De Kosovaarse premier Albin Kurti is momenteel kop van jut in Washington en Brussel. Zowel VS als EU verwijten hem zijn koppigheid in de relaties met de Servische minderheid in Kosovo en met Servië zelf. In eigen land krijgt hij vooral kritiek voor zijn pogingen om kritische media het zwijgen op te leggen.
Kurti, met het etiket ‘linkse nationalist’, kwam in botsing met EU en VS toen hij in mei weigerde de installatie van etnische Albanezen in vier overwegend Servische gemeenten, te bevriezen. Serviërs voerden daar acties tegen, waarbij ze ook militairen van de Navo aanvielen. Kurti hield voet bij stuk, hij weigert ook een tien jaar oud akkoord uit te voeren om een gebied met Servische meerderheid autonomie te verlenen.
De arrestatie van Kosovaarse Serviërs door de Kosovaarse politie zorgde voor nieuwe spanningen. VS-diplomaat Gabriel Escobar kwam tussenbeide om de gemoederen te bedaren. Maar die blijft erg gefrustreerd omdat Kurti het plan van Escobar en van EU-diplomaat Miroslav Lajcak voor een regeling tussen Kosovo en Servië, blijft afwijzen. Het voorstel komt er in feite op neer dat Servië Kosovo in de praktijk als een apart land zou behandelen zonder dat officieel te zeggen.
Plaatsnamen
In Kosovo verwijt de oppositie premier Kurti dat hij kritisch media het zwijgen wil opleggen. Het ministerie van Handel kondigde half juni aan dat privézender Klan Kosova zijn inschrijving in het handelsregister kwijtraakt. De zender, eigendom van een zeer rijke familie, heeft tot half juli om zijn situatie uit te klaren.
Een van de verwijten aan de zender is dat hij bij zijn registratie enkele Kosovaarse plaatsnamen met hun Servische benaming heeft opgegeven. Dat zou de indruk wekken dat Kosovo nog altijd een deel van Servië is, aldus het verwijt.