Eén van de zaken die niet te lezen waren in de Belgische pers in verband met de Kosovo-oorlog is dat er door een groep advocaten uit diverse landen een formele klacht is ingediend bij het internationale Joegoslavië-tribunaal in Den Haag tegen de leiders van de NAVO en tegen de leiders van de NAVO-lidstaten. Wat België betreft is klacht neergelegd tegen de toenmalige premier Jean-Luc Dehaene en tegen de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Erik Derycke en J.-P. Poncelet.
Volgens Servische opgave kostte de oorlog het leven aan zeker 4.000 burgers en werden er 6.000 gewond. Wat de materiële schade betreft (spoorlijnen, wegen, fabrieken…), die werd door de Economist Intelligence Unit op 2.400 miljard frank berekend. Als Den Haag de klacht aanvaard, krijgen de drie politici wellicht een deel van die rekening voorgelegd.
Het trio wordt door de klagers verantwoordelijk geacht voor de Belgische deelname aan de onverklaarde oorlog – in België is het aan de koning de oorlog te verklaren – tegen Servië en en bijgevolg ook verantwoordelijk gesteld voor wat er tijdens de oorlog gebeurde.
De aanklachten zijn niet mals. Ze betreffen onder meer ,,moedwillig doden, bewust veroorzaken van ernstige schade aan het lichaam of de gezondheid, uitgebreide vernietiging van eigendommen zonder militaire noodzaak en dit op onwettige en willekeurige wijze met gebruik van giftige wapens of andere wapens die onnodig leed veroorzaken, willekeurige vernietiging van van steden en dorpen, of niet door militaire noodzaak gerechtvaardigde verwoesting van steden, dorpen, huizen en gebouwen en bewuste schade aan instellingen gewijd aan godsdienst, liefdadigheid en opvoeding, de kunsten en wetenschappen, aan historische monumenten en kunstwerken en wetenschap”.
Ook Joegoslavië overweegt een eigen proces tegen de westerse leiders wegens oorlogsmisdaden. Dehaene en C° hebben er wellicht nog niet van wakker gelegen. Maar de advocaten staan niet alleen. Ook de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, de voormalige Ierse presidente Mary Robinson, heeft bedenkingen bij de oorlogvoering, vooral over ,,het doden van grote aantallen burgers” door de NAVO. Ook zij is van menig dat het tribunaal in Den Haag daarover uitspraak moet doen. De Belgische justitie van haar kant heeft wegens de blinddoek van Vrouwe Justitia nog niets gezien, of ten minste publiekelijk nog geen kik gegeven.