Heeft Brits Labour verloren omdat het met Ed Miliband veel te links was? Dat is althans de diagnose van ex-premier Tony Blair die pleit voor een terugkeer naar zijn New Labour. Heeft Labour dan verloren aan rechts? Dat blijkt alleszins niet uit de cijfers. Labour verloor 26 zetels, waarvan 39 in Schotland aan de Scottish National Party (SNP) die zich beduidend linkser dan Labour opstelt. Elders won Labour stemmen en 13 zetels. Geen succes, maar geen afstraffing van links.
Winstjes
Het is Blair blijkbaar ontgaan dat Labour nog altijd lijdt onder de gevolgen van de Brits-Amerikaanse invasie in Irak. Partijen die ook links staan en duidelijker standpunten hebben inzake onder meer de aanwezigheid van nucleaire wapens, zoals de Groenen en de SNP, winnen respectief 3.1 en 2.8 %, terwijl Labour ondanks de zware verliezen in Schotland ook nog 1.5 % wint. Links gaat er op vooruit, maar het had natuurlijk beter gemogen.
De zegevierende Conservatieven halen 0.8 % meer dan in 2010, terwijl hun regeringspartners, de Liberaal-Democraten 15.2 % verliezen – meer dan de eurofobe en xenofobe UKIP wint, namelijk 9.5 %.
Regionaal
Labour handhaafde zich in zijn bolwerken van Noord- en Midden-Engeland, won her en der een zetel, onder meer in Londen waar de woningnood (de zeer hoge prijzen voor huren en kopen) voor veel onvrede zorgt. Labour handhaafde of won daar waar de verarmingspolitiek van de Conservatief-Liberale regering zich het hardst laat voelen, Labour blijft een arbeiderspartij in deze samenleving waarin de klassen nog redelijk duidelijk te onderscheiden zijn.
Maar in het rijkere zuiden van Engeland blijft Labour marginaal, dat gebied kleurt helemaal blauw. Het is vooral in dat zuiden dat de Liberaal-Democraten flink worden afgestraft voor hun kritiekloos meeregeren met de Conservatieven. Die laatste verliezen wel stemmen aan UKIP, maar maken dat ruimschoots goed door stemmen van vroegere liberale kiezers. Ook Labour verloor, vooral in stedelijke randgebieden die zwaar onder de regering Cameron hadden te lijden, aan UKIP, wat de partij enkele zetels kostte.
Europa
Cameron heeft dus dankzij het volkomen onevenredige Britse kiessysteem een volstrekte meerderheid met zijn 36.9 %. Hij zit echter al onmiddellijk met zware risico’s.
Zijn meerderheid hangt af van enkele zetels en dus kan een handvol Conservatieve parlementsleden elk ogenblik zijn meerderheid kelderen, bij voorbeeld over de Europese Unie.
De premier moet zijn belofte over een referendum over de EU waarmaken. Binnen zijn eigen partij bulkt het van de “eurofoben”, maar anderzijds wil de oppermachtige City niet horen van een ‘Brexit’, dat is volkomen tegen de belangen van de financiële wereld. Dus moet Cameron schipperen tussen enerzijds de EU en de City, anderzijds een belangrijk deel van de door de pulppers opgejutte openbare opinie. Hij moet dus rekenen op de goodwill van Brussel om het in Londen toch te kunnen voorstellen alsof hij de regels van de EU heeft kunnen doen veranderen. En dat kan bij voorbeeld door de controles op de bankwereld toch niet te ver door te drijven, waarmee de City meteen opgetogen is.
Onverenigd
En dan die Schotse kopzorg. Ondanks de stoere taal over de eenheid van het Verenigd Koninkrijk, giet Cameron olie op de golven. Hij zal enkele toegevingen moeten doen om de Schotten ruimer financieel zelfbestuur te geven, wat dan weer tot grote onvrede leidt onder de Engelse nationalisten. Die vinden het niet kunnen dat die Schotten mee b eslissen over zaken die enkel Engeland kunnen aangaan, terwijl de Engelsen geen eigen parlement hebben. Zo wordt het Verenigd Koninkrijk met de dag minder verenigd.