De onzekere rol van de Koerden in Voor-Azië en het Midden-Oosten
Turkije verbiedt nog altijd te reppen van de Armeense Volkenmoord die in 1915 begon en uiteindelijk ruim anderhalf miljoen Armeniërs door pogroms, moord, uitputting, ziekte en vervolging het leven kostte. Er bestáát geen volkenmoord, wie anders beweert mag zich aan een lang proces en een onprettige gevangenisstraf verwachten. Op een moment dat zich alweer een nieuwe politieke zuivering aftekent nu het gerecht de protesten op het Geziplein van twaalf jaar geleden oprakelt, met het oog op de Turkse presidents- en parlementsverkiezingen in 2028 (The Economist, 15 februari 2025), ligt de ontkenning van de Armeense uitroeiing gevoeliger dan ooit. Integendeel, beweert huidig islamitisch president Recep Tayyip Erdoğan, wij Turken zijn slachtoffers, en wel van de Bergturken.
Dat eufemisme, of beter Newspeak, duidt op de Koerdische minderheid in Turkije, die in 1978 overging tot gewapend verzet na decennia van onderdrukking. De Koerdische Arbeiderspartij, PKK, heeft dat verzet bijna een halve eeuw volgehouden, de prijs lag veel hoger dan in Noord-Ierland: ruim 40.000 dodelijke slachtoffers vielen te betreuren. Pas voor enkele weken, op 27 februari, ontbond Abdoella Öcalan vanuit zijn eilandgevangenis op Imrali, zijn “terreurgroepering”, zoals Erdoğan de PKK de hele wereld heeft opgelepeld. Meestal tegen heug en meug, de Europese Unie wachtte zelfs tot 2002 om zover mee te gaan. Er was toen nog hoop dat Turkije werk zou maken van democratisering en gelijkheid voor minderheden, eisen die de Unie onder meer als voorwaarde stelt voor toetreding (die sinds de associatie-overeenkomst van 1963 aansleept en nu geblokkeerd zit).
Beladen verleden
Ankara tracht met alle moeite de aandacht af te leiden van de fouten uit het verleden. Maar het was in de Groote Oorlog bondgenoot van Duitsland geweest (en zou dat nog eens overdoen in W.O. II), en het zieltogende Ottomaanse kalifaat was aan zijn zwanenzang toe. Niet zij maar de Jonge Turken van Moestafa Kemal hebben het land in de najaren van de eerste oorlog van de ausradierung gered. Het land dat zoenoffer dreigde te worden van koloniale mogendheden zou tussen twee verdragen in door de Grieks-Turkse oorlog (1921-1922) de grootste vernederingen ontlopen. Maar de zuivering van de Westkust na de val van Smyrna (nu Izmir) waar de Grieken de dienst uitmaakten, was een regelrecht verlengstuk van wat de Armeniërs overkwam. Alleen stond Athene aan de goede kant, en bleven de moordpartijen beperkt, hoewel een miljoen Grieken werden uitgewezen naar Thracië (en van de weeromstuit werden een half miljoen Turken verjaagd naar het Turkse vasteland).
Het Verdrag van Sèvres (1920) voorzag de totale ontmanteling van Turkije in mandaatgebieden voor Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Griekenland, Armenië (namens de VS), een onafhankelijk Koerdistan, een internationaal grondgebied en een onooglijk stukje resterend Turkije. Dat Verdrag is door Turkije nooit geratificeerd. Integendeel, tegen 1923, bij het Verdrag van Lausanne, had Kemal Atatürk zo handig gemaneuvreerd dat het land vrijwel heelhuids zijn oude grenzen kon behouden. Over Koerdistan was al een kruis gemaakt tussen de conferenties van Londen (februari 1920) en San Remo (april 1920) in.
Het intern verzet, de nationalistische opstoot, de doorbraak van een seculier leger en later de afschaffing van sultanaat (1922) en kalifaat (1924) zetten Turkije op een moderne, Westerse koers. En het woelige verleden (collaboratie en massamoorden) werd snel begraven. Tot vandaag krijgt politiek Turkije het niet over de lippen om de standrechtelijke moord bevolen door Talaat Pasja op de elite van de Armeense gemeenschap en de vervolging opgezet door Enver Pasja (die de Kaukasusoorlog tegen de Russen schandelijk had verloren, en de Armeniërs de schuld gaf) met dodenmarsen van vrouwen en kinderen naar de woestijnstad Deir Ez-Zor, te erkennen als pure volkenmoord.
Merkwaardig genoeg – en nog een reden voor de Turkse haat – heeft Öcalan wel schuld bekend voor het Koerdische aandeel in de genocide. In 2014 schreef hij letterlijk in Agos: “Today, the entire world should confront the historical truth of what happened to the Armenians and share their pain, paving the way for mourning. Inevitably, the Turkish Republic too will have to approach this issue with maturity and confront this painful history.” Dat was niet de eerste keer dat hij opriep tot gewetensonderzoek. Al in 1998 had hij een gelukwens gestuurd naar de nieuwe Armeense president Kocharyan, waarin hij verwijst naar België: “I also welcome and endorse the passage of a resolution in the Belgian Senate calling on the Turkish government in Ankara to recognise the reality of the Armenian holocaust perpetrated by the last Ottoman regime”.
Nieuwe tijden
Dat Öcalan vrij onverwacht zijn organisatie ontbindt, heeft, volgens een Koerdische collega in het Europees Parlement, twee redenen. De – wellicht onhaalbare – hoop op zijn vrijlating na een schandelijke ontvoering door de Turkse geheime dienst in Kenia (1999), helemaal in de stijl van Eichmanns schaking door de Mossad in Argentinië (1960). De pro-Koerdische partij HDP koppelt trouwens het afzien van geweld aan de vrijlating van Öcalan. De tweede reden is voortschrijdend inzicht. Net zoals David Ervine in Noord-Ierland, die moordaanslagen pleegde voor de protestantse militie PUP, maar tot inkeer kwam in de gevangenis en pacificatie nastreefde, beseft de 75-jarige Öcalan dat de tijden veranderd zijn, dat geweld contraproductief werkt voor de goede zaak.
Misschien ook het besef dat de PKK fel verzwakt is geraakt. Zijn brief, waarin hij “ontwapening zonder overgave” beval, en opheffing van de PKK, werd openbaar met luidsprekers voorgelezen in het stadje Van. Een omineuze plek, want daar vochten de Armeniërs in 1915 met het Russisch leger tegen de Turken die hen wilden uitdrijven. De stad bleef tot 1920 betwist gebied, en zag toen de laatste etnische zuivering van de hele “Armeense kwestie”.
De meest recente inzichten in de medeverantwoordelijkheid door de Koerden wijzen niet op een systematische houding, wel op de nefaste rol van enkele stamhoofden. Hoessein Tahiri (Insight International, 22 april 2015) stelt: “The Armenian grief was not so much towards the Kurdish people as a whole but more towards the Kurdish tribal leaders who exploited them”. Hij citeert ook een Armeense krant die volhoudt dat “the demands of the Kurdish and Armenian peasants were the same but it was Kurdish tribal leaders and landlords who were exploiting them. It particularly pointed at two Kurdish tribal leaders, Musa Bag and Nazim Bag, and accused them of not only exploiting the Armenians but their own tribesmen”.
“Terreurgroep”
In Straatsburg sprak ik met advocaat Fajik Jagizai , erkend vluchteling en officieel vertegenwoordiger van de Koerdische gemeenschappen bij de Europese instellingen en de Raad van Europa. Hij ontloopt mijn vraag over de betrokkenheid der Koerden niet en erkent ruiterlijk dat een deel van hun voorvaderen danig over de schreef is gelopen.
Anderzijds ontkent hij heftig dat de PKK een terreurbrigade was. Zelfs de DEM-partij (die de met verbod en uitsluiting bedreigde HDP aflost) weigerde een resolutie te onderschrijven om de PKK uit te bannen. “De PKK is niet een reden voor, maar het resultaat van de Koerdische kwestie. De Turkse overheid en de al lang gecensureerde media leggen ons die druk op. Maar als wij zo’n resolutie ondertekenen, zal de PKK dan verdwijnen ? Ze heeft ten minste internationale aandacht voor onze zaak opgebracht. Het zijn de staatsbelangen, economische en politieke, die Turkije uitbuit. Daarom staat de PKK als terreurgroep op de lijsten van de VS en de EU”.
Echt ongelijk heeft Jagizai niet. Geen dag later zit Turkije mee aan de Europese tafel in Londen die naarstig een Europees defensiesysteem wil optrekken. Turkije heeft na de VS dan ook het tweede grootste leger van de NAVO. En op 7 maart sluit de Turkse familie Bayraktar (eigenaar van een grote drone en onbemande jets fabriek; Selçuk Baikarat is ook nog eens de schoonzoon van Erdoğan) een samenwerkingsakkoord met het Italiaanse Leonardo, een wapenreus met wereldwijd 53.000 werknemers. Door die joint venture kan Turkije zijn verkoopsmogelijkheden in Europa fors optrekken. Geld heeft geen geur. De Turkse drones zijn overal inzetbaar, in Azerbeidjan (tegen Armenië), in Syrië (tegen Assad), in Rusland (tegen Oekraïne), in Europa (om Amerikaans wapentuig te vervangen).
In dat licht valt het op dat Öcalan geen onafhankelijkheid meer nastreeft, wel federalisme. En dat geldt ook in de buurlanden, Syrië, Irak, Iran, Rusland, waar alles samen evenveel Koerden wonen als in Turkije, 25 miljoen. En federalisme houdt geen verlies van identiteit in, dat blijkt in Irak en in Rojava (Noord-Oost Syrië). Mazloem Abdi, het hoofd van de Syrische Democratische Krachten (SDF), heeft net een omstandig akkoord met de nieuwe Syrische president Achmed al-Sjara ondertekend. “Le texte prévoit l’intégration de toutes les institutions civiles et militaires du nord-est de la Syrie au sein de l’administration de l’Etat syrien, y compris les postes-frontières, l’aéroport ainsi que les champs pétroliers et gaziers”, noteert verslaggever Elmali Huseyin op zijn dagelijkse blog (11 maart 2025). De Koerdische troepen die ISIS in 2019 tot stilstand brachten en versloegen, blijven een afzonderlijk legeronderdeel.
Dat ze intussen door de Amerikanen voor schut zijn gezet en niet eens een bedankje kregen voor hun inzet, bedekken ze vandaag met de mantel der liefde.
Imamoglu
“Begrijp ons niet verkeerd. Wij willen dat Turkije eindelijk in de Europese Unie komt. Maar niet in dit rancuneuze tijdsgewricht. Drie keer al heeft Ankara de uitslag van de verkiezingen in onze gebieden zo goed als ongeldig verklaard. In 2016, onmiddellijk na de zogenaamde mislukte putsch, in 2019 en in 2024. Altijd volgt Erdoğan dezelfde taktiek. Verkozen burgemeesters of Koerdische parlementsleden worden ervan beschuldigd samen te heulen met de PKK. De burgemeesters worden gewoon afgezet en vervangen door een goeverneur van Erdoğans partij. De gemeenteraden worden opgeheven, één man beslist nog over wat kan en moet. Die metode dreigt nu ook in Van. De politieke oppositie tegen de AKP van Erdoğan wordt met dezelfde afpersing monddood gemaakt. Vrijwel alle Koerdische verkozenen – in 2018 haalden ze 67 zetels op 600 en vormden ze de derde grootste partij in het parlement – zijn onwettig van hun onschendbaarheid beroofd voor toespraken tijdens hun mandaat. En men rekt hun vervolging om te verhinderen dat ze hun taak uitoefenen. Zo zit onze vroegere co-voorzitter (2014-2023) Selahattin Demirtaş nog altijd vast. Eerst zou het voorarrest niet meetellen voor de 4 en een half haar cel die hij kreeg voor “terreurpropaganda”, Ankara legde zelfs een eis tot vrijlating van het Europees Hof van de Mensenrechten koud naast zich neer. En om hem politiek helemaal af te maken kreeg hij in een nieuw proces liefst 28 en een half jaar, zijn co-voorzitter Figen Yuksendag zelfs 30 jaar in 2024. Zij moeten opdraaien voor de 37 doden en honderden gewonden die vielen bij rellen in het door IS belegerde Syrische grensstadje Kobani. In 2014”. De Turkse regering had toen de hand in eigen boezem moeten steken, want “de Koerden waren heel boos om wat volgens hen het gebrek aan actie was van de Turkse overheid tegen terreurgroep IS”, aldus Inge Vrancken (VRT NWS, 16 mei 2024).
Overigens heeft een truuk om hun verkiezing te verhinderen gefaald: jarenlang was een kiesdrempel van 10% ingevoerd, drie keer werd die kaap genomen. Nu Erdoğan de macht van de oppositie voelt groeien, maakt hij rare sprongen, denk maar aan de annulering van de verkiezingsoverwinning van de kemalist Ekrem Imamoğlu tot burgemeester van Istamboel – voorheen het wingewest van Erdoğan zelf. Het affront werd nog groter toen bij de herstemming in juni 2019 zijn meerderheid van 25.000 stemmen naar 800.000 opklom.
Dat heeft Erdoğan nooit verwerkt. Hij zoekt nu wegen om Imamoğlu voorgoed politiek uit te schakelen. Op 11 februari 2025 zijn een tiental CHP-medewerkers opgepakt op beschuldiging – andermaal – van “terreur”. Maar “A week before that, prosecutors announced they would seek over seven years in prison and a ban from politics for Ekrem Imamoğlu (…) for ‘insulting’ and ‘threatening’ the city’s chief prosecutor. Police have also arrested five journalists for broadcasting an interview with an expert witness said to have played a key role in the investigations against Mr Imamoglu and other CHP mayors” (The Economist, 15 februari 2025).
Het is duidelijk dat de president de vis tijdig wil verdrinken, want Politico heeft uitgevogeld dat sinds zijn aantreden zes jaar geleden “42 administrative and 51 judicial investigations had been opened against him [Imamoğlu] and his office”, samen goed voor 25 jaar celstraf (Elçin Poyrazlar, 4 maart 2025).
Syrië
Turkije is notoir onberekenbaar geworden. Jarenlang was er een open conflict met president Assad in Syrië. De voorbije jaren was er toenadering, maar de omwenteling komt de Turken goed uit. Het is vanuit door hun gesteunde grensgebieden dat de opstand van Al-Sjara in ijltempo korte metten kon maken met het bewind van Assad, maar blijkbaar wel nood heeft aan Koerdische hulp om de wrok tegen de Alawieten onder controle te krijgen, en tegelijk de Koerdische gebieden in Syrië te vrijwaren van Turkse aanvallen.
Hetzelfde geldt voor de Russische beschermheer. Die heeft twee bases in Syrië. Eerst de Chmeimim luchtmachtbasis van waaruit Assad is kunnen vluchten, en waarvan onzeker blijft of ze zal openblijven, dan wel door Syrische of Amerikaanse troepen wordt overgenomen. Hier houdt Al-Sjara zich op de vlakte, wetende dat zijn oorlogsuitrusting hoofdzakelijk uit Russische wapens bestaat: “‘We don’t want Russia to exit Syria in a way that undermines its relationship with our country’, he told Al-Arabiya, without providing details” (Radio Free Europa, 29 december 2024). Maar Moskou wacht hoedanook niet op uitzetting. “Russia appears to be increasing its presence in Libya, Mali, and Sudan, although experts say the loss of Syrian bases is a major blow to the Kremlin”. Daarnaast is er de zeehaven Tartoes waar Moskou tot 2066 een huur had bedongen. Maar de vloot is intussen wel teruggetrokken. “The military cargo vessels Sparta and Sparta II joined the task force in early January, and held station in a racetrack pattern for weeks, prompting speculation about a possible evacuation” (The Maritime Executive, 21 januari 2025). En inderdaad, op 20 januari 2025 heeft Damascus het contract met de Russische uitbater opgezegd.
Een en ander versterkt de Koerdische aanspraken. Janizai: “Ons grondgebied beslaat één derde van Syrië. Ons leger is groter dan dat van de staat. En we zijn rijk: landbouw, olie, gas, en vooral 90 % van alle water in het land. Wij geven onze wapens niet af, we hebben nog 12.000 gevangenen van ISIS (er vielen destijds evenveel doden) en behouden ook wat ons kenmerkt: een seculiere staat, met een uitgebalanceerde ambtenarij waarin alle minderheden zitting hebben, verdediging van de vrouwenrechten, onderwijs in eigen taal, behoud van eigen cultuur. Ons stabiele model kan mogelijk voor heel het Midden-Oosten een voorbeeld zijn”.