Hoe dwaas kan de politieke wereld zijn. In Frankrijk woedt nu al wekenlang in de nasleep van de moordpartijen van 13 november 2015, een verhit debat rond ‘la déchéance de nationalité’ – het vervallen verklaren van nationaliteit. President François Hollande lanceerde na die aanslagen het idee deze déchéance als sanctie in de grondwet op te nemen. Hij dacht zodoende rechts een pad in de korf te zetten, want dat idee wordt al langer geopperd door rechts – en uiterst-rechts. Edoch, de president kreeg het deksel op de neus, want het verzet tegen dat voorstel komt vooral uit zijn eigen partij, de socialistische PS.
Dwaasheden
Dwaas, inderdaad. Want om te beginnen kan zoiets ook met een gewone wetswijziging zoals de befaamde jurist Robert Badinter, minister van Justitie onder president François Mitterrand en oud-voorzitter van de ‘Conseil constitutionnel’ – grondwettelijke raad, betoogt (Le Monde, 6 februari 2016). Waarom dan daarvoor de grondwet willen wijzigen waarvoor in het verenigd parlement (Assemblée en Senaat samen) twee derde meerderheid nodig is? Om rechts te dwingen de president hierin te volgen?
Dwaas omdat al die herrie alleen maar gaat om een zeer symbolische maatregel; die heeft alleen maar belang voor wie zo een ontzettend belang hecht aan de eer de Franse nationaliteit te bezitten. De sanctie is bedoeld om het terrorisme te helpen bezweren. Welke kandidaat-terrorist, vaak bereid tot zelfmoordacties, ligt nu wakker van de dreiging dat hij of zij daarmee het risico loopt het Franse staatsburgerschap te verliezen. Als afschrikkingmiddel kan dat tellen. De spotprenten zijn dan ook legio, met bij voorbeeld schaterlachende djihadi’s voor een gemuilkorfde Marianne die dreigt met het ontnemen van de nationaliteit.
Dwaas omdat al direct de cruciale vraag rees of die maatregel alleen zou gelden voor staatsburgers met op zijn minst een dubbele nationaliteit, of ook voor burgers die al tevreden zijn met alleen de Franse? Meteen dook een ander probleem op: het internationaal recht verbiedt apatriden, staatlozen, te maken. Wie twee of meer nationaliteiten heeft, houdt er met de Franse sanctie nog altijd een over. Maar een “zuivere Franse burger” zou dan zonder komen, en dat mag volkenrechterlijk niet. Dan maar dat internationaal recht even aan zijn laars lappen?
Taubira
Hollande heeft zich met deze dwaasheid zwaar misrekend. Na de aanslagen van 13 november kon hij natuurlijk in een eerste fase op de volle steun van de publieke opinie rekenen, de staat kan niet zwaar genoeg optreden. Het oorspronkelijke verzet tegen het voorstel bleef beperkt tot kritiek vanuit linkse en groene hoek. Maar sindsdien zijn de twijfels toegenomen rond zowel het louter juridische aspect als rond, vooral, de efficiëntie van een dergelijke maatregel. De grondwet wijzigen voor iets wat louter symbolisch is, en dat terwijl de noodtoestand is verlengd, waar is dat goed voor?
Waar Hollande dacht rechts, vooral dan ‘Les Républicains’ van oud-president Nicolas Sarkozy, in de val te lokken, blijkt hij nu in eigen voet te hebben geschoten. Binnen de PS zijn het niet alleen de ‘frondeurs’ die zich verzetten, het is een meerderheid van de parlementaire fractie die zich tegen de maatregel kampt. Het ontslag van minister van Justitie Christiane Taubira (foto), die na een maand aarzelen dan toch maar kleur bekende, heeft het politiek “evenwicht” van de regering doen wankelen.
Rechts bestolen
Evenwicht was er in die regering niet echt. Sinds de herschikking van de regering Manuel Valls anderhalf jaar geleden, was Taubira nog zowat de enige die als links stond genoteerd. Met haar vertrek bestaat de regering Valls nu uitsluitend uit vrouwen en mannen van de rechterzijde, met rechts daarvan dan nog rijzende ster Emmanuel Macron, de minister van Economie die de aanval heeft ingezet op de 35-uren werkweek van Martine Aubry. Iets wat Sarkozy als president niet aandurfde, doen Macron en de regering Valls wel.
Het beleid van de regering Hollande-Valls brengt rechts even in verlegenheid. Wat te doen in de rol van oppositie als uw regerende tegenstander uw programmapunten overneemt. Rechts zit verveeld met de situatie: voor de déchéance stemmen en Hollande dan toch een (magere) troost bezorgen? Macron en zijn aanval op de 35 uren toejuichen? De regering Hollande-Valls stelt het belang van de bedrijven – van de patroons – zo centraal, dat het voor rechts gênant (met accent circonflexe) wordt.
2017
De déchéance, de 35 uren enz. zijn allemaal schermutselingen met het oog op 2017. Over iets meer dan een jaar zijn er presidentsverkiezingen. En zowel rechts als de PS hebben één grote zorg: in de eerste ronde van die verkiezingen als tweede uit de bus komen. Die tweede zal het in de volgende ronde dan kunnen opnemen tegen Marine Le Pen van het uiterst-rechtse Front National die volgens opinieonderzoeken voorlopig geen enkele kans maakt om president te worden.
Bij rechts is de strijd al maanden bezig tussen enkele grote boegbeelden. Met Sarkozy die de ‘primaires’ (voorverkiezingen) ter rechterzijde zoveel mogelijk naar zijn hand wil zetten om grote concurrent Alain Juppé, oud-premier, aan de kant te krijgen.
Primaires de gauche
Eind januari lanceerde een groep linkse personaliteiten een oproep om ook ter linkerzijde voorverkiezingen te houden. Grote consternatie in het Elysée waar Hollande en zijn ploeg er van uitgaan dat de zittende president de natuurlijke kandidaat van links is. Maar Hollande heeft zich de voorbije twee jaar zo rechts geprofileerd dat hij zeker een linkse tegenkandidatuur zal oproepen. Hollande verdeelt links te veel om volgend jaar de tweede ronde te halen.
Vandaar het idee om met voorverkiezingen volledig links – van radicaal links tot en met Macron met inbegrip van groen – rond de ene winnaar van die voorverkiezingen te krijgen. Maar wie moet die organiseren? De PS is de enige instantie die over een apparaat beschikt om dat te doen, maar die doet dat veel liever niet – ook al schrijven haar statuten dat voor. Jean-François Mélenchon, in 2012 de kandidaat van het Front de gauche (communistische PCF, zijn Parti de gauche en anderen), vreest een manoeuvre om zo Hollande toch naar voor te schuiven als de enige kandidaat van links.
En aldus versterken de politieke leiders van links en rechts het imago dat ze nauwelijks weten wat de dagelijkse problemen van het grootste deel van de bevolking zijn. Dat is iets waar Marine Le Pen en haar FN voortdurend op hameren. Op dat vlak scoort ze in de peilingen wel goed: een meerderheid van de ondervraagden vindt dat zij wel oor heeft naar die dagelijkse problemen. En dat zijn niet la déchéance of de aanloop naar 2017.