Onderzoeksjournalist
Iets meer dan tien jaar later neemt Trommelen een sabbatical en vestigt zich voor een jaar in Suriname waar hij als freelancer werkt voor het kritische maandbladParbode. Gowtu, klopjacht op het Surinaamse goud, is het resultaat van zijn langdurig verblijf in dat land waar in delen van de 163.000 km² ondergrond driftig naar goud wordt gezocht door porknokkers en garimpeiros.
Wie verdient er aan hun geploeter? Spekken goudzoekers de nationale schatkist of vooral corrupte tussenpersonen? Zijn goudwinning en goudhandel nog even troebel als voorheen? Kan men een top tien maken van de belangrijkste spelers in de goudsector? Dat zijn de uitgangsvragen waarmee de onderzoeksjournalist zich in de Surinaamse maatschappij begeeft. Dat blijkt geen makkelijke opdracht in een land waar onderzoeksjournalistiek een onbekend begrip is. “De burgerrevolutie van de jaren zestig, de informatierevolutie van de jaren negentig en de bozeburgerbeweging van het begin van deze eeuw zijn aan Suriname grotendeels voorbijgegaan. Het bestuur lijkt te zijn gestold in de jaren vijftig.” (p. 22)
Blinde muren
Trommelen stuit al snel op ‘blinde muren’ in het ons-kent-ons-landje van hooguit een half miljoen inwoners die niet van pottenkijkers houdt, en zeker niet als het ‘arrogante Nederlanders’ zijn zoals Surinamers onze noorderburen vaak kort door de bocht noemen. Ook niet-Nederlanders – ik woonde en werkte tussen 1998 en 2004 in Suriname – kregen met die blinde muren te maken. Voor mijn boek Omkijken naar een revolutie, Surinaamse intellectuelen onder militairen sprak ik vijfentwintig personen aan voor een interview maar uiteindelijk wilden er slechts tien meewerken. Met datzelfde probleem heeft Trommelen af te rekenen. Bovendien komt de Nederlandse journalist terecht in het Suriname dat Desi Bouterse, hoofdverdachte in de decembermoorden en in Nederland veroordeeld voor drugshandel, in 2010 tot president heeft verkozen. Na de afkondiging van een amnestiewet om Bouterse uit de greep van justitie te houden zijn Nederland en Suriname nog verder uit elkaar gegroeid en precies in die moeilijke omstandigheden begint Trommelen aan zijn onderzoek. Hij klopt op vele deuren – herhaaldelijk, soms weken lang, ook bij hoofdrolspelers als Desi Bouterse, zijn zoon Dino en Ronnie Brunswijk – maar wordt meestal met een kluitje in het riet gestuurd. Sommige vragen stel je beter niet in Suriname, maar Trommelen heeft blijkbaar voldoende lef én een lange adem. Gowtu kan dus ook gelezen worden als de speurtocht met hindernissen van een koppige onderzoeksjournalist in een maatschappelijke omgeving die met heel andere codes dan de Nederlandse werkt.
In een gedocumenteerd artikel voor Parbode toont Trommelen aan dat na het aantreden van de regering-Bouterse een onbeduidende medewerker van Bouterse, de huisdiscjockey van de Nationale Democratische partij (NDP), anderhalf miljoen US-dollar zou verworven hebben via gesjoemel met goudconsessies. “Dat geld gaat vast naar de entourage rond de president,” is de conclusie van de journalist die het nieuws in de openbaarheid gooit. Er gebeurt echter niets mee. “Het nieuws dooft snel uit, even snel als eerder het nieuws over de goudopkopers, die nauwe relaties onderhouden met de politiek en massaal belasting ontduiken.” (p. 107). Is zoiets eigenlijks wel nieuws? In Suriname blijkbaar niet: na twee dagen is het weg en heeft niemand het er meer over.
Enkele cijfers
Ondanks die tegenkanting weet Trommelen (gedeeltelijke) antwoorden te geven op zijn uitgangsvragen en dat is geen kleine verdienste. Volgens zijn gegevens produceert Suriname jaarlijks 31 duizend kilo goud, dat op de wereldmarkt ruim 1,5 miljard US-dollar waard is, want de goudprijzen breken op dit ogenblik alle records. De wereldgoudprijs per troyounce (28,35 gram) is op weg naar de 2000 dollar. Waarschijnlijk is dat bedrag nog laag geschat want in 2000 schatte dokter Ruben Lie Paw Sam, die directeur is van de Sarakreek Resource Corporation dat de jaarlijkse opbrengst aan goud via de kleinschalige goudwinning in Suriname al 25 à 30 ton was en daarnaast is de Canadese multinational Iamgold goed voor een productie van 12 ton per jaar.
Wie wordt daar beter van? Niet de staat. In 2011 incasseerde de Surinaamse overheid 180 miljoen dollar aan belasting, royalty’s en consentrecht uit de goudsector waarvan 164 miljoen betaald werd door Iamgold voor een productie van 12 ton goud en slechts 16 miljoen dollar door de kleinschalige sector voor een productie van 19 ton goud. Conclusie van Jeroen Trommelen? “Het probleem zit niet bij de multinationals. Het zit bij de Surinaamse golden boys zelf.” (p. 178) Na heel wat graafwerk kan Trommelen een top tien lijst samenstellen van Surinaamse eigenaars waarbij Ronnie Brunswijk op één en de familie Bouterse op twee prijkt. Die lijst verschijnt ook in Parbode maar wordt doodgezwegen.
Milieu
Moeilijker is het om de milieuschade, veroorzaakt door de goudwinning te negeren. Je kunt er niet naast kijken. Als vuistregel geldt dat voor elke kilo zuiver goud minimum een kilo zuiver kwik in het milieu verdwijnt. Suriname bezit een onmetelijke schatkamer aan biodiversiteit. Er zijn 200 soorten zoogdieren, 674 vogelsoorten, 130 soorten reptielen, 99 soorten amfibieën en naar schatting 5000 plantensoorten. De etnobotanicus Marc Plotkin noemde Suriname in zijn boek Onder de sjamanen an “earthly paradise regained”. Wat blijft er nog van over? In snel tempo doen porknokkers en garimpeiros aan brutale milieuvernietiging. Jeroen Trommelen bezoekt in 2011 het natuurpark Brownsberg en ziet welke verwoesting daar al jaren aangericht wordt. In 2000 maakte ik luchtfoto’s van die omgeving waarvan sommige plekken toen al meer op een maanlandschap begonnen te lijken. Het World Wildlife Fund (WWF) en Conservation International zijn actief in Suriname, maar hebben volgens Trommelen relatief weinig invloed. “Natuurorganisaties willen behoedzaam opereren en vooral geen aanstoot geven. Het WWF heeft in Suriname zelfs een diplomatieke status. Dat maakt het gemakkelijker om in contact te komen met bondgenoten of verantwoordelijke politici, maar het betekent ook dat de beschermers hun woorden op een goudschaaltje menen te moeten wegen. Zo worden ze onderdeel van de bestuurscultuur die ze geacht worden te bestrijden.” (p. 215)
Spanning
Wie uit het voorgaande de indruk zou krijgen dat Gowtu een saaie opsomming van cijfers is, heeft het mis voor. Trommelen is niet alleen een grondige onderzoeker, maar ook een journalist en schrijver die zijn lezers op een spannende manier kennis laat maken met de goudzoekerswereld. De dood van Moen, de bijnaam van Remphry King, een Surinaamse porknokker, die door een bewaker van securitybedrijf Mozart Security (in handen van een Bouterse-man) in verdachte omstandigheden wordt neergeschoten, is een leidmotief doorheen het boek. De journalist trekt niet alleen naar de rechtbank waar een schijnproces wordt gevoerd tegen een bewaker die waarschijnlijk niet geschoten heeft, hij schrikt er ook niet voor terug om naar het binnenland te vliegen om een beeld te krijgen van het harde leven van de de garimpeiros en de Surinaamse goudzoekers. Gowtu leest als een trein. Een sterke aanrader.