Toen de NAVO in 1999 Servië bombardeerde was de Europese Unie in diepe rouw. Er werd niet getreurd over de slachtoffers van de oorlog, maar over de onmacht van de Europese Unie, die intern verdeeld het initiatief in Joegoslavië moest overlaten aan de Amerikaanse militairen. De EU hoopt nu op een herkansing.
Sinds de NAVO-bombardementen op Servië in 1999 heeft Kosovo het statuut van een internationaal protectoraat. Dat statuut wordt geregeld door een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999. Resolutie 1244 erkent uitdrukkelijk de soevereiniteit van Servië over Kosovo, en stelt dat het uiteindelijke statuut van Kosovo later moet worden beslist.
De EU is getraumatiseerd door haar onmacht tegenover de opeenvolgende crisissen in ex-Joegoslavië in de jaren ’90. Sindsdien doet zij er alles aan om het voortouw te nemen in de regio. Een internationale grootmacht moet in staat zijn de problemen te regelen in de eigen achtertuin.
Toen duidelijk werd dat de onderhandelingen tussen Servië en Kosovo op niets uitliepen, en een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo onafwendbaar was, nam de zenuwachtigheid in de Europese hoofdsteden nam toe.
Een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring is strijdig met het internationaal recht. Men kan begrijpen dat de Albanese meerderheid in Kosovo geen zin meer heeft om deel uit te maken van Servië, maar volgens het internationaal recht kan Kosovo niet eenzijdig de onafhankelijkheid uitroepen. Het internationaal recht wordt nu eenmaal gemaakt door de bestaande staten die van geen afscheidingen willen weten, en resolutie 1244 laat enkel ruimte voor onderhandelde oplossingen onder toezicht van de VN Veiligheidsraad. Een eenzijdige stap zou de stabiliteit niet ten goede komen.
Europese lidstaten zoals Spanje vreesden bovendien dat Kosovo een precedent zou vormen voor de eigen nationale minderheden. De interne verdeeldheid die de EU in de jaren ’90 parten had gespeeld loerde om de hoek.
Choreografie
Om deze klippen te omzeilen werd een gedetailleerde choreografie uitgewerkt, in nauw overleg met de Kosovaarse overheid in Pristina. Eerst moest gewacht worden op de presidentsverkiezingen in Servië, om de verkiezing van de pro-EU-kandidaat Boris Tadic niet in gevaar te brengen. Kort voor de tweede stemronde in Servië spiegelde de EU Servië nog een interim politiek akkoord voor, als opstap naar EU-lidmaatschap, om Tadic wat extra stemmen te bezorgen. Op 3 februari haalde Tadic het dan ook van zijn “nationalistische” tegenstander Tomaslav Nikolic, zij het met de hakken over de sloot en na zich krachtig tegen een eventuele onafhankelijkheid van Kosovo te hebben moeten uitspreken.
Daarmee was de eerste hindernis gehaald. Maar nog moesten de Kosovaren geduld oefenen.
De EU moest nu de instrumenten opzetten om haar aanwezigheid in Kosovo te versterken. Om dit met de nodige legitimiteit te doen wil het zich baseren op resolutie 1244, of minstens doen alsof, wat onmogelijk is als Kosovo inmiddels eenzijdig de onafhankelijkheid heeft uitgeroepen, want dan kan je moeilijk maatregelen nemen zonder iets te zeggen over die onafhankelijkheid.
We overlopen kort de verdere afwikkeling van het diplomatiek ballet. Op 4 februari, amper een dag na de tweede stemronde van de verkiezingen in Servië, nam de EU de eerste beslissingen over haar aanwezigheid in Kosovo, en op vrijdag 15 februari om middernacht was het beslissingsproces afgerond. Op zaterdag 16 februari begon de EU met de uitvoering van deze plannen “op basis van resolutie 1244”. Op zondag 17 februari mocht Kosovo eenzijdig de onafhankelijkheid uitroepen. Op maandag 18 februari nam de EU daar acte van, en liet het aan de lidstaten over de nieuwe staat al dan niet te erkennen. De EU zelf legde zich verder toe op de uitvoering van de beslissingen van de vrijdag voordien, zogezegd genomen in alle internationale wettelijkheid toen er van een onafhankelijk Kosovo officieel nog geen sprake was.
Drie instrumenten
De Europese Unie installeert in Kosovo drie instrumenten.
Ten eerste werd een ‘speciale vertegenwoordiger’ van de Europese Unie voor Kosovo aangeduid. Dat werd de Nederlander Pieter Feith. Pieter Feith werkte van 1995 tot 2001 voor de NAVO, waar hij ondermeer optrad als de persoonlijke vertegenwoordiger van de secretaris-generaal voor Joegoslavië. Hij is dus nauw verbonden met de NAVO-bombardementen op Servië. Daarna stapte Feith over naar de Europese Unie, waarvoor hij missies vervulde in Darfur, Irak en Aceh (Indonesië). Hij kent dus het klappen van de zweep.
Pieter Feith krijgt een dubbele functie. Enerzijds coördineert hij als bijzondere vertegenwoordiger van de Europese Unie alle organen van de Europese Unie die actief zijn in Kosovo. Anderzijds komt hij ook aan het hoofd van Internationaal Civiel Bureau (ICO, International Civilian Office), de civiele administratie die op basis van resolutie 1244 werd opgezet in afwachting van een definitieve oplossing voor Kosovo.
De Nederlander wordt een machtig man, die wetten kan schrappen en ambtenaren kan ontslaan. Een grondwet voor Kosovo komt er alleen als hij akkoord gaat. Geleidelijk aan zou het ICO zijn bevoegdheden moeten overdragen aan de Kosovaarse autoriteiten, maar wanneer dit zal gebeuren is een open vraag.
Het tweede instrument van de EU wordt Eulex, onder leiding van de Fransman Yves de Kermabon. In 2004 en 2005 stond deze gepensioneerde generaal nog aan het hoofd van de NAVO-troepen in Kosovo (de KFOR).
Eulex zal de bevoegdheden op het vlak van politie en justitie overnemen van de VN-missie (Minuk). Het moet de Kosovaarse overheden helpen in het uitbouwen van een rechtsstaat (politie, gerecht, douane, gevangenissen). In vier maanden tijd worden hiertoe meer dan 2.000 politieagenten, douaniers, rechters en officieren van justitie overgebracht. België neemt deel met 45 mensen.
Ten derde komt er een zending van de Europese Commissie die in Kosovo zal waken over de economische ontwikkeling en liberale hervormingen.
De veiligheid blijft een bevoegdheid van de NAVO (de KFOR, 17.000 manschappen), die samen met de plaatselijke politie ook blijft instaan voor de bewaking van de grenzen en de douane.
Onafhankelijk
Het was dus pas nadat dit alles beslist was dat Pristina groen licht kreeg om eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen. Op zondag 17 februari in de namiddag las de Kosovaarse eerste minister Hashim Thaci de onafhankelijkheidsverklaring voor.
Op maandag 18 februari kwamen de ministers van buitenlandse zaken van de 27 lidstaten in spoedzitting bijeen om een gemeenschappelijke verklaring uit te werken.
De EU zelf spreekt zich in deze verklaring niet uit over de erkenning van Kosovo. Dat wordt aan de lidstaten overgelaten. Wel neemt de EU nota van positieve elementen in de onafhankelijkheidsverklaring, zoals de belofte de democratische princiepen en de rechten van de minderheden te respecteren. De EU verheugt zich ook over de aanvaarding door Kosovo van internationaal toezicht, en bevestigt dat zij in de regio een eerste plansrol wil spelen met het oog op de stabiliteit ervan. Zij steunt ten volle het “Europees perspectief” (= EU-lidmaatschap voor Kosovo en Servië) van de westelijke Balkan.
Om Spanje te plezieren voegt de verklaring hier aan toe dat Kosovo een geval apart is, en dat elders de internationaal rechtsregels in verband met soevereiniteit en territoriale integriteit wel degelijk blijven gelden.
Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland en Italië waren de eerste Europese landen om Kosovo te erkennen. Het gaat om landen die de afgelopen jaren nauw betrokken waren bij de onderhandelingen over de toekomst van Kosovo. Zij werden snel gevolgd door Washington en andere Europese landen, waaronder België. Vooral Cyprus, Spanje en Roemenië bleven een erkenning afwijzen.
Crisisgebied
Al bij al heeft de Europese Unie het handig aangepakt. De Unie beschikt duidelijk over een beter gerodeerd diplomatiek apparaat dan 10 jaar geleden op het hoogtepunt van de Joegoslavische crisis. Maar de moeilijkheden in Kosovo dreigen nu pas te beginnen.
Kosovo is een klein land van 2 miljoen inwoners, zonder noemenswaardige economische infrastructuur. Servië blijft juridisch gezien eigenaar van wat er is aan grote bedrijven. Het gebrek aan internationale erkenning zal hulpprogramma’s bemoeilijken. Zowat 60% van de actieve bevolking is werkloos, wat vooral weegt op de jongeren, die geen enkel perspectief hebben. 60% van de Kosovaren is jonger dan 25 jaar.
De Servische minderheid in het noorden, 125.000 zielen, hoeft zich niet “af te scheuren”. Zij kan volstaan met de vaststelling dat de onafhankelijkheid van Kosovo geen juridische basis heeft, en zichzelf als vanouds beschouwen als een onderdeel van Servië.
Ook de verspreid wonende Albanese nationale minderheden dreigen even zovele crisishaarden te blijven. Zo wonen er buiten Albanië en Kosovo nog Albanezen in Macedonië (20 tot 30% van de bevolking), Montenegro (5% van de bevolking) en in de valei van Presevo, in het zuiden van Servië.
De kans is om al deze redenen reëel dat Kosovo mag toegevoegd worden aan het lijstje van de failliete staten, beheerst door corruptie, maffiose bendes en diepe ellende. Het neoliberale marktdenken van Europa kan de boel alleen maar verder verzieken.
De gekrente trots van het pas onafhankelijke Kosovo, dat onder een zelden gezien internationaal toezicht wordt geplaatst, zou zich wel eens kunnen keren tegen de internationale voogden. Er is nu al een beweging, Vetëvendosje, die zich verzet tegen de internationale aanwezigheid. De Europeanen zijn in Kosovo een stuk minder populair dans de Amerikanen.
Een aanslepende crisis kan op zijn beurt wegen op de politieke en financiële eensgezindheid in de schoot van de EU. De EU is met voorsprong de grootste geldschieter, en beroemt zich er op al 2 miljard euro in Kosovo gestoken te hebben. Na verloop van tijd zal wel minder triomfantelijk gedaan worden over dergelijke bedragen.
Rusland
Rusland heeft een potentiële troefkaart in handen. Rusland reageerde aanvankelijk met zware retoriek op de onafhankelijkheidsverklaring, en dreigde Amerika en de EU lik op stuk te geven door in Georgië de onafhankelijkheid uit te roepen van Abkhazië en Zuid Ossetië, twee regio’s die al functioneren alsof ze deel uitmaken van Rusland. Snel werd de Russische toon echter zakelijker. Kosovo is geen oorlog waard.
Het ziet er naar uit dat Rusland zal handelen volgens het spreekwoord “wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten”, en de prijs voor de Europese Unie zo hoog mogelijk zal maken. Met Kosovo heeft het een mooie diplomatieke hefboom in handen. Kosovo wordt een speelbal in de strijd tussen de grootmachten in de Westelijke Balkan en daarbuiten.
Ook Servië zal het de EU niet gemakkelijk maken. Ze kennen er iets van nationale fierheid. Het interim politiek akkoord dat de EU als snoepje bedoeld had werd door de Servische eerste minister Vojislav Kostunica afgewezen, tot onverholen woede van de Europese Commissie(1). Het is nog maar de vraag hoe snel Servië zich tot toegeeflijkheid zal laten verleiden door het perspectief op lidmaatschap van de Europese Unie. Dat is alvast waar de EU op rekent. Pieter Feith in de NRC: “Servië wil ook bij de EU horen” en “Het kan niet zo zijn dat de Serviërs Kosovo blijven isoleren en dat ze ook verder gaan in de richting van Europa”. De EU rekent er dus op met euro’s en de verlokkingen van de Europese markt de vele politieke en sociale tegenstellingen in de regio op te lossen. Wat de Amerikanen in Irak proberen met militair geweld, proberen de Europeanen in de Westelijke Balkan met monetair geweld.
Buitenlands beleid
Kosovo wordt in de komende jaren dus een belangrijk testgebied voor de samenhang van het buitenlands beleid van de Europese Unie. Met het Verdrag van Lissabon krijgt de EU een Minister van Buitenlandse Zaken met een volwaardige eigen administratie. Een succes in Kosovo kan het zelfvertrouwen van de nieuwe diplomatieke dienst van de Europese grootmacht versterken.
De laatste jaren is er meer animo voor een gemeenschappelijk beleid. De beslissing over het Europese navigatiesysteem Galileo impliceert een erkenning dat Europa “strategische autonomie” tegenover de VS moet nastreven. Militaire en diplomatie versterking van de EU gaan hand in hand. De wonden van de Europese verdeeldheid over de invasie in Irak zijn min of meer geheeld. Duitsland blijft het moeilijk hebben om zich te engageren, door de pacifistische opstelling van de bevolking, versterkt door de opkomst van Die Linke(2). Dit heeft tot gevolg dat de Frans-Britse tweespan het militaire Europa aandrijft, waarbij allerlei plannen worden uitgebroed die bekend zullen worden gemaakt eenmaal het Verdrag van Lissabon is goedgekeurd(3).
De verhouding van de EU met de VS blijft een haat-liefdeverhouding. Enerzijds zijn de VS een concurrent, anderzijds deelt Europa met de VS de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de wereldwijde neoliberale orde. De VS zijn een onvermijdelijke partner omdat zij beschikken over een wereldomspannend militair apparaat. Tegelijk zijn de VS een destabiliserende factor omdat zij dit militair apparaat uitspelen om het eigen overwicht te handhaven (Afghanistan, Irak,…), wat de verstandhouding met Europa niet in de hand werkt.
Ook de verhouding met Rusland is dubbelzinnig. Rusland controleert de Europese toegang tot energiebronnen in Rusland en Centraal-Azië. Putin scoort wat dat betreft het ene punt na het andere. Een nauwe alliantie met Rusland zou het gewicht van de EU in de wereld versterken, maar tegelijk wil de EU in die alliantie de dominerende speler zijn.
Natuurlijk hebben de lidstaten ook hun eigen belangen in het buitenlands beleid. Dat gaat van Tsjechië dat aparte akkoorden afsluit met de VS over visa-regels en radars tot Frankrijk dat op eigen houtje een Unie van de Middellandse Zeelanden lanceert. Duitsland was over dit laatste zo geïrriteerd dat een Duits-Franse top enkele maanden moest worden uitgesteld(4).
Tsjaad
Tsjaad is een mooi voorbeeld hoe de “zachte waarden” van de Europese Unie hand in hand gaan met neokoloniale belangen van de lidstaten.
De Europese Unie stuurt een troepenmacht – Eufor – naar Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek om de 500.000 vluchtelingen te beschermen die het slachtoffer zijn van de burgeroorlog in het naburige Darfur (Soedan). Eufor zal bestaan uit 3700 soldaten, 2000 geleverd door Frankrijk.
Maar Tsjaad is ook een platform voor de Franse neokoloniale aanwezigheid in Afrika. Tsjaad heeft petroleum en minerale grondstoffen. Frankrijk heeft er drie basissen met in totaal 1500 manschappen. Het steunt het autoritaire regime van President Idriss Déby via geheime militaire akkoorden. Frankrijk helpt met de vorming van de militairen, ondermeer op het gebied van “ordehandhaving”!
Toen eind januari drie groepen rebellen, gewapend en gesteund door Soedan, het regime van Idriss Déby bedreigden, snelde Frankrijk ter hulp. Er is een soort gekruiste oorlog bezig, waarbij rebellen in Tsjaad gesteund worden door Soedan, en omgekeerd, de regering van Tsjaad stookt in Soedan, ondermeer in de Darfur.
De Europese Unie raakt zo willen nillens verwikkeld in de conflicten in de regio, en kan moeilijk de schijn ophouden van neutrale humanitaire beschermer van de vluchtelingen uit de Darfur.
Dat wordt versterkt door de laatste ontwikkelingen in Tsjaad. Onder druk van de Europese Unie heeft president Déby in 2007 een dialoog aanvaard met de oppositie, en onder patronage van Frankrijk, de EU en de VSA een akkoord getekend in het perspectief van verkiezingen in 2009.
De voorzitter van de opvolgingscommissie van dit akkoord zit echter gevangen als oorlogsgevangene. Eenmaal de rebellen verslagen waren ontketende het regime van president Déby inderdaad een golf van repressie tegen de niet-gewapende oppositie. Twee bekende figuren van de oppositie “verdwenen”: de volksvertegenwoordiger Ngarlejy Yorongar en de woordvoerder van de belangrijkste oppositiegroep Ibni Oumar Mahamat Saleh. Een derde oppositiefiguur, het voormalig staatshoofd Lol Mahamat Choua en de voorzitter van de opvolgingscommissie werd aangehouden, geslagen en onder huisarrest geplaatst. Volgens Human Rights Watch lijdt het geen twijfel dat de “verdwenen” opposanten in handen zijn van het regime, en maakt dit deel uit van een brede repressie- en intimidatiegolf tegen de oppositie.
Amnesty International zegt over documenten te beschikken die bewijzen dat Frankrijk wist dat de drie opposanten zich half februari bevonden in het hoofdkwartier van de inlichtingendienst.
De Franse president Nicolas Sarkozy plant een bezoek aan Tsjaad in het gezelschap van ondermeer de eurocommissaris voor ontwikkeling Louis Michel. Uiteraard zullen zij een boodschap brengen van democratie en mensenrechten. De feitelijke steun aan het dictatoriale regime in Tsjaad zal door het even dictatoriale regime in Soedan echter als een vijandige daad worden ervaren, en Eufor zal moeilijk buiten die context kunnen blijven wanneer het vluchtelingen uit de Darfur in bescherming neemt tegen het Soedanese regime. Men kan zich dus afvragen wat de opzet is van Eufor: een humanitaire missie of de EU profileren als belangrijke speler in de olierijke regio.
Ander nieuws uit de Europese Unie
Binnenmarkt
De landbouwministers slaagden er opnieuw niet in een akkoord te bereiken over de import van vier soorten genetisch gemodificeerd maïs van Monsanto, en een genetisch gemodificeerde aardappel van BASF, de Amflora. Volgens wetenschappers zou deze laatste resistentie in het milieu kunnen verspreiden tegen antibiotica. Resistentie tegen antibiotica is nu al een groeiend medisch probleem(5). Omdat de landbouwministers geen meerheid bereikten, noch voor het toelaten, noch voor het verbieden, is volgens de comitologie-procedure nu het laatste woord aan de Europese Commissie.
De EU is door de Wereld Handelsorganisatie in het ongelijk gesteld in het geschil over de import van bananen. De EU privilegieerde tot voor kort de import van bananen uit ex-kolonies. De EU heeft vóór de uitspraak haar importregime al bijgesteld, maar is toch geïrriteerd, omdat de VS zich met het geschil hebben bemoeid, terwijl de VS helemaal geen bananen uitvoeren.
De discussie in de Europese Commissie en de raad over de omgang van de EU met de globalisering gaat verder. Eurocommissaris voor de handel Mandelson beet in het zand toen hij zich verzette tegen antidumping heffingen op de import van in China gemaakte luchtcompressoren. Mandelson is voor vrijhandel, en vond de import van goedkope producten een goede zaak voor de Europese economie. De meerderheid wilde toch liever de Europese producenten van luchtcompressoren beschermen. Eurocommissaris Rehn anderzijds vindt dat de EU niet te terughoudend mag zijn tegenover sovereign wealth funds, kapitaalfondsen gecontroleerd door landen uit het zuiden met grote handelsoverschotten die zich de laatste tijd meer en meer inkopen in westerse bedrijven. Anderen hebben hun twijfels, en willen bijvoorbeeld energienetwerken en transportinfrastructuur beschermen tegen buitenlandse controle.
Sociaal Europa
De uitspraken van het Europees Hof van Justitie in de Vaxholm- en Vikingzaken blijven voor beroering zorgen(6). John Monks van het Europees Vakverbond (EVV) vraagt dat de Europese Unie een “clausule van sociale vooruitgang” opneemt in de verdragen, om het recht op collectieve actie van de werknemers te beschermen. Diezelfde Monks “dreigde” de Europese grondwet af te keuren indien het Handvest van de grondrechten, dat het tweede deel zou worden van de Europese grondwet, het stakingsrecht in Europa niet waarborgde. Toen dat inderdaad niet gebeurde belette dit Monks niet de lof te zingen van dit Handvest en de Grondwet…
Het EVV meent dat gelet op de genoemde arresten er ook gesleuteld moet worden aan de uitzendrichtlijn en de dienstenrichtlijn, en dat de richtlijn over interim-arbeid nu ook heel dringend wordt.
De abrupte sluiting van een grote en rendabele fabriek van Nokia in Duitsland zorgde voor nieuwe schokgolven in de syndicale wereld. Als reactie heeft de Europese Commissie de Europese sociale partners gevraagd de onderhandelingen over een herziening van de richtlijn over de Europese ondernemingsraden op gang te trekken. Zij krijgen hiervoor negen maanden, zoniet komt de Commissie zelf met een voorstel. De herziening van deze richtlijn is een oude eis van de Europese vakbeweging. Het EVV wil onder meer de norm van 1000 werknemers voor een Europese ondernemingsraad verlagen, en meer garanties op overleg en informatie in geval van sluitingen en afdankingen.
Het blijft een open vraag of de vakbonden iets kunnen afdwingen. Het klimaat in Europa is niet ongunstig. De crisis rond de Europese grondwet heeft de legitimiteitscrisis van het neoliberalisme duidelijk gemaakt, en het verzet tegen de Bolkensteinrichtlijn heeft sporen nagelaten en het zelfvertrouwen van de neoliberale krachten aangetast.
Het offensief rond de flexicurity is voorlopig verzand in een fact finding “mission for Flexicurity” die Commissaris Vladimir Spidla naar 4 tot 5 lidstaten zal brengen om er feiten over flexicurity te verzamelen. De Commissaris wordt daarin bijgestaan door een werkgroep met zeven leden, waaronder de vice-secretaris-generaal van het EVV Maria Helena André. “Tijd winnen” lijkt het ordewoord(7).
Tot tweemaal toe heeft de Europese Commissie ook een ontwerp van richtlijn over de gezondheidsdiensten ingetrokken, uit vrees voor een nieuwe confrontatie. Commissievoorzitter Barroso heeft de terugtrekking uitdrukkelijk gemotiveerd door te zeggen dat Europa in deze delicate periode geen nieuwe Bolkensteinaffaire kan gebruiken. Met een “delicate periode” wordt dan verwezen naar de ratificatie van het Verdrag van Lissabon, de Europese verkiezingen in juni 2009, en het feit dat heel wat posten en postjes in de EU na die verkiezingen opnieuw moeten worden ingevuld.
Zal de Europese vakbeweging deze relatief gunstige periode echter weten te gebruiken? Tot nog toe behoorde het EVV tot de koele EU-minnaars die als puntje bij paaltje kwam het lukken van de Europese opbouw belangrijker vinden dan de sociale rechten van de werkende mensen. Hoe dikwijls zal deze ezel zich nog aan dezelfde steen stoten?
Volgend jaar wil het EVV vooral wegen op de Europese verkiezingen: via diskreet lobbywerk of door mobilisatiecampagnes voor de eisen van de vakbeweging?
Migratiebeleid
Van 11 tot 13 september 2008 wordt in Madrid het Migratie Wereld Sociaal Forum georganiseerd.
Politie en justitie
De eurocommissaris van justitie en binnenlandse zaken Franco Frattini maakte weer een rist nieuwe plannen bekend. Big Brother komt met reuzenschreden op ons af.
Frattini wil de vingerafdrukken opslaan van alle niet-EU-burgers die naar Europa komen. Het elektronisch register onthoudt ook hoe ze betalen voor hun reis, wat hun bestemming is, wanneer ze binnenkomen en weer weg gaan. Inkomende reizigers zullen op voorhand via elektronische weg de toelating moeten vragen om de EU binnen te komen. Dergelijk systeem werkt al in Australië, en ook de VS plannen iets dergelijks. Het wordt nog gekker: zoals je nu al je producten zelf kan scannen in de GB, kunnen inkomende reizigers in de toekomst elektronisch hun paspoort laten controleren: de computer scant de biometrische gegevens in je paspoort, je oog wordt gescand, de twee worden vergeleken, en als alles klopt gaat de deur van het hokje open. Menselijk contact komt er niet meer aan te pas (tenzij er iets niet klopt volgens de computer…).
“We kunnen niet hebben dat de maffia, mensenhandelaars of terroristen betere technieken hebben dan onze politie”, aldus Frattini.
Hij wil ook een systeem ontwikkelen om mensen te detecteren die de grens oversteken tussen de officiële grensovergangen. ‘Eurosur’ zou ondermeer gebruik maken van satellieten.
Frontex moet versterkt worden om hetzelfde te doen op zee.
Deze voorstellen van Frattini hebben betrekking op de 24 Schengenlanden. Ze moeten nu door de Europese beslissingsprocedure waarin ook het Europees Parlement een woordje mee zal praten.
De VSA van hun kant hebben nieuwe eisen gesteld aan Europese onderhorigen die naar de VS willen reizen. Zij willen gewapende politiemensen op trans-Atlantische vluchten met Amerikaanse maatschappijen. Zij willen ook dat invliegende reizigers op voorhand een elektronische toestemming vragen om de USA binnen te komen. Bovendien hebben zij aan hun eerdere lijstje van 19 gegevens nieuwe vragen toegevoegd: gegevens van passagiers die over de USA vliegen zonder er te landen, gegevens over mensen die de neutrale zone binnenkomen bijvoorbeeld om oudere of zieke passagiers op het vliegtuig te helpen, en informatie over verloren of gestolen paspoorten.
De Europese Unie reageerde verontwaardigd, niet op de eisen zelf, maar omdat de VS hun vragen richtten tot de afzonderlijke lidstaten, en niet tot de EU als zodanig. De irritatie werd nog sterker toen Tsjechië inderdaad een apart akkoord ondertekende met de VS: het land dat nog geen visa-vrije toegang tot de VS heeft hoopt dit te bekomen door bilaterale toegevingen.
Binnen Europa zelf is er een groeiende tendens om identiteitskaarten verplicht te maken, en de eigen paspoorten uit te rusten met elektronische chips en biometrische gegevens. Vorig jaar is er al afgesproken dat lidstaten hun databanken voor DNA, vingerafdrukken en nummerplaten van auto’s voor elkaar openstellen.
Al de Europese en Amerikaanse databanken bij elkaar bevatten een enorme hoeveelheid informatie over potentieel honderden miljoenen mensen. Europarlementsleden verklaarden in de media echter dat zij de eerste waarborgen voor de bescherming van de privacy nog moesten zien. Bovendien is de vraag waartoe dit alles dient.
Terroristen of handelaars in kinderporno kom je niet op het spoor door honderden miljoenen mensen na te trekken, maar door gericht onderzoek op netwerken. Informatie over in- en uitvliegende passagiers is al helemaal onzin, want de belangrijkste deelnemers aan terroristische aanslagen in Europa waren ofwel EU-burgers, ofwel mensen die hier sinds jaar en dag leefden met geldige verblijfspapieren.
Vluchtelingen echter worden door al deze maatregelen wel in de problemen gebracht. Zij hebben niet altijd de mogelijkheid eerst een elektronische toelating te vragen en biometrische gegevens mee te delen alvorens in een vliegtuig te stappen. Met de nieuwe maatregelen wordt het veel moeilijker eerst een Europees land binnen te raken, en pas dan een asielvraag in te dienen.
Van Liechtenstein onder elektronische bewaking te stellen lijkt anderzijds nog geen sprake.
Buitenlands- en veiligheidsbeleid
De Franse president Nicolas Sarkozy wil een militaire elite-eenheid samenstellen gebaseerd op de zes grootste lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Engeland, Spanje, Italië en Polen). De zes landen zouden samen een aantal verbintenissen aangaan, zoals minstens twee procent van hun BBP besteden aan defensie, hun militaire markten opengooien (de defensie-industrie valt momenteel niet onder de regels van de binnenmarkt) en 10.000 manschappen ter beschikking stellen van een interventie-eenheid. Het plan zou officieel gelanceerd worden na de ratificatie van het Verdrag van Lissabon.
Een heuse rel brak uit tussen Angela Merkel en de Turkse premier Tayyip Erdogan. Deze laatste zou zich tijdens een bezoek aan Duitsland hebben uitgesproken tegen een “assimilatie” van de Turkse immigranten, wat door vele Duitsers verstaan werd als verzet tegen “integratie”. Duitse politici meenden dat Erdogan zich had opgesteld als de premier van de Turkse migranten in Duitsland. De spanningen met de Turkse gemeenschap in Duitsland stonden onder druk nadat een brand in een huis in Ludwigshafen negen dodelijke slachtoffers van Turkse afkomst had gemaakt.
In Cyprus werd de communist Demetris Christofias tot president verkozen. Met deze verkiezing hebben de Griekse Cyprioten zich uitgesproken voor een oplossing van de tweedeling van het eiland, wat op zijn beurt de relaties tussen de EU en Turkije gemakkelijker zou maken.
(Uitpers, nr 95, 9de jg., maart 2008)
Dit artikel werd afgesloten op 28 februari 2008. Het is de negende aflevering van onze kroniek over de Europese Unie. Sinds juni 2007 vatten we maandelijks in Uitpers de belangrijkste actualiteit van de Europese Unie samen. De informatie steunt op www.euobserver.com, de websites van de Europese instellingen, de kranten en de activiteit van de Europese sociale bewegingen.