De gevolgen van de doortocht van de orkaan Katrina in New Orleans hebben op een schrijnende wijze de verwoestende gevolgen duidelijk gemaakt waarmee de grote Amerikaanse steden hun zwarte en Spaanssprekende gemeenschappen en hun infrastructuur aan hun lot overlaten. Elk aspect van de catastrofe werd gestigmatiseerd door racisme en armoede, door de ongelijkheid in klasse en ras. De ongelofelijke incompetentie van het Federal Emergency Management Agency (FEMA) bewijst dan weer de absurditeit om een publieke verantwoordelijkheidspost van zo een vitale federale instelling over te laten aan vriendjespolitiek.
Media en het probleem ras en armoede
In het begin negeerden de media het feit dat het grootste aantal slachtoffers zwarten waren. De berichtgeving van de eerste dagen focuste zich op plundering door zwarte mensen die uit wanhoop en in paniek voedsel zochten voor hun familie. De media brandmerkte hen als criminelen en schoften. Ras was het onuitgesproken thema in dat soort berichtgeving Het plaatje was volledig toen de gouverneur Kathleen Blanco zei dat de soldaten zouden schieten om te doden om de orde te herstellen. De focus van de berichtgeving veranderde slechts na enkele dagen wanneer de lijken in de straten dreven. Na vijf dagen was de bevolking uitgehongerd en stierven baby’s en oudere mensen. Aangehouden aandacht voor de uitgebreidheid van de tragedie, over de vraag wie de verantwoordelijkheid had over de mensen opgesloten in de Super Dome, over de gedwongen migratie van mensen naar een overbevolkte plaats, dat soort verhalen kwamen niet aan bod in de pers.
Volgens Pamela Newkirk, van de Cornell Universiteit in New York gaf de reporter van NBC op een bepaald ogenblik toe dat hij nog nooit zoveel armoede en chaos had gezien. “De reporter sprak vanuit zijn hart, over racisme en armoede; hij toonde een stuk Amerika waarvoor de meeste Amerikanen de ogen sluiten. Dat hadden ze zich niet kunnen voorstellen. De reportage was afschrikwekkend en een uniek moment in de Amerikaanse berichtgeving.” Dat de zwarte bevolking in New Orleans geen uitgebreide familiebanden buiten de stad of geen geld had om ergens anders naar toe te gaan of dat de meeste zwarte families in New Orleans sinds generaties arm zijn, dat soort perspectief ontbrak volledig in de media . Amerika houdt er niet van geconfronteerd te worden rassenproblemen of hoe zwarten de waarde van de huizen verminderen, hoewel ze alles doen om ze netjes te houden. Als het woord racisme al viel dan werden de zwarte wijken gestigmatiseerd als plaatsen van criminaliteit, getto’s gereed voor de afbraak. Het feit dat de vele zwarte woonwijken ook de thuishaven was van een diep gewortelde werkende, midden- en professionele klasse ging totaal in de mist op.
Federale besnoeiingen
De Bush-adminstratie heeft systematisch de dwingende noden van de staat Louisiana naast zich neergelegd. Een belangrijk heropbouwplan van de kustmoerassen (Coast 2050) die de vrucht was van jarenlang onderzoek en onderhandelingen werd op de lange baan geschoven en de administratie sneed meerdere keren in de budgetten voor het onderhoud en de bouw van de dijken. De infrastructuurwerken om het water van het meer Pontchartrain binnen haar oevers te houden, werden niet afgewerkt. De besnoeiing van de huidige administratie in de budgetten voor de militaire genie tonen de prioriteiten: belastingsvermindering voor de rijken, financiering voor de oorlog in Irak, en ironische gezien, meer geld voor de “binnenlandse veiligheid”. Zonder de onderliggende politieke bedoelingen mee te tellen: New Orleans is een stad met overwegend zwarte burgers die tijdens de verkiezingen de balans meestal ten gunste van de democraten laten doorslaan. Waarom zou de huidige administratie aan haar tegenstrever 2,5 miljard dollar schenken nodig voor de constructie van een beschermingssysteem tegen een orkaan categorie 5 in New Orleans? Toen de chef van de genie, een vroeger republikeins congreslid, in 2002 protesteerde tegen de besnoeiingen in de budgetten dwong president Bush hem tot ontslag. Washington besteedde wel ontzaglijke sommen in Louisiana voor infrastructuurwerken die ten goede kwamen aan de haven en de maritieme bedrijven.
FEMA
Daarbij kwamen dan de besnoeiingen van de FEMA. Ten tijde van Clinton, onder het directeurschap van James Lee Lewit (die toen de rang had van minister), was het FEMA een pareltje van de administratie. Bij de overstroming van de Mississippi in 1993 en de aardbeving in Los Angeles in 1994 werd de efficiëntie van deze overheidsinstelling unaniem bejubeld. Bij het aantreden van de Bush-administratie in 2001 snoeide de toenmalige directeur M. Allbaugh in menig preventief programma tegen de overstromingen. Hij verliet zijn post in 2003 en hij werd de rijkelijk betaalde adviseur in dienst van firma’s die in Irak op zoek waren naar contracten. Hij duikt nu op in Louisiana waar hij zijn talenten verkoopt aan Shaw Group en Kellog, Brown & Root die hun deel van de winst willen opstrijken in de contracten voor de opruiming en heropbouw. Bush benoemde als opvolger Michael Brown, een expert in de verkoop van sperma van volbloed Arabische paarden maar volledig onkundig op het gebied van federale rampenbestrijding. Onder zijn beleid en sinds het FEMA werd ondergebracht in het departement voor binnenlandse veiligheid (DHS) werden ganse onderdelen van het FEMA ontmanteld en stil gelegd voor de strijd tegen het terrorisme en Al Qaida. Al de expertise van het Federaal Agentschap ging grotendeels verloren.
Lokale onkunde
Gedurende de laatste 100 jaar werden ongeveer 1,2 miljoen acres (485 640 ha) vochtige grond voor een groot deel opgeofferd voor zowel olie-, gasontginning en houtkap en voor industriële, commerciële, agrarische en residentiële ontwikkeling. Die ontwikkeling bracht veranderingen in het landschap teweeg zoals de aanleg van dijken, kanalen en de infrastructuur voor drainagewerken. Die vochtige gronden waren een belangrijke beschermingsgordel die als een spons de dreiging van stormvloeden opzoog. De open wateroppervlaktes die nu in de plaats zijn gekomen hebben de orkaan aangewakkerd. De nieuwe aangelegde compacte gronden, het beton en de bestrating kunnen de storm of de aanhoudende regens niet opzuigen en al het water stroomt terug naar de Golf. Economische groei heeft zich vertaald in meer water, meer gevaar en een grotere catastrofe.
De doodstrijd van New Orleans is grotendeels te wijten aan de onkunde van de federale regering maar de gouverneur en de burgemeester gaan ook niet vrijuit. In laatste instantie was de burgemeester (een democraat), Ray Nagin, een Afro-Amerikaan die een telecommunicatiebedrijf leidt en verkozen werd met 87% van de stemmen van de blanke kiezers(die 3% van het kiezerspotentieel uitmaken) verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn burgers waarvan een vierde te arm of gehandicapt is om een voertuig te bezitten. Zijn ongelooflijke onkunde om voldoende middelen bijeen te garen voor de evacuatie van de niet gemotoriseerde burgers en de patiënten van de hospitalen bewijst meer dan persoonlijke incompetentie: het toont het egoïsme van de elite van de stad, zwart of blank, die ongevoelig is voor het lot van hun arme medeburgers in de arme vervallen wijken en marginale regio’s.
Een gedeelte van de zwarte inwoners kunnen de incompetentie van hun burgemeester in het licht zien van de diepe raciale kloof die New Orleans karakteriseert. Iedereen weet dat de lokale economische elite en hun acolieten van het stadhuis ervan dromen om de armste zwarten uit te drijven omdat aan de gemeenschap een hoog percentage van delinquentie wordt toegeschreven. Hier en daar werden al, voor de doortocht van de orkaan Katrina, populaire wijken met de grond gelijk gemaakt en vervangen door luxueuze appartementen en grootwarenhuizen. Er geldt ook de “nultolerantie”: de inwoners kunnen uit hun woning en uit de wijk gedreven worden wanneer de kinderen de avondklok niet respecteren. Het objectief schijnt een groot attractiepark te zijn om de armen uit het zicht van de toeristen te houden door ze naar caravans en gevangenissen aan de rand van de stad te verdrijven
Een blank New orleans?
New Orleans toont al de eerste symptomen van etnische zuivering. Zelfs toen de burgemeester opriep voor een tweede evacuatie keerden vooral blanken terug naar de drooggebleven wijken. Terwijl zij die geen huizen meer hadden om naar terug te keren vooral zwarten waren. Dit is geen samenzwering: het is pure demografie: een weerspiegeling van het feit dat de rijkdom in New Orleans op de hoger gelegen delen van de stad gevestigd is. In sommige drooggebleven wijken zoals Algiers woonden voor de storm grote groepen zwarten met een laag inkomen maar in al de budgetten voorzien voor de heropbouw is geen geld voorzien voor de terugkeer van de vluchtelingen vanuit de verafgelegen onderkomens waar ze terechtkwamen. Zelfs wanneer de terugkeer mogelijk wordt zullen er velen zijn die zich dat financieel niet zullen kunnen veroorloven.
Katrina is dus een onverhoopte kans voor de aanhanger van een blanker New Orleans. Een republikein uit New Orleans verkondigde: “Eindelijk zijn de cités van New Orleans uitgekuist. Wat wij niet konden doen heeft God voor ons gedaan.” Hetzelfde voor de burgemeester Nagin: “Voor de eerste keer is onze stad gereinigd van drugs en geweld en we willen het zo behouden.” New Orleans dreigt een etnische zuivering te ondergaan wanneer de federale regering en de lokale autoriteiten niet snel werk maken van goedkope woningen voor de tienduizenden arme inwoners die nu nog ondergebracht zijn in voorlopige schuilplaatsen. Men spreekt al van de ombouw van enkele zeer arme wijken die onder de zeespiegel liggen tot een opvangkuip om de rijke wijken te beschermen. Wat de vorige inwoners van de armste wijken belet ooit nog te kunnen terugkeren, was het adequate commentaar van Wall Street Journal.
De contracten voor de heropbouw
Congresleden van beide partijen onderzochten begin oktober elk aspect van het antwoord van de Bush-administratie op de orkaan Katrina. Ze richtten hun ongenoegen op verdachte contracten ter waarde van honderden miljoenen dollars die zonder openbare aanbesteding aan de vrienden van Bush werden uitgedeeld. De New York Times rapporteerde dat 80% van de tot nog toe door FEMA uitgegeven contracten ter waarde van 5,1miljard dollar zonder opbod werden uitbesteed. De heropbouw van New Orleans staat van in het begin in het teken van een ideologische obsessie: het bouwen van een radicaal geprivatiseerde eigendomsmaatschappij. Het is een obsessie dat van in het begin zijn greep had op de rampenzone door hulp voor slachtoffers uitgedeeld door het Rode Kruis, Wal-Mart, en heropbouwcontracten voor Bechtel, Fluor, Halliburton en Shaw, dezelfde bende die erin slaagde zich miljarden dollars te laten uit betalen terwijl het faalde in de heropbouw van de essentiële basisvoorzieningen in Irak. Reconstructie, of het nu in Bagdad of in New Orleans is een blauwdruk voor een massieve ononderbroken transfer van rijkdom van publieke naar privé-ondernemingen.
De visie werd op papier gezet door leden van een republikeins studiecentrum, een groep van meer dan 100 conservatieve regeringsvertegenwoordigers. De groep stelde een lijst op van “32 pro-free-Market ideas for responding to Hurrican Katrine and High Gasprices”. waaronder de opheffing van de Davis Bacon wetgeving, de rampen regio omvormen tot een vrije handelszone waar voorkeurstarieven gelden voor de grote bedrijven en de ganse regio uitroepen tot een economische competitieve zone.
Het lijkt erop dat de heropbouw van New Orleans de slachtoffers van de storm voor een tweede maal zal slachtofferen. De 10,5 miljard dollar van het congres en de 500 miljoen dollar ingezameld door de privé liefdadigheidsinstellingen zijn eigendom van de slachtoffers. De instellingen zoals FEMA, het Rode Kruis en de andere organisaties die dat geld ophalen zouden aan hen verantwoording moeten afleggen. Een coalitie van Lage Inkomens in New Orleans zegt dat ze niet bij de pakken zal blijven zitten omdat de catastrofe als voorwendsel wordt gebruikt om hun huizen te vervangen door nieuw gebouwde herenhuizen voor de midden- en de hogere klassen. Op korte termijn heeft de stad voorzieningen nodig die alleen de regering kan bieden: gas en elektriciteitsleiding moeten hersteld, het drinkwater moet gezuiverd en de politie-eenheden terug opgebouwd. Scholen en hospitalen moeten terug functioneren. Het grootste probleem is dat niemand de heropbouw schijnt te leiden. In oktober stelde de burgemeester een 17 leden tellende (biraciale commissie) aan maar die heeft geen enkele macht.
Duurzame heropbouw met democratische inspraak
De reconstructie zou anders kunnen verlopen: De opbouw van scholen en hospitalen zouden kunnen heropgebouwd worden door en voor de bevolkingsgroep die het meest heeft geleden. De heropbouw zou duizenden banen kunnen creëren en aan talrijke mensen een opleiding bieden. The Douglass Community zou de opbouw kunnen leiden. Deze groep was voor de storm een samenkomst van ouders, leraars, studenten en kunstenaars die de stad probeerden uit de armoede te halen door de Frederick Douglass Senior High School om te vormen in een model voor een gemeenschapsschool. Ze deden al het moeilijke werk om tot een consensus te komen over onderwijshervorming. Nu dat er geld komt zouden zij niet in staat zijn om alle vervallen scholen in hun buurt terug herop te bouwen vraagt Naomi Klein
Om dit heropbouwproces mogelijk te maken (en om te beletten dat nog meer contracten naar Halliburton zouden gaan) moeten de geëvacueerden een centrale beslissingrol toegedeeld krijgen. Maar de Afro-Amerikaanse bevolkingsgroep kon op geen enkele ondersteuning van de regering rekenen. Vele van de civiele organisaties zijn hun hebben en houden kwijt. Ze hebben onze ondersteuning nodig. Een massieve toevloed van cash geld en vrijwilligers zijn nodig om de terugkeer van de geëvacueerden te bespoedigen die nu verspreid zijn doorheen 41 staten en om ze op te leiden tot een politieke invloedrijke factor. De meest dringende vraag is waar de geëvacueerden kunnen leven. Het gevaar is groot dat ze een beetje liefdadigheid zullen ontvangen en verder noordwaarts zullen trekken. Mohammed Curtis van de Community Labor United eist het recht op terugkeer. Als de geëvacueerden een perspectief zouden hebben van huizen en scholen zouden ze zeker terugkeren en ervoor vechten.
Terugkeer
Die terugkeer zou reeds kunnen beginnen. Vele wijken in New Orleans stonden reeds leeg voor de komst van Katrina. Volgens de census van 2000 stonden in het Lower District 17,4% (702 huizen) leeg. Vermits deze wijk amper onder water kwam zouden de geëvacueerden kunnen terugkomen in deze nog steeds leegstaande huizen. In de French Quarter stonden 37% van de huizen leeg maar de eigenaars verkiezen hun woningen vrijstaand te laten dan de huur te verlagen. Nog in andere wijken die slechts weinig schade opliepen zijn er ten minste 11 600 lege appartementen en huizen. Als Jefferson Parish er bij geteld wordt rijst het aantal tot 23 270.Met drie mensen in elke eenheid zouden ongeveer 70 000 geëvacueerden ( op de 200 000) kunnen terugkeren. Leegstaande huizen kunnen omgevormd worden tot betaalbare woningen. Volgens de democratische vertegenwoordigster uit Houston kunnen de steden mits een administratieve aanpassing de huur voor de teruggekeerden betalen totdat ze werk hebben gevonden. Naast het verschaffen van onderkomen zou de maatregel de deelname van de zwarten aan de beslissingen voor de heropbouw bevorderen. Zwarten hebben het volledig het recht om deel te nemen aan de beslissingen voor de heropbouw. Maar dat zal een zware strijd worden.
(Uitpers, nr. 70, 7de jg., december 2005)
Dit artikel verscheen eerder in Vrede, Tijdschrift voor Internationale Politiek (nr. 376). Zie http://www.vrede.be