Kernenergie is een probleem en kan geen enkel soelaas bieden in de strijd tegen klimaatverandering omdat het een marginale, dure, gevaarlijke en milieuvervuilende energiebron is.
Na een lang debat besliste België in 2003 om de levensduur van zijn kerncentrales met tien jaar te verlengen vooraleer ze definitief te sluiten. Tussen 2015 en 2025 gaan de Belgische kerncentrales dicht, volgens de wet op de kernuitstap. Meerdere partijvoorzitters hebben onlangs nog de kernuitstap bevestigd, maar toch klinken de politieke en industriële stemmen die de kernuitstap in vraag stellen steeds luider. En wat gebruiken ze als argument? Klimaatverandering! Kernenergie zou volgens sommigen (een deel van) de oplossing zijn voor de grootste milieu-uitdaging van de twintigste eeuw. Cynischer kan het bijna niet: milieuproblemen bestrijden met middelen die nieuwe milieuproblemen creëren…
Te marginaal voor een rol van betekenis
Het argument dat kernenergie ons zal helpen om onze Kyotonormen te halen, houdt geen steek. Ook al stapt de hele wereld over op kernenergie, dan nog lossen we het klimaatprobleem niet op. Elektriciteit is slechts één van de vele menselijke activiteiten die broeikasgassen veroorzaken. Andere oorzaken van de toenemende broeikasgassen in de atmosfeer zijn onder meer transport en verwarming, landbouw en ontbossing. In België is ongeveer 55 % van de elektriciteit afkomstig uit kerncentrales. Maar wereldwijd bekeken, is kernenergie een marginale energiebron. Amper 2% van het finale energieverbruik komt van kernenergie. Te weinig dus om een rol van betekenis te spelen voor een globaal probleem als klimaatverandering. Als we alle elektriciteit die nu met fossiele brandstof wordt opgewerkt zouden vervangen door kernenergie, dan zouden we een hele reeks nieuwe kerncentrales moeten bouwen. Dat lijkt niet erg realistisch gezien er de afgelopen 20 jaar wereldwijd maar 15 nieuwe kerncentrales gebouwd werden. Bovendien zou de mondiale uraniumvoorraad binnen 3 à 4 jaar uitgeput zijn. Ook zonder de aanbouw van nieuwe centrales gaat de huidige voorraad uranium nog maar enkele decennia mee. Kernenergie is ook niet CO2 vrij, zoals voorstanders beweren. Als je de totale productieketen beschouwt, komt er wel heel wat CO2 vrij bij de ontginning, de raffinage en de verrijking van de splijtstof uranium, alsook bij de ontmanteling van de centrales en het stockeren van het afval. Recente studies wijzen uit dat kernenergie niet minder dan 30% CO2 uitstoot in vergelijking met moderne gasgestookte centrales. De emissies van kernenergie zijn in hoge mate afhankelijk van het percentage uranium in het erts dat wordt gebruikt als brandstof. Bij het schaarser worden van uranium zal dit percentage snel dalen en de emissies zullen toenemen.
Kernenergie is vuil, duur en gevaarlijk
Kernenergie is ook een dure optie, die enkel kan overleven via publieke subsidies en geen kansen heeft in een vrije markt. Tussen 1974 en 1998 ontving de nucleaire industrie in Europa 55 miljard dollar subsidies. De Europese Unie zelf blijft de nucleaire industrie steunen, via haar EURATOM programma en gaf 1,2 miljard euro aan atoomenergie via haar zesde kaderprogramma 2002-2006 ter bevordering van onderzoek en ontwikkeling. Voor hernieuwbare energiebronnen wordt amper een fractie van dergelijke bedragen vrijgemaakt. De kosten voor nucleaire energie blijven stijgen, terwijl die voor hernieuwbare energiebronnen dalen, omdat ze nog relatief nieuw zijn, er nog een groot potentieel is voor technologische vooruitgang en ook schaalvergroting de kostprijs doet dalen. Wat de kosten van kernenergie betreft zijn de volledige kosten nooit in rekening gebracht. Ook de klassieke bezwaren dat kernenergie gevaarlijk en milieuvervuilend is, blijven natuurlijk gelden. Als een kerncentrale het doelwit zou zijn van een terroristische actie, dan zullen de problemen niet te overzien zijn. Ook voor het radioactief afval is na 50 jaar zoeken nog steeds geen oplossing gevonden; straling van radioactief afval kan 240.000 jaar gevaarlijk blijven (een periode van de opkomst van de Neanderthalers tot nu).
Kyotot is haalbaar zonder kernenergie
Een rapport dat op vraag van de Europese Unie geschreven werd, toont aan dat het haalbaar is om onze CO2-uitstoot tegen 2050 met 90% terug te dringen, zonder een beroep te doen op kernenergie. De reducties kunnen behaald worden door de inzet van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Een rapport dat op vraag van Greenpeace door het Duitse Instituut voor Thermodynamica geschreven werd, zet een mogelijk energiescenario uit voor de 25 Europese landen. Tegen 2050 kan de helft van de Europese energievraag beantwoord worden met hernieuwbare energie en tegelijk kan onze CO2-uitstoot met 75 procent verminderd zijn. Dit alles zonder beroep te doen op kernenergie. Méér energie-efficiëntie is een cruciaal element in deze strategie, want het is natuurlijk al te eenvoudig om te laten geloven dat we met enkele windmolens alleen onze nucleaire installaties kunnen vervangen.
Tot nog toe is België wat energie-efficiëntie betreft zowat de slechtste leerling in de Europese klas. Hoog tijd dus dat België werk maakt van de leuze ‘de properste energie is de energie die niet verbruikt wordt’. België beschikt immers over een enorm potentieel voor energiebesparing, zoals een studie van het studiebureau E-ster vorig jaar nog bevestigde. Op korte termijn (2 jaar) kunnen we 9.510 Gigawatt uur (GWh) elektriciteit besparen. Dit potentieel komt overeen met een energieverbruik van ongeveer 2,3 miljoen huishoudens of 12% van het elektriciteitsverbruik in België. De maatregelen die de overheid moet nemen om deze besparingen te realiseren, hebben te maken met energiebeheersing op het vlak van verlichting, informatie- en communicatietechnologie en verwarming in administratieve en industriële eenheden en huishoudens… Op langere termijn, kan men ook door energie-efficiëntie een extra 14.260 GWh besparen, ofwel 30% van onze huidige energieconsumptie. Door energieverspilling tegen te gaan, kan België haar Kyoto engagement honoreren, de kernuitstap voorbereiden en veel tewerkstelling creëren. In Vlaanderen, net als in Brussel, begint de overheid in te zien dat ‘energiebesparing’ een goudmijn is. Ook heel wat gezinnen kiezen duidelijk voor meer propere energie, en voor energiebesparing en een lagere energiefactuur.
Kernenergie blokkeert ontwikkeling hernieuwbare energie
Kernenergie is niet alleen geen oplossing voor klimaatverandering, maar vormt ook een belemmering voor de ontwikkeling van de echte oplossing: hernieuwbare energie. Kernenergie is één van de voornaamste oorzaken van de moeilijkheden waarmee de sector van de hernieuwbare energie kampt: het ontbreken van subsidies en een moeilijke toegang tot het net. Zoals hierboven al vermeld, slokt de nucleaire sector het merendeel van de subsidies op. Wat het distributienetwerk betreft, zijn kernenergie en hernieuwbare energie allerminst complementair. Grote volumes windenergie en grote volumes kernenergie gaan bijvoorbeeld niet hand in hand. Omdat het erg duur is om een kerncentrale stil te leggen en weer op te starten, krijgen kerncentrales voorrang op andere energiebronnen om de constante vraag (in tegenstelling tot de vraag tijdens piekuren) naar elektriciteit te dekken. Eens hernieuwbare energie op kruissnelheid komt, zullen hernieuwbare energie en kernenergie vechten om de toegang tot het net. Kernenergie heeft nood aan een sterk gecentraliseerd distributienetwerk. Voor hernieuwbare energie is een gedecentraliseerd, flexibel netwerk met meer elektriciteitsproductie op lokaal niveau een absolute voorwaarde voor ontwikkeling.
Het moment is nu!
Het moment is rijp om beslissingen te nemen. De centrales en reactoren in Europa worden oud: meer dan de helft van de elektriciteitscentrales is ouder dan twintig jaar. De komende tien jaar zal de elektriciteitssector beslissen hoe de toekomst van Europa eruit ziet: een vuile toekomst met fossiele en nucleaire energie of een propere toekomst met meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. De keuze voor de laatste optie is niet alleen logisch vanuit ecologisch maar ook vanuit economisch oogpunt. De toekomst ligt evenzeer bij windenergie, als bij warmtekrachtkoppeling, biomassa, en zonne-energie.
Als we – zoals voorzien – kernenergie achterwege laten, zullen we aansluiting vinden bij de rest van Europa. Kijk maar naar Duitsland, Spanje en Denemarken, Europese koplopers wat hernieuwbare energie betreft. In deze landen gaat industriële ontwikkeling in het domein van de energie, hand in hand met milieubescherming en tewerkstelling. Op wereldvlak voltrekt de evolutie zich eveneens zonder kernenergie.
In België hebben de investeerders net zo min als in andere landen gewacht op het einde van het nucleaire tijdperk. Sinds het in werking treden van de wet op de kernuitstap, vonden er investeringen plaats, of werden er investeringen gepland in centrales met hoog rendement en in propere en hernieuwbare energie. Deze investeringen zijn goed voor een capaciteit van bijna 2500 MW. Ze kunnen ongeveer 20.000 GWh elektriciteit opwekken, ofwel meer dan wat de oudste kerncentrales samen produceren (ongeveer 14.000 GWh). Op papier zijn de reactoren van Doel 1, Doel 2 en Tihange, die ten laatste tegen 2015 hun deuren moeten sluiten, eigenlijk al vervangen. Die vervanging wordt verzekerd door efficiënte centrales met warmtekrachtkoppeling (gecombineerde productie van warmte en elektriciteit) en windmolenparken op zee. Investeerders bereiden zich dus voor op de kernuitstap…. en het zou een misvatting zijn om te denken dat ze draaien als een windhaan. Het economische belang van industriële groepen valt samen met het belang van de grote massa. Kernenergie en fossiele brandstoffen de rug toekeren, betekent kiezen voor een meer duurzame economische en industriële ontwikkeling, met meer respect voor het leefmilieu en voor de mensen.
(Uitpers, nr. 73, 7de jg., maart 2006)
Karen Janssens is campagneleider Milieu bij Greenpeace België.