 28 juli, geboortedag van Hugo Chavez, houdt Venezuela Presidentsverkiezingen. Kandidaten kunnen zich melden tussen 21 en 25 maart, de campagne zal 21…

Argentinië: clash en boem, boem

‘Volslagen gek, maar niet idioot’, zo wordt nu gezegd. Het is hard tegen hard in Argentinië. De nog niet zo lang geleden verkozen President Javier Milei werkte eerst met…

Laatste bijdrages

Waarom laait het geweld terug op in Syrië?

Een fors offensief van de Syrische gewapende oppositie doet de burgeroorlog die het land al 13 jaar in zijn greep heeft, terug oplaaien en brengt het conflict opnieuw onder…

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Straatnamen: een brok geschiedenis

You May Also Like

×