Volgens het internationaal klimaatpanel (IPCC) zijn er “vlugge en verregaande” veranderingen nodig op vlak van landgebruik, energie, industrie, gebouwen, transport en steden. De wereldwijde CO2-uitstoot moet tegen 2030 met 45% omlaag in vergelijking met 2010. Maar op Europees niveau heerst verdeeldheid. De Europese Raad slaagde er eind maart niet in om overeenstemming te vinden over het voorstel van de Europese Commissie (EC) om in lijn met het klimaatakkoord van Parijs een plan te aanvaarden dat de EU klimaatneutraal moet maken tegen 2050.
De tijd dringt nochtans. Voor veel mensen is het zelfs al te laat. Uit studies blijkt immers dat klimaatwijzigingen miljoenen mensen op de vlucht drijven en een activerende kracht kunnen vormen in het ontstaan van gewelddadige conflicten. Voor het uitbreken van de oorlog, kende Syrië bijv. opeenvolgende jaren van extreme droogte (2007-2010). De combinatie van watertekort, slecht waterbeheer en beleidsfouten deed opeenvolgende oogsten mislukken. Dat resulteerde in stijgende voedselprijzen, dalende inkomens en groeiende werkloosheid in rurale gebieden. Op een paar jaar tijd deed de plattelandsvlucht de stedelijke bevolking groeien van 9 miljoen naar bijna 14 miljoen mensen, wat de druk verhoogde op de stedelijke economie, infrastructuur en dienstverlening. Een combinatie van politieke, economische en milieuproblemen zorgde voor de spanningen die uiteindelijk een gewapende uitlaatklep kenden.
Een Duitse studie uit 2016 legt een indirect verband tussen klimaatveranderingen en het ontstaan van gewapende groepen in Afghanistan, Syrië, Guatemala en de regio van het gekrompen Tsjaadmeer. Begin dit jaar verscheen er een ander uitgebreid onderzoek waarin geconcludeerd werd dat klimaatproblemen een betekenisvolle rol speelden in het ontstaan van migratiestromen vanaf 2011 en in het ontstaan van de volksopstanden in het Midden-Oosten. Volgens het ‘Internal Displacement Monitoring Centre’ (IDMC) slaan elk jaar 26 miljoen mensen op de vlucht als gevolg van natuurrampen, vaak gerelateerd aan klimaatveranderingen, zoals overstromingen, stormen of droogte. Kleine eilandjes als Kiribati, Nauru en Tuvalu, waar het water de bevolking bijna letterlijk aan de lippen komt, kende het afgelopen decennium een emigratiegraad van 10%. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) schat dat het aantal klimaatvluchtelingen tegen 2050 kan aangroeien tot 200 miljoen.
Klimaatschuld
De gebieden waar deze klimaatvluchtelingen vandaan komen, dragen slechts een kleine verantwoordelijkheid in de uitstoot van broeikasgassen, terwijl de landen met de grootste historische broeikasschuld vooralsnog ontsnappen aan de zwaarste gevolgen van de klimaatverandering. Het is net in de geïndustrialiseerde wereld dat de aarzeling of onwil groot is om de dringend noodzakelijke omschakeling naar een koolstofarme economie te maken. Bovendien is de bereidheid om klimaatvluchtelingen op te vangen er zeer klein.
Veel ontwikkelingslanden dringen er bij de Europese Unie op aan om klimaatmigranten de status van vluchteling toe te kennen. De Europese huivering voor de term ‘vluchteling’ is erg groot omwille van de juridische en politieke implicaties. In 2013 stelde de EC op papier dat er geen nood was aan een vluchtelingenstatuut voor deze categorie van migranten. Een uitgebreid rapport van het Europees Parlement stelde eveneens dat het “onwenselijk en onrealistisch” is om hen bescherming te bieden op basis van de Vluchtelingenconventie van 1951. Niemand wil deze doos van Pandora openen. Andere mogelijkheid is om klimaatvluchtelingen een ‘tijdelijke bescherming’ te verlenen zoals dat het geval is voor mensen die gewapende conflicten ontvluchten. Dat is echter een beslissing van de Europese Raad en de politieke drempel daar ligt veel te hoog. Nochtans erkende EC-voorzitter Jean-Claude Junker in zijn ‘State of the Union’ van 2015 dat de klimaatopwarming “een van de grondoorzaken vormt van het nieuwe migratiefenomeen”. Hij voegde daaraan toe: “Klimaatvluchtelingen worden een nieuwe uitdaging als we niet snel reageren”.
Vooralsnog blijven de grootste historische uitstoters van broeikasgassen de problemen afwentelen op armere landen die niet over de middelen beschikken om klimaatvluchtelingen op te vangen en om de economische en politieke gevolgen ervan aan te pakken – wat de spanningen en het risico op conflicten doet oplopen. Een slinkend Tsjaadmeer, Boko Haram en klimaatvluchtelingen: deze fenomenen hebben meer met elkaar gemeen dan op het eerste zicht lijkt. Het blijft wachten op het doordringen van dit inzicht bij de bewindvoerders in de broeikasgaslanden. Maar de tijd raakt op, dus we moeten blijven aandringen.