Grote schok doorheen de Laotiaanse gemeenschap zowel in het land zelf als daarbuiten wanneer het Amerikaanse gerecht op 4 juni de gewezen Laotiaanse generaal Vang Pao (*) samen met negen andere verdachten arresteert op verdenking van het organiseren in de VS van een staatsgreep tegen Laos.
Daarbij zouden de verdachten een gans arsenaal aan wapens waaronder zelfs Stinger luchtdoelraketten kopen om met een serie huurlingen de hoofdstad Vientiane aan te vallen, de voornaamste regeringsgebouwen te vernielen, incluis zelfs het voormalig koninklijk paleis en de leiders van het land te doden. Waarna de 77-jarige Vang Pao de macht in het wat vergeten Zuidoost-Aziatische land zou overnemen.
Het optreden van het Amerikaanse gerecht verhinderde deze plannen die doen denken aan het scenario van een of andere Hollywood film met Gene Hackman of Clint Eastwood. Wie echter zou denken dat Vang Pao’s drugsverleden door de klassieke media nu openbaar gemaakt zou worden is er aan voor zijn moeite. Het is de omerta als weleer. En nochtans zitten hier verhalen waar goede kranten en tijdschriften normaal van dromen.
Neutraliteitswet
De arrestatie gebeurde volgens de verklaring van de Amerikaanse procureur wegens het overtreden van de Neutraliteitswet, het samenzweren om personen te ontvoeren, verminken en doden en het vernielen van overheidsgebouwen en eigendommen in een vreemd land met wie, aldus de procureur, de VS in vrede leeft. Een verklaring die bij de meerderheid binnen de ongeveer 250.000 sterke Hmong gemeenschap in de VS als een koude douche overkwam.
Sinds de vlucht uit Laos naar de VS in 1975 van Vang Pao met zijn volgelingen heeft deze constant gewerkt aan zijn gewapende terugkeer. Daarbij openlijk gesteund door allerlei Amerikaanse politici en feitelijk ook de media voor wie Vang Pao een soort gedecoreerde volksheld was die in zijn land belangeloos aan de zijde van de CIA de zaak van de VS diende en het zogenaamde communisme bestreed. Zo vele Amerikaanse levens reddend.
En voor de meeste Hmongs, zeker de generatie die naar de VS vluchtte, is hij hun god die hen ongetwijfeld terug zal brengen naar hun paradijs op aarde, de bergen van Laos. Waarbij ongeloof en woede over dit laatste Amerikaanse optreden bij die Hmong overheersen. Ongeloof want voor hen vertegenwoordigde Vang Pao het ‘goede’ en dus kan hij dit niet hebben gedaan, woede daar de VS hem en zo ook hen straft terwijl ze toch werkten voor de CIA. Werk dat zij willen verder zetten.
De verklaring van het Amerikaanse openbare ministerie wijst er op dat voor de VS de oorlog tegen Vietnam, Laos en Cambodja definitief voorbij is. De tijd dat de VS actief die regeringen poogden omver te werpen is geschiedenis. Nu krijgen zij zelfs steun. Met als achterliggend idee dat die landen voor de VS een interessante pion kunnen zijn tegen China. En Laos zal zeker wel eens iets in ruil willen doen om Washington te plezieren. Typerend waren de bezoeken van nu gewezen Amerikaans minister van Defensie Donald Rumsfeld, een van de haviken uit de in 1975 verloren oorlog tegen Vietnam, aan Vietnam en dat van Vietnamese president aan de VS met een officieel onderhoud met president George W. Bush. Daarbij werden ook de handelsbetrekkingen met de drie landen geheel genormaliseerd.
Er omheen schaatsend
Vang Pao en zijn vrienden riskeren hier celstraffen die gaan van een minimum van 25 jaar, wegens het pogen verwerven van die Stingerraketten, tot meerdere malen levenslang. Na een eerste weigering door de rechtbank werd Vang Pao op 13 juli onder zeer strikte voorwaarden wel voorlopig vrijgelaten. Vraag is natuurlijk wat de komende rechtszaak allemaal gaat opleveren. Zo rezen er tijdens de eerste zittingen van de rechtbank vragen over de eventuele rol van bepaalde figuren uit de geheime diensten, leger en parlement. Wat blijkt uit het getuigenis van de undercoveragent die in de groep infiltreerde en sprak over geld van Air America, de luchtvaartmaatschappij van de CIA die ooit in Laos de drugs vervoerde, en contacten over de zaak met een nationaal parlementslid. Ook was een van de gearresteerden Lo Cha Thao een oud-stafmedewerker van de voor fraude veroordeelde Republikeinse ex-senator Gary George.
Gezien het verleden van Vang Pao kan de zaak nog erg gênante details blootleggen over wat er allemaal gebeurde in Laos tijdens de periode 1960 tot 1975. Want hoewel het drugverleden van Vang Pao door een aantal specialisten in zeer groot detail werd beschreven blijken de media en het Amerikaanse establishment in een wijde boog omheen dit aspect van de man te gaan.
Alleen naar verluid de Britse Daily Telegraph en de BBC, in een heel korte vermelding in een bericht op haar website, maakten hiervan melding. De rest, incluis de Vlaamse kwaliteitspers hadden het over een oorlogsheld die aan de zijde van de CIA had gevochten. Wel maakte de Financial Times melding van diens afpersingspraktijken. In de VS was hij een held en geregeld de gast van parlementsleden en studiegroepen als de Heritage Foundation die hem ook steunden. Typerend is zijn aanwezigheid bij de begrafenis in 1996 van oud CIA-directeur William Colby waarbij hij persoonlijk werd begroet door voormalig Amerikaans opperbevelhebber voor Vietnam William Westmoreland.
Er waren zelfs pogingen geweest om een park naar Vang Pao te noemen terwijl in de stad Madison in Wisconsin een nieuwe te bouwen lagere school als eerbetoon zijn naam kreeg. Wat echter vrij snel nadien werd teruggedraaid als gevolg van zijn arrestatie en ook door het optreden van historicus Dr. Alfred McCoy, de man die in 1974 in detail de drugsbusiness in Laos en de rol van de CIA en Vang Pao blootlegde en die aan de universiteit in die stad les geeft.
De publicatie in 1974 van zijn boek ‘The politics of Heroin’ bezorgde hem de woede van de CIA en 12 jaar ballingschap in Australië. Geen enkele Amerikaanse universiteit wou hem immers nog in dienst nemen. De hevige discussie die ontstond rond die schoolnaam is zowat het enige moment dat de Amerikaanse media, zij het dan alleen de lokale pers, Vang Pao’s drugverleden effectief oprakelden.
Nochtans zijn er nog andere feiten voorhanden die Vang Pao in een slecht daglicht stellen maar die niet of amper in de klassieke media raken. Zo werd in de jaren negentig zijn schoonzoon Kao Thao veroordeeld wegens afpersingspraktijken. Vang Pao verlangt immers van iedere Hmong in de VS dat ze maandelijks minstens 50 $ voor zijn bevrijdingsbeweging Neo Hom geven. Wat velen enthousiast doen maar ook voor vele arme Hmongs – en de Hmongs slaagden als groep tot heden niet in de VS – een zware belasting is. “Zelfs oude vrouwtjes zonder enig inkomen moeten betalen,” wist zijn ex-schoonzoon Tou Long Lo. Bovendien is voor vele in de VS geboren Hmong jongeren Vang Pao geschiedenis waar ze niets meer mee te maken willen hebben.
Ook werd in de stad St. Paul in 2005 de caritatieve instelling The Vang Pao Foundation, bestuurd door een van zijn zonen Cha Vang, gesloten wegens het overtreden van een serie wetten rond liefdadigheidsinstellingen. Waarbij Cha Vang werd veroordeeld. En dan waren er de verhalen die stilaan doorsijpelden over de wijze waarop Vang Pao oorlog voerde en zijn rijk bestuurde. Met verhalen over veelvuldige executies van opposanten, het ontvangen van soldij van de CIA voor massa’s nepsoldaten in Laos, het verkrachten van vrouwen en het bombarderen van Hmong dorpen die zich niet naar zijn wil plooiden. Verhalen die zijn aanhangers soms toegaven. Vang Pao is en blijft voor de klassieke media echter een oorlogsheld die aan de zijde van de CIA vocht maar de strijd verloor.
De geheime kas van Richard Armitage
Het is daarom twijfelachtig dat de media van de komende rechtszaak gebruik zullen maken om nieuw licht te laten schijnen op deze periode. En nochtans kan het belang hiervan niet onderschat worden. Zoals bij het bespreken van het wereldwijde drugbeleid. Zo blijkt uit de op 12 december 1986 voor de rechtbank in de staat New York gedane beëdigde verklaring van de jurist en linkse activist Daniel Sheehan dat achter die drugshandel van Vang een serie duistere Amerikaanse figuren schuil gingen waarvan sommigen ook nu nog een grote rol spelen in de VS. Die verklaring betekende het begin van het Iran-Contra schandaal waarbij de VS illegaal wapens leverde aan het Iran van de Ayatollahs en de Contra’s, de antiregeringrebellen in Nicaragua. Een verhaal waarbij ook drugs een voorname rol speelden. Uit die verklaring en andere getuigenissen blijkt dat een deel van dat drugsgeld van Vang Pao werd beheerd door een toenmalige medewerker van de Amerikaanse zeemacht in de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon met de naam Richard Armitage. Wat Armitage ontkende. Waarmee die los van de CIA en het Pentagon samen met gelijkgestemden hun eigen oorlogje financierden, eerst vanuit Saigon en later Teheran, waarheen hij na 1975 werd geplaatst, en daarna vanuit Bangkok. Met die fondsen huurde men dan moordenaars om allerlei opposanten van de Shah in Iran uit te schakelen of om vanuit Bangkok de oorlog tegen Laos verder te zetten.
Pas in 1977 toen sommigen op de Amerikaanse ambassade in Bangkok het welletjes vonden werd hij ontslagen. Om dan vanuit het bedrijf The Far East Trading Company die activiteiten verder te zetten. Dit clubje zal later opduiken in de Iran-Contra affaire. Richard Armitage was onder George W. Bush jaren het nummer twee op Buitenlandse Zaken na Colin Powell. Het was hij die uit wraak als eerste de ware identiteit had onthuld van CIA-agente Valerie Plame aan de gekende journalist Bob Woodward van de Washington Post, gekend van het Watergate schandaal. De echtgenoot van Plame had immers onthuld dat het Witte Huis had gelogen over massavernietigingswapens in Irak. Woodward, toen op goede voet levend met het Witte Huis zou hierover eerst liegen. Hij is nu bestuurder bij ConocoPhillips, niet toevallig een oliemaatschappij. Het is twijfelachtig dat Armitage zijn vroegere partner ter hulp zal schieten.
Zoals blijkt uit het boek van McCoy volgden de Amerikanen hier het Franse beleid in de regio voorheen waarbij de opbrengst van de drugs een geheim oorlogsprogramma financierde. Dat volgens schattingen 1/3 van de Amerikaanse soldaten in Vietnam aan die opium en heroïne zaten kon blijkbaar niemand binnen het Amerikaanse militaire en politieke establishment schelen.
En wat nu met de Hmong in Laos?
Voor Laos is de uitschakeling van Vang Pao natuurlijk een heel goede zaak. Ook voor die clans binnen de Hmong die de man blindelings gehoorzaamden. De kleine groepjes volgelingen die zich in de brousse blijven verzetten zullen nu vermoedelijk de anderen volgen die zich de voorbije jaren overgaven aan de regering in Laos. Ook zal de vlucht van Hmong aanhangers van Vang Pao naar Thailand waarschijnlijk stoppen. Voor deze groepen binnen de Hmong is het tijd om zich te verzoenen met de andere Hmong clans die zich weigerden achter Vang Pao te scharen, zowel toen die met de Fransen vocht als later de VS.
Niet dat alle leed voorbij is. Zo is Laos in 2000 begonnen met het verbannen van de laatste resten aan opiumplantages bij de bergstammen waaronder de Hmong. Een beleid gestart onder druk van vooral de VS en de VN. Waardoor de opiumkweek nu praktisch geheel is verdwenen. Voor die bergstammen was opium steeds een medicijn geweest dat ook bij allerlei rituelen werd gebruikt en flink wat geld opbracht. Onderdeel van deze politiek is het herlokaliseren van die bergstammen naar lager gelegen gebieden. Echter zonder dat de EU, de VS of de VN in voldoende middelen voorzien om dit adequaat op te vangen. Het gevolg is een toename van malaria en dysenterie resulterend in een sterk gestegen mortaliteit. Maar de belofte door de VN van 80 miljoen USD aan hulp was te aanlokkelijk voor het straatarme Laos. Een vraag om Laos toe te laten tot het clubje van legaal opiumproducerende landen als Turkije en Australië werd onmiddellijk door de VN verworpen. Wat kan voor de boeren in Tasmanië kan niet voor Laos.
(Uitpers, nr 89, 9de jg., september 2007)
Voor meer informatie over Laos en Vang Pao lees: