Na vier jaar voorbereiden en vier weken intensief vergaderen heeft de herzieningsconferentie van het Non-proliferatieverdrag (NPT) in New York geleid tot een met consensus aanvaard finaal document. Het einddocument bevat twee onderdelen. In het eerste deel (een overzicht van de werking van het Verdrag) worden alle reeds opgenomen principes betreffende ontwapening, non-proliferatie en civiele kernenergie opnieuw vastgesteld, herbevestigd, benadrukt, onderschreven en erkend. In het tweede deel (conclusies en aanbevelingen) vinden we 64 specifieke acties terug, plus een akkoord rond de eerste stappen naar een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten.
Het document stelt echter teleur en laat eenzelfde nasmaak na als het vernieuwde Verdrag voor Vermindering van Strategische nucleaire wapens (START), tussen de VS en Rusland. Het is duidelijk dat we hiermee geen kernwapenvrije wereld zullen bewerkstelligen. Maar eigenlijk mogen we blij zijn dat het überhaupt tot een akkoord gekomen is. Was deze conferentie (net zoals die van 2005) uitgelopen op een totale mislukking, dan zou het reeds wankele non-proliferatie regime een finale klap gekregen hebben en zou Obama wellicht zelfs niet moeten proberen om het nieuwe START-akkoord en het Allesomvattend Test Stopverdrag (CTBT) ter ratificatie door zijn Senaat te loodsen. Anderzijds is het bijzonder betreurenswaardig dat het NPT-akkoord absoluut niet ambitieus en concreet is, zeker wat betreft het luik ‘ontwapening’.
Rebecca Johnson, een expert die de onderhandelingen reeds jaren op de voet volgt, stelt dat het akkoord de standpunten van de meerderheid van de landen niet reflecteert, omdat de kernwapenstaten er alles aan deden om concrete en tijdsgerelateerde stappen uit het actieplan te weren. Breed gedragen voorstellen van de niet-kernwapenstaten haalden het verdrag niet. Ze werden enkel weerhouden als mooie maar abstracte aspiraties. Interessante voorstellen rond de modernisering van kernwapens, de vermindering van hun operationele status, hun rol in de militaire doctrines en de terugtrekking van kernwapens van het grondgebied van niet-kernwapenstaten, werden niet weerhouden. Voor de meerderheid van de landen was de grootste ontgoocheling echter dat de kernwapenstaten een universeel en tijdsgebonden akkoord over kernontwapening (de kernwapenconventie) weigeren te aanvaarden als een principe en een concreet actiepunt.
Het enige waar op moeizame wijze een akkoord voor uit de bus kwam, was een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten. Dit is geen nieuw idee, maar wel een zeer waardevol. De laatste dertig jaar werden er geregeld resoluties in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties gestemd die opriepen voor een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten, maar ook in de Veiligheidsraad. In deze NPT herzieningsconferentie werd inderdaad een resolutie die reeds dateert van 1995 terug vanonder het stof gehaald. De resolutie roept alle landen in de regio (Israël dus) op, om toe te treden tot het Non-Proliferatieverdrag. Concreet wil dat zeggen: afzien van kernwapens en controle toelaten op de nucleaire installaties. Rond een mogelijke kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten wordt in 2012 een conferentie georganiseerd in Egypte. Benieuwd of de Verenigde Staten, Israël zal kunnen overtuigen om dan aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. In een reactie liet Israël nu alvast weten dat het niet zal komen opdagen.
Wat zouden diplomaten en politici in die tussentijd kunnen doen om de conferentie een succes te maken?
Een kernwapenvrije zone is een afgebakende regio waarin de betrokken staten zich engageren om geen nucleaire wapens aan te maken, te verwerven, te testen of te bezitten. Het verdrag van dergelijke atoomwapenvrije zone behelst een extra protrocol dat geratificeerd moet worden door de vijf atoomwapenstaten ‘erkend’ volgens het Non Proliferatie Verdrag, met name de Verenigde Staten, Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië en China. In zo’n protocol dat wettelijk bindend is, zeggen de kernwapenstaten de status van de zone te respecteren, en geen kernwapens in te zullen zetten, of er ook niet mee te dreigen ze in te zetten, tegen lidstaten van dergelijke kernwapenvrije zone.
Een eventueel verdrag voor een kernwapenvrij Midden Oosten is niet zomaar een non-proliferatie akkoord maar een ontwapeningsovereenkomst, aangezien Israël een ‘niet-erkende’ kernwapenstaat is. Een ijzersterk verificatieregime zal dan zeker nodig zijn om het politiek vertrouwen een kans te geven. Een en ander wordt nog ingewikkelder door de nabijheid van andere ‘niet-erkende’ kernwapenstaten als Pakistan. Een verdrag voor een kernwapenvrije zone moet gezien worden in de context van een regionaal veiligheidssysteem. Het is moeilijk voor te stellen om zomaar uit het luchtledige een dergelijke zone tevoorschijn te toveren. De regionale veiligheid moet rekening kunnen houden met de veiligheidsverlangens van alle staten uit de betreffende regio. Het is echter een politiek voorstel dat perspectief inhoudt op minder bewapening, op meer akkoorden van samenwerking, op respect en erkenning van elkaars rechten. Het is vooral een alternatief voor de huidige negatieve ontwikkeling, voor het verder stimuleren en uitvergroten van vijandbeelden, een alternatief voor oorlog.
Met de opname van deze passage in de eindtekst van de Herzieningsconferentie brengt de wereldgemeenschap, in dit geval met inbegrip van de Westerse landen, voor het eerst de Israëlische atoombommen mee in rekening in hun politiek beleid ten opzichte van de regio. Dit feit alleen al zou waarschijnlijk voldoende kunnen zijn om die krachten in de Iraanse beleidskringen die er niet op uit zijn om een kernwapen te verwerven – zoals het officiële discours nog altijd luidt – volop de bovenhand te laten nemen. Voor Israël zou dit ook een positieve situatie opleveren: een globaal regionaal veiligheidsakkoord waarin alle staten uit de regio zich engageren om vreedzame relaties met mekaar te ontwikkelen. Welke betere veiligheidsgaranties kan een land wensen? Maar dit is uiteraard niet mogelijk zonder een fundamentele oplossing voor Palestina: een onafhankelijke, leefbare staat.
Wat gebeurde er ondertussen buiten de conferentiezaal? Naast het feit dat de kernwapenstaten actief bezig blijven met de modernisering van hun arsenaal, gaven de VS en Groot-Brittannië exacte cijfers vrij van hun respectievelijke kernwapenvoorraden. Een kleine toegift op het vlak van transparantie, in de hoop dat Rusland en andere kernwapenstaten zullen volgen? Iran sloot intussen een nucleair akkoord met Turkije en Brazilië gebaseerd op een voorstel van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). Dit akkoord werd onmiddellijk afkeurend onthaald door de Verenigde Staten en enkele weken later werd in de VN-Veiligheidsraad beslist om nieuwe sancties op te leggen aan Iran. Een kwestie van de goede intenties preventief in de kiem te smoren.
De tegenstellingen tussen de kernwapenstaten en de niet-kernwapenstaten konden niet duidelijker zijn. Waar de kernwapenstaten werk willen maken van bijkomende controlemechanismen op civiele installaties en van een bestrijding van de verdere verspreiding van kernwapens, blijven de niet-kernwapenstaten hameren op de uitvoering van de reeds lang gemaakte belofte van kernontwapening (sedert 1970 om precies te zijn).
Het Belgische optreden op de herzieningsconferentie in New York is niet bepaald bij gebleven. De Belgische diplomaten stelden zich braaf en bescheiden op. Gelukkig zijn de ideeën van de Belgische regeringsleiders rond kernwapens al een stuk opgeschoven richting kernwapenvrije wereld. Maar ondanks het aankaarten van de kernwapen-kwestie binnen de NAVO en de uitspraken van uittredend premier Leterme over de verwijdering van de Amerikaanse kernwapens uit Europa, liggen die ondingen nog steeds op ons grondgebied. Het is dus aan de volgende regering om nog een stap verder te gaan en de verwijdering van de kernwapens in het regeerakkoord op te nemen, net zoals in Duitsland gebeurde.
Doe mee aan de e-mailactie om de verwijdering van de kernwapens in het nieuwe regeerakkoord te schrijven via www.vrede.be of www.kernwapensweg.be
(Uitpers nr. 122, 11de jg., juli-augustus 2010)