Maar Saoedi-Arabië in de Mensenrechtenraad is als het benoemen van een pedofiel tot directeur van een school. De helemaal niet zo fraaie toestand van de mensenrechten in Saoedi Arabië is wereldwijd gekend. Maar dat is blijkbaar voor de VN, althans voor een meerderheid van de leden, geen bezwaar om de post toe te vertrouwen aan een monarchie die in eigen land een onderdrukkingssysteem handhaaft, waar publieke onthoofdingen normale zaak zijn, waar lijfstraffen worden uitgesproken en vrouwen geen rechten hebben. Saoedi-Arabië zelf is van oordeel dat het van goede huize is om via deze voorzitterspost de mensenrechten te promoten.
Blijkbaar willen heel wat landen in de wereld het Saoedisch regime vleien. Het Westen heeft als één man gestemd voor de kandidatuur van Riyad, onder het goedkeurend oog van de westerse wapenverkopers, die zich uiteraard geen zorgen maken over de mensenrechten in Saoedi-Arabië. Voor het Parijs van president Hollande, bijvoorbeeld, is een wapencontract van tien miljard deze maskerade waard. De media gingen snel heen over het feit dat Hollande eretekens verleende aan leden van de Feisal familie en op die manier de Franse eerbaarheid van ‘La Grande Nation’ devalueert. Ook in andere westerse landen krijgen prinsen van Saoedi-Arabië een gulle ontvangst en eretekens.
De VN wordt door sommige landen als de geschikte speeltuin beschouwd om beloningen uit te delen die hun bilaterale handelszaken en geopolitieke belangen met Saoedi-Arabië ten goede kunnen komen. Graag wordt de schijn hoog gehouden dat de eerbiedwaardige instelling de wereldgemeenschap vertegenwoordigt, maar deze fictie is in tegenstrijd met de realiteit. De VN vormt een forum waarin politieke spelletjes, onderlinge afspraken, de voor-wat-hoort-wat mentaliteit een echt gemeenschappelijk wereldbeleid onmogelijk maken. De mensenrechtenraad is in feite de meid voor alle werk in dienst van de plutocraten geworden. Hij wordt gebruikt als internationale arena, het strijdperk voor het imperium om landen te ontwrichten of opnieuw op te delen, in een slecht daglicht te stellen. Als er werkelijk om mensenrechten wordt opgetreden is dat eerder uitzondering dan regel in die politieke heksenketel.
De verkiezing van de voorzitter van de VN-mensenrechtenraad greep plaats drie weken nadat Saoedi-Arabië met zijn brutale luchtaanvallen een bloedbad aanrichtte onder de bevolking van Sanaa. Als symbooldrager voor de mensenrechten van hogervermelde VN-instelling kan dat tellen. Een cynicus zou zeggen dat men van geluk mag spreken dat men het Saoedische koninkrijk het voorzitterschap voor vrouwenrechten of de Nobelprijs voor de vrede niet heeft gegeven.
Kennelijk heeft niemand kunnen verhinderen dat de Saoedi’s dankzij de unanieme steun van de westerse vertegenwoordigers werden verkozen, als compensatie voor hun agressieve militaire optreden in de buurlanden, voor hun financiële logistieke steun aan de proxy Jihad koppensnellers. Maar men heeft bewust vermeden deze dossiers in rekening te brengen: het zou de medeplichtigheid van het Westen aantonen in het drama dat diverse landen van het Midden-Oosten teistert. Men wil bewust Saoedi-Arabië en C° niet voor de borst stoten. Want in de ogen van Washington en NAVO dient het argument van mensenrechten om bombardementen en militaire interventies te rechtvaardigen niet om deze te verbieden. Alleen wanneer de schendingen verondersteld worden te zijn uitgevoerd door de Russische zijde dan is het voor hen een oorlogsmisdaad.
Twee dagen voor de benoeming van de voorzitter, werd een school in Idib (Syrië) aangevallen. Volgens de VN waren er 28 doden, waaronder 22 kinderen. De VN heeft geen dader aangewezen bij gebrek aan concrete bewijzen. Maar de westerse propaganda-agentschappen en media hebben onmiddellijk de schuld bij Rusland gelegd. Moskou heeft iedere betrokkenheid ontkent en bewijzen geleverd dat er geen luchtaanval was. Dat was niet van belang, men kon zo Moskou en Damascus beschuldigen van oorlogsmisdaad, en meteen ook een gunstige stemming voor Riyad als voorzitter van de mensenrechtenraad bewerkstelligen. Met als resultaat dat Moskou minder stemmen kreeg dan Kroatië en niet meer vertegenwoordigd is. De samenstelling van de mensenrechtenraad is dus een politiek steekspel geworden om Moskou verder te isoleren maar waardoor Saoedi-Arabië beloond werd met het voorzitterschap.