Vlaamse politici die zich graag van hun beste kant tonen tijdens amusante, maar volstrekt debiele televisiespelletjes, talkshows die nergens over gaan of gemoedelijke debatten in het VRT-café ‘Morgen Beter’… Vlaamse hoofdredacteuren die van hun kwaliteitskrant één groot pretpark hebben gemaakt, een Disneyland op Berlinerformaat… Ze staan allemaal op hun achterste poten, witheet van verontwaardiging, woorden schieten tekort: ‘wansmakelijk’, ‘anti-Vlaamse psychose’, ‘schaamteloos’, ‘absolute normvervaging’, ‘misplaatste stunt’…
Buitenlandse media zoals Le Monde of de BBC, Belgium-watchers in Kazachstan of Moldavië kijken geamuseerd toe naar het zoveelste bewijs dat het kleine landje aan de Noordzee nog steeds onklopbaar is als het op surrealisme aankomt. Zij beschikken nog over enig relativeringsvermogen, behouden de nodige nuchtere kijk. En dat kan niet worden gezegd van de Vlaamse elite. ‘Onze’ elite verslikt zich in een mediagrap van de Franstalige openbare omroep RTBf.
Hadden ze het bij de RTBF wat subtieler mogen aanpakken? Zeer zeker. Maar mag er dan ook meteen worden op gewezen dat humor subtiliteit kan missen als kiespijn? Worden journalisten niet geacht met de grootste schroom toe te zien op de eigen deontologische regels? Zeer zeker. Maar mag er dan ook meteen worden op gewezen dat de Vlaamse media op dit vlak liefst niet te hoog van de toren blazen? Of moeten we hier een boekje openen over desinformatie, manipulatie, halve waarheden en banalisering van fenomenen als racisme, extreemrechts en bloed-en-bodemnationalisme in Vlaamse kwaliteits- en andere kranten, op Vlaamse openbare en commerciële omroepen?
Een elite met lange tenen
De RTBf-nepreportage over de eenzijdige uitroeping van de Vlaamse onafhankelijkheid heeft in Vlaanderen op zeer gevoelige tenen getrapt. Vlaamse betogers die in Brussel met geel-zwarte vlaggen (met daarop een leeuwensymbool dat door de kruisvaarders destijds uit de Arabische wereld is geïmporteerd) een vreugdedansje inzetten op de pas verworven onafhankelijkheid. Het heeft iets burlesk, iets hilarisch. Tram 44 die van aan het Brusselse Jubelpark naar het Vlaams-Brabantse Tervuren rijdt, wordt enkele uren na de uitroeping van de Vlaamse onafhankelijkheid tegengehouden in the middle of nowhere van het Zoniënwoud. Het is een meesterlijke vondst.
Alleen kan de Vlaamse elite, die bij een volgende ronde van de staatshervorming de bevoegdheid over de NMBS naar ‘de gemeenschappen’ wil overhevelen, er niet mee lachen. Als het ‘buitenland’ – want dat is Franstalig België helaas voor Vlaamse politici, captains of industry en mediagoeroe’s – zich vrolijk maakt over de Vlaamse zelfgenoegzaamheid, onder-de-torenmentaliteit, provincialisme en kneuterigheid, wordt de hele notabelenkliek pisnijdig.
Als het buitenland merkt in welke mate het enggeestige Vlaamse nationalisme stilaan de hele politieke agenda inpalmt, kijken Vlaamse opiniemakers liever de andere kant uit. In Wallonië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Kazachstan of Moldavië zien waarnemers zonder de minste moeite en zonder vergrootglas hoe het enggeestige Vlaamse nationalisme zich in nagenoeg heel het politieke spectrum heeft genesteld. Het is niet eens meer een luis in de pels. Het is schurft die een hele maatschappij dreigt aan te tasten.
Hoezo karikatuur?
Zullen we samen met de buitenlandse waarnemers eens het sommetje maken? Het land wordt geregeerd door een paarse coalitie onder leiding van de liberale premier, Guy Verhofstadt. De VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten) die de premier levert, wordt geleid door een donkerblauwe liberaal van de juiste dogmatische school, maar vooral door een Vlaams-nationalist, Bart Somers, een oudgediende van de ter ziele gegane Vlaams-nationalistische partij Volksunie. (“Activisme, VNV, collaboratie en repressie, het zit allemaal in het collectief geheugen van mijn familie,” zo beschrijft Bart Somers zijn ‘wonderjaren’ op zijn persoonlijke website). Bij de laatste voorzittersverkiezingen bij de VLD moest Somers net niet de duimen leggen voor Jean-Marie Dedecker, een rechtse populist, die graag twee van zijn belangrijkste eigenschappen in de verf zet: extreem liberaal en Vlaams nationalist (Dedecker mocht tijdens de nepreportage van de RTBf even mee in de kijker staan). De coalitiepartner van de VLD in de paarse regering is de sociaal-democratische SP.a. De partij van Johan Vande Lanotte zit al jaren in een kartel met het Vlaams-nationalistische Spirit (nog een restant van de oude Volksunie). Niemand kan er naast kijken: ook de SP.a is niet langer bestand tegen Vlaams-nationaal opbod. De christen-democraten van CD&V en hun Vlaams-nationalistische kartelpartner NVA hebben net een dolkomische vaudeville opgevoerd rond het NVA-lidmaatschap van Jean-Marie Dedecker. Beide kartelpartners zijn het echter eens geworden: Dedecker dumpen en als CD&V-NVA samen naar de verkiezingen van 2007, samen de spierballen rollen voor een volgende ronde van de staatshervorming. Het kartel doet dat op basis van een gemeenschappelijk programma waarbij de grenzen tussen federalisme, confederalisme, onafhankelijkheid en separatisme alleen nog door specialisten en muggenzifters kunnen worden ontwaard. En ten slotte is er in Vlaanderen de partij met bijna een miljoen stemmen, het voor racisme veroordeelde Vlaams Blok/Belang (ook een afscheuring van de oude Volksunie), de kampioen van de Vlaamse onafhankelijkheid, het separatisme en de vreemdelingenhaat (en zoals gezegd: aangezien Wallonië het buitenland is, wordt er bij het VB driftig aan Walenhaat gedaan).
Als morgen een Waalse of ‘een andere buitenlandse krant’ een gelijkaardige som van de delen van het Vlaamse politieke bestel zou opmaken, staat er gegarandeerd een Yves Leterme, een Bart Somers, een Peter Vandermeersch of een Yves Desmet op om deze ‘wansmakelijke en karikaturale voorstelling van onze Vlaamse werkelijkheid’ aan de paal te nagelen. En zij zullen er ons op wijzen dat Vlaanderen meer zelfstandigheid en meer bevoegdheden moet afdwingen, want ‘goed bestuur’ vereist dat.
In naam van het ‘goed bestuur’…
Dat is immers de nieuwe fetisj in het Vlaamse deel van het zieltogende België: ‘gGoed bestuur’. De voormalige fascistische straatvechter Philip Dewinter wordt net geen burgemeester van Antwerpen. Hij wordt geklopt door SP.a-boegbeeld Patrick Janssens. Waaraan hebben de Antwerpenaren dit te danken? Aan… goed bestuur. In Nederland behaalt de linkse SP van Jan Marijnissen een verpletterende verkiezingsoverwinning en deelt de sociaal-democratische Pvda van Wouter Bos een dreun uit. Bij ons is zoiets niet mogelijk, zegt SP.a-voorzitter Johan Vande Lanotte, niet zonder zelfgenoegzaamheid. Vlaanderen – in tegenstelling tot Nederland – ‘wordt goed bestuurd’.
Omwille van het goed bestuur is Vlaanderen van plan een ‘wooncode’ te hanteren. Wie onder aan de maatschappelijke staat en aanspraak wil maken op een sociale woning, zal moeten bewijzen dat hij/zij de taal van de Vlamingen machtig is. In het ‘buitenland’ (Wallonië bijvoorbeeld) wordt dat een openlijk discriminerende maatregel genoemd, de autistische, Vlaamse elite schudt meewarig het hoofd voor zoveel onbegrip. Goed bestuur en geïnstitutionaliseerde apartheid? Het moet kunnen, zo denkt de Vlaamse elite.
Bij Volkswagen in Vorst verzetten de arbeiders zich tegen een genadeloze herstructurering, waarbij duizenden jobs in het eigen bedrijf en de toeleveringsbedrijven zullen sneuvelen. Stel dat omwille van het ‘goed bestuur’ België op maat van het Vlaams nationalisme zou gemodelleerd zijn, bij hoeveel regeringen tegelijk zouden de VW-loontrekkenden moeten gaan betogen?
In de clubs van financiers en captains of industry in Vlaanderen lopen met de dag meer overtuigde Vlaams nationalisten rond. Het kruim van deze beau monde vindt zich graag terug bij een goed glas in de denkclub ‘In de Warande’ van ex-Kredietbankcoryfee, Remi Vermeiren. ‘In de Warande’ (de naam van de club had even goed ‘Onder de Toren’ kunnen zijn) wordt flink gehetzt tegen de geldtransferten van Vlaanderen naar Wallonië en hardop gedroomd van nog meer Vlaamse zelfstandigheid. Het separatistische Vlaams Blok haalde enkele jaren geleden een nieuw boegbeeld in huis: barbiepop Marie-Rose Morel. VB-voorzitter Frank Vanhecke sprak de hoop uit dat Morel voor zijn partij nog meer deuren zou kunnen openen van belangrijke Vlaamse bedrijfsleiders. Papa Morel was, zoals bekend, een hoge pief bij de multinationale onderneming Bell/Alcatel en kent de onmetelijke Chinese markt als zijn broekzak. Hij is met andere woorden een promotor van de ‘Vlaamse’ economie. Een ijskonijn als de liberale minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, stoot bij zijn talrijke omzwervingen in Azië en Amerika wel eens op de potsierlijke limieten van zoveel goed bestuur ‘made in Belgium’. Als hij merkt dat Vlaamse, Waalse en Brusselse notabelen in China, de Verenigde Staten of op de Fidji-eilanden elkaar voor de voeten lopen en allemaal hard hun best doen om de economie van hun regio of stadsstaat te promoten, durft hij wel eens een voorzichtige vraag te formuleren over de efficiëntie van zoveel ‘goed bestuur’. Gelijkaardige vragen worden met even veel voorzichtigheid gesteld in kringen van niet-gouvernementele organisaties, die weldra aan een loket van de Vlaamse, Waalse of Brusselse bureaucratie zullen mogen aanschuiven met hun dossiers.
Kunnen de aanhangers van het ‘goed bestuur’ in Vlaanderen misschien eens een groep beslagen economisten aan het werk zetten in een van de Vlaamse universiteiten om exact te berekenen hoeveel de bestuurlijke nonsens van zes regeringen in een land van nauwelijks tien miljoen inwoners aan de modale belastingbetaler kost? Of is dat een vraag van een overjaarse soixante-huitard, die niet van zijn oude credo ‘soyons réalistes, demandons l’impossible’ loskomt?
Maatschappelijk debat
Als de nepreportage van de RTBf al een gunstig effect zou hebben gehad dan wel dit: het politieke en maatschappelijke debat over de toekomst van België is heel even uit de handen van de politique politicienne gerukt en in het openbaar gegooid. Als we met zijn allen dan toch willen gaan voor goed bestuur, laat het ons dan meteen een naam geven: meer solidariteit, prioriteit voor de zwakkeren in onze maatschappij, daadwerkelijke actie tegen armoede, uitsluiting, discriminatie, minder liberalisme, meer gelijkheid en rechtvaardigheid, meer eenheid tussen Noord en Zuid (van het lokaalste tot het wereldwijdste vlak) in de wildernis van de neoliberale mondialisering. Daarvoor zullen Vlamingen, Walen en Brusselaars elkaar nodig hebben. Alle maatschappelijke bewegingen, vakbonden, het hele spectrum ter linkerzijde zullen van de strijd tegen het nationalisme in onze samenleving een ernstige prioriteit moeten maken, waarbij ze liefst zelf de politieke agenda bepalen.
En de makers van de nepreportage ‘Kuifje in Absurdistan’, de journalisten van de RTBf? Verdienen zij nu een aureool? Of tenminste een schouderklop? Nee. Alleen volgende goede raad: dat ze zich bezighouden met non-fictie (die is vaak erger dan fictie), hun werk ernstig nemen, zich bewust zijn van hun verpletterende maatschappelijke verantwoordelijkheid en iets meer doen dan overleven of meedraaien in de mallemolen van de gecommercialiseerde media-industrie van de vrije markteconomie. Zijn ze over de schreef gegaan? Ja, het was erover. Een nieuwsredactie is geen cabaret. Het journalistenvak heeft zo zijn eigen strenge deontologische code en die verschilt van die van de circusclown of de vaudevilleartiest. En toch hebben we goed gelachen, zo horen we bij de redactie van Le Monde, de BBC en de Belgium-watchers uit Kazachstan en Moldavië…
Wim de Neuter
(Uitpers, nr. 82, 8ste jg., januari 2007)