Julien Vrebos (foto’s: Sabrina Battaglia), Kukeleku, het Wallonië van zijn mensen, Borgerhoff&Lamberigts, 2010, 220 blz.ISBN 9789089311184, prijs: 29,95 euro
Kukeleku is een mooie televisiereeks én boek. Mocht Wallonië meer in beeld komen met mensen van vlees en bloed waarover Vrebos met veel liefde schrijft in plaats van met de Di Rupo’s, Reyndersen en De Wevers dan zou dit land allicht niet van de ene politieke crisis naar de andere sukkelen.
Laat ik het vooraf maar bekennen: ik kijk niet vaak naar televisie en zeker niet naar vrt één totdat ik, zappend, op een behoorlijk excentrieke man stuitte die in een sofa en met zijn hond op schoot over Wallonië vertelde. Kukeleku heet het programma – a bon entendeur, salut – en de man met Brusselse tongval die met veel liefde Waalse mensen in beeld brengt, heet Julien Vrebos. Kukeleku is niet alleen een tv-serie, maar ook een boek. Dat gebeurt wel eens meer en vaak gaat het dan om een commerciële herhaling van hetzelfde.
Dat is het zeker niet met de boekversie van Kukeleku. Beide producten ademen dezelfde sfeer uit: geen beelden van vergane glorie waarin somberheid troef is, maar een warm verhaal van ontmoetingen met heel gewone en toch weer heel bijzondere mensen die in het zuidelijke landsdeel wonen. Al heel lang is Vrebos als Brusselaar gefascineerd door het dichtstbijzijnde buitenland dat Wallonië heet. Zo opent hij zijn reeks van ontmoetingen met een stukje dat “Oorsprong” heet en waarin het hoofdvoorwerp een kopje van het merk Bosch is. “Ik ben gisteren eens gaan kijken in de keukenkast bij ons moeder. De tas, ietwat vergeeld en doorkerfd met kleine barstjes, staat er na al die jaren nog fier te blinken. Voor mij is ze tot vandaag de lieve blauwe kuip, geflankeerd door twee koekjes ‘petit beurre’ van het merk Parrain die ik mocht deppen in de warme chocomelk – of voor mij de eerste onbewuste ontmoeting met het onbekende…Wallonië.” Dit is een mooie aanslag die aangeeft over wat voor een soort tekst het gaat of met de woorden van de auteur: “Het is een mix van de verhalen van mijn ontmoetingen, persoonlijke ervaringen die vaak teruggaan naar mijn jeugd, en fictie.”
Een warme stilist
Kukeleku gaat over een veertigtal ontmoetingen met mensen die in Wallonië wonen van Saint-Hubert tot La Louvière en van Binche tot Barvaux. Opmerkelijk ook is dat hij een aantal nieuwe Walen spreekt die hun roots ergens in West-Vlaanderen hebben en die in het zuiden van het land meer ruimte vonden voor landbouw- en andere activiteiten. Hij gaat op bezoek bij Maurice en Louisette, een ouder echtpaar uit Jemappes dat met veel hartzeer hun koeien moet wegdoen en dan nadien voor het eerst in hun leven naar de Belgische kust rijden: Regarde, Maurice, le vent qui joue avec le sable! Hij trekt naar de jonge Vlaamse onderwijzers Dieter en Liselotte die met hun tweeën in het Nederlands, maar volgens het Waalse leerplan in de plaatselijke dorpsschool les geven. Immersion is Frans voor onderdompeling en dat gebeurt ook in dat schooltje. Vrebos spreekt met het couple Fanuel – zij is de Vlaming, hij de Waal – in een chalet van de Ardense bossen, met de advocaat Alain Lebrun, die in Stoument een boerderijtje heeft, met Cyriaque Bayot die in Ecausinnes een Vlaams palingdorp aan de Schelde nabouwt en nog met zovele anderen bijzondere figuren.
Vrebos beschrijft die ontmoetingen met veel warmte en stijl. Zijn hond Kukeleku en hij zelf zijn in de tekst ook nadrukkelijk aanwezig. Wanneer hij een zekere Firmin Pauquet in La Calamine bezoekt schrijft hij: “In onze Frans-Vlaamse cocktail ontbreekt nog een wolkje Duits. Mooie taal met de strenge klank van een wulpse vrouw, gehuld in een strak mantelpakje met dito wit bloesje. Net mijn lerares Duits op het atheneum. Ik was gedurende drie jaar haar enige leerling. Duits was een keuzevak. Zij was dat ook. Grote klasse hoe zij haar benen kon kruisen in een vlotte slowmotionbeweging. Gesonoriseerd met een subtiel schuifelend geluid van haar nylons, alsof een zachte zucht het klaslokaal omarmde. Dolby surround avant la lettre.” (p. 128)
Vrebos is niet alleen een goed observator en kineast, maar ook een zeer goed schrijver. En dan zijn er natuurlijk ook de foto’s nog van Sabrina Battaglia en van hem. Samen met de tekst verheffen ze in dit boek de schijnbare banaliteit tot poëzie. Dit is een publicatie om te koesteren. Ook de uitgever heeft met liefde aan dit boek gewerkt. Mocht Wallonië meer in beeld komen met mensen van vlees en bloed waarover Vrebos met veel liefde schrijft in plaats van met de Di Rupo’s, Reyndersen en De Wevers dan zou dit land allicht niet van de ene politieke crisis naar de andere sukkelen. En er is meer: door zijn werk heeft Vrebos me verplicht te kijken naar tv één.
(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=954848&refsource=uitpers