Onder de kandidaten voor de 14 Vlaamse zetels in het EU-Parlement zijn er enkele, voorop premier Guy Verhofstadt, die vooraf aangeven dat ze – indien verkozen – niet zullen zetelen. Zo bizar is dat niet, voortgaande op de loopbaan van diverse kandidaten die in 1999 werden verkozen. Want zelfs als ze gaan zetelen, weet de kiezer nog niet waar ze na verloop belanden of wat ze er gaan uitrichten. Een terugblik.
Bij de VLD stapte Ward Beysen uit de partij om zijn Liberaal Appel, overstapje naar het Vlaams Blok, op te richten. Het Blok had twee gekozenen onder wie Frank Van Hecke die zijn zetel overdroeg. De twee andere VLD-ers, Willy de Clercq en Dirk Sterckx, deden hun termijn uit, in het geval van Sterckx na een redelijk actieve termijn.
De ex-CVP verloor al snel Johan Van Hecke die eerst ene NCD oprichtte als overstap naar de VLD. De twee anderen, Miet Smet en Marianne Thyssen, deden hun termijn uit waarin hun kiesgedrag meestal in de lijn lag van de conservatieve fractie, EVP, waartoe ze behoren.
Agalev had twee gekozenen. Patsy Sörensen was al van in het begin een onafhankelijke en werd dat ook in de praktijk, wat haar zeker niet hinderde voor haar inzet. De tweede gekozene, koos na een rustige aanloop eieren voor zijn geld en werd Vlaams filmintendant. Hij werd opgevolgd door Jan Dhaene die dan weer overstapte naar de SP.a. Agalev zou dus geen vertegenwoordigers meer gehad hebben, ware het niet dat Bart Staes van de VU overstapte naar Agalev – Groen! De andere VU-gekozene, Nelly Maes, koos bij de splitsing voor Spirit. Die twee vielen wel op door hun werkzaamheid.
Hetzelfde kan worden gezegd van Anne Van Lancker, een van de twee SP.a gekozenen. De andere, Katleen Van Den Brempt, ruilde haar zetel voor een regeringspost en werd opgevolgd door Saïd El Khadraoui die van het Belgisch parlement overkwam.
Als we de som maken: vijf van de veertien gekozenen zijn op post gebleven en dat bij de partij waarvoor ze werden gekozen.
Bij de huidige kandidaten zit een rare vogel als Ivo Belet die zich af en toe vergist van etiket en zei dat hij zeker zou zijn ingegaan op een aanbod van de SP.a als die maar eerder zouden zijn geweest dan de CD&V. Nu gaat journalist Belet, in geval van verkiezing, zetelen in een fractie, die van de EVP, waar iemand als Berlusconi die de pers stevig tracht te muilbanden, toe behoort.
We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat ook Sterckx indertijd evenzeer zou zijn ingegaan op een aanbod van de SP. Het is minder storend dan het geval van Jürgen Verstrepen die zei te aarzelen tussen Vlaams Blok en VLD maar dan toch maar voor het Blok koos.
Het zegt veel over de vervaging van de partijgrenzen, over de triomf van het eenheids-"denken" in de politieke wereld.
Freddy De Pauw
(Uitpers, nr. 54, 5de jg., juni 2004)