In Uitpers nr. 69 van november 2005 schreef Astrid Essed een stuk getiteld “Het Nederlandse anti-islamvirus”. In vorig nummer van Uitpers (nr. 71, januari 2006), verscheen daarop een reactie van mr. drs. J.J. v.d. Gullik. Astrid Essed dient hem hier van repliek.
Geachte heer van der Gulik,
Bij dezen vriendelijk bedankt voor uw reactie tav mijn in de Uitpers van november geschreven artikel tav de in Nederland met name sinds 11 september 2001 toegenomen anti-Islamhetze, hetgeen ik zeker heb gewaardeerd. Aangezien ik vanwege opgelopen drukte nu pas kennisgenomen heb van uw commentaar, wil ik u bij dezen mijn excuses aanbieden voor mijn ietwat verlate reactie
Verder spreek ik de hoop uit, dat u er begrip voor zult hebben, dat ik mij, vanwege opgelopen drukte, slechts tot een reactie zal moeten beperken. Ik zal in onderstaande trachten, in het kort op uw reactie in te gaan: Hierbij zal ik mij voor alle duidelijkheid bedienen van uw citaten en
eventueel eveneens mijn eigen citaten ter verduidelijking vermelden:
A Gelijkschakeling van de samenleving:
Uw citaat:
”De basis voor de problemen, die leidden tot het anti-islamvirus, werd gelegd met een onverantwoord immigratiebeleid, waarbij niet stil werd gestaan bij de mogelijke onverenigbaarheid van bepaalde culturen. Geen enkele linkse bestuurder of politicus in Nederland heeft toen in het openbare debat getoond over een goed onderbouwde visie over de te verwachten ontwikkelingen in de toekomst te beschikken. Ook rechts bakte er weinig van,
maar had tenminste nog Janmaat, Fortuyn en Bolkestein.
Al vanaf het begin van de migratie werd er door de Nederlanders geprotesteerd tegen de migratie, omdat er in de dagelijkse omgang problemen waren met vooral moslims. Die kritiek werd stelselmatig afgedaan als racisme. En racisme was strafbaar, waardoor het praktisch strafbaar werd om op te komen voor het behoud van de leefbaarheid in de wijken, waar de
migranten neerstreken. Dat zette kwaad bloed. En zo werd een voedingsbodem gecreëerd voor spanningen tussen vooral moslims en niet-moslims. Die spanningen werden versterkt door de interventies van het Westen in de islamitische wereld, het pijnpunt Israel, 11/9, de moord op Fortuyn en Van Gogh en recent de rellen in Frankrijk”
In de eerste plaats stemt het mij verheugd, dat u kennelijk met mij van mening bent, dat de huidige zowel op mediapolitiek als sociaal-maatschappelijke anti-Islamstemming in overdrachtelijke zin de vormen van een virus aannemen. Het is mij met name opgevallen, dat men eveneens zowel in journalistieke, politieke en individueel-maatschappelijke kringen, in een aantal gevallen huiverig en weigerachtig is, een soms wel degelijk bestaand tegengeluid te
laten horen, uit angst als aanhanger van extreme stromingen of een politieknaïef gedachtegoed te worden gekwalificeerd
Een dergelijke psychologische gedachten en gedragsgelijkschakeling verontrust mij in hoge mate en kan m.i. verregaande gevolgen hebben voor de handhaving van de principes van de Nederlandse rechtsstaat. Dat mijn bezorgdheid in dezen niet denkbeeldig is, blijkt mi wel uit de recentelijk te Rotterdam verwoorde code over gedragsregels die, waarin o.a. staat, dat
Rotterdammers elkaar niet mogen discrimineren en dat iedereen op straat Nederlands moet spreken.
Hoewel uiteraard het eerste punt een uitstekende gedragsregel is [maar volgens mij reeds verankerd in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet], is het m.i. evident, dat punt 2, namelijk het slechts spreken van de Nederlandse taal in het Openbaar, niet alleen een schending is van het gelijkheidsprincipe en het recht op de beleving van de eigen identiteit, maar eveneens reminiscenties oproept aan maatschappijvormen, waar op basis van ongelijkheidsprincipes slechts een culturele of religieuze uitingsvorm is toegestaan. Verontrustend acht ik dan ook het feit, dat een minister [in casu minister Verdonk] een dergelijk gelijkgeschakeld, maar chauvinisme riekend principe, eventueel landelijk zou willen invoeren
Hoewel een en ander niet direct verband houdt met de bijna gedwongen consensus t.a.v. het anti-Islamisme, is er wel degelijk verband tussen deze anti-Islamvirus en de door mij genoemde [excusez let mots, maar dienaangaande lijkt mij een extreem-rechtse Nederlandse term uit de dertiger jaren op zijn plaats] verdietsing van Nederland.
Ik stel mij zo voor, dat een en ander in extremis inhoudt, dat allochtone Surinamers, waartoe ik eveneens behoor, op straat hun eigen taal [Surinaams] niet meer zouden mogen spreken, Marokkanen geen Arabisch of Berbers etc
Een m.i. verontrustend maatschappijbeeld
B Vijandbeeld
””De basis voor de problemen, die leidden tot het anti-islamvirus, werd gelegd met een onverantwoord immigratiebeleid, waarbij niet stil werd gestaan bij de mogelijke onverenigbaarheid van bepaalde culturen. Geen enkele linkse bestuurder of politicus in Nederland heeft toen in het openbare debat getoond over een goed onderbouwde visie over de te verwachten ontwikkelingen in de toekomst te beschikken. Ook rechts bakte er weinig van,
maar had tenminste nog Janmaat, Fortuyn en Bolkestein.”
In de eerste plaats is het evident, dat ik in mijn nadere beschouwing van het anti-Islamvirus de oorzaken in het geheel niet leg bij het immigratiebeleid [ik zal hier straks nader op ingaan], maar bij het in de Nederlandse samenleving helaas aanwezige racisme, dat zijn uitingsvorm niet alleen heeft t.a.v. met name allochtone moslims in het algemeen en Marokkaanse moslims in het bijzonder, maar eveneens t.a.v. de in de Nederlandse maatschappij
aanwezige andere niet-westerse allochtonen
Hoewel ik, in tegenstelling tot de door u in uw commentaar gemaakte opmerkingen, in het geheel geen problematiek wens te bagatelliseren t.a.v culturele en sociaal-maatschappelijke verschillen, alsmede het uiteraard actief aanwezige aandeel c.q. de verantwoordelijkheid voor de problematiek van de zijde van de allochtonen, meen ik niettemin als basisprobpematiek aan te wijzen de op eeuwenlange vooroordelen en racistische componenten, gevoed met
moderne vijandsbeelden, teruggaande racisme, niet alleen in Nederland, maar ook in de andere met name West-Europese landen.
Dit racisme, dat zich beurtelings tegen diverse niet-allochtone groepen gekeerd heeft [in de zeventiger jaren tegen de Surinamers, in de tachtiger jaren tegen de Antillianen en asielzoekers in het algemeen, in de negentiger jaren tegen de asielzoekers in het algemeen en de Antlianen en vanaf 2001 met name t.a.v. de niet-westerse moslims], is in wezen de voedingsbodem van de problematiek, niet de inderdaad aanwezige cultuurverschillen
Ik zal u in dit verband een ander voorbeeld noemen:
Zonder verder vergelijkingen te willen maken tussen de Europese politiek-sociale situatie in de dertiger jaren en de Europese situatie rond 2001 is het evident, dat nog los van de politiek-sociale oorzaken van de opkomst van het nazisme, de antisemitische component in dezen was geworteld in een kennelijk in Duitsland nog aanwezig zijn latent, maar helaas virulent antisemitisme
Opvallend is bovendien, dat er sterke overeenkomsten zijn tussen het huidige moslim-vijandbeeld en het vijandbeeld tav de Joden in de dertiger jaren. Van de moslims wordt nu gezegd, dat zij tot een ”wezensvreemd” cultureel bestanddeel in Nederland behoren
Met alle respect, aan hetzelfde refereert u ook met de door u gemaakte opmerking t.a.v. de ”onverenigbaarheid van culturen”, hetgeen m.i. getuigt van een gevaarlijke deterministische opvattingen tav bevolkingsgroepen en culturen
Eveneens wordt er van de moslims, met name t.a.v. het echte of vermeende terrorisme, gesproken van een ”vijfde colonne”. die de ”goedwillende” Nederlanders veel schade zou kunnen doen. Er wordt eveneens gesproken van ”onbetrouwbaarheid”, ”profiteurschap”
”het hebben van een dubbele agenda” en een ”ongrijpbare vijand, die de wereldheerschappij nastreeft” [waarschijnlijk ingegeven door paranoia t.a.v. de macht van het terrorisme]
Welnu meneer van Gulik, al deze beelden bestonden er ook t.a.v. de Joden in nazi-Duitsland.
Leest u er de nazi-propaganda maar op na. Het is dan ook geen wonder, dat de alom gerespecteerde rabbijn Soetendorp, toch bepaald geen aanhanger van radicale stromingen, heeft gewezen op de overeenkomst tussen het antisemitisme van de dertiger jaren en het
hedendaagse anti-islamisme. Het lijkt mij van belang, dat u hierover eens uw gedachten laat gaan.
Eveneens werd er trouwens in de nazi-propaganda geageerd tegen het Jodendom als religie, net zoals in deze tijd, en kennelijk ook door u, gezien de door u gemaakte opmerking, tegen de Islam wordt geageerd. Uiteraard vergelijk ik, nogmaals ten overvloede, de door u gemaakte opmerking in geen enkel opzicht met dergelijke propaganda, maart ik wil u in
dezen wel wijzen op het gevaar van dergelijke uitlatingen
Hierop kom ik nog nader terug
C Immigratiebeleid
Uw citaat:
”De basis voor de problemen, die leidden tot het anti-islamvirus, werd gelegd met een onverantwoord immigratiebeleid, waarbij niet stil werd gestaan bij de mogelijke onverenigbaarheid van bepaalde culturen. Geen enkele linkse bestuurder of politicus in Nederland heeft toen in het openbare debat getoond over een goed onderbouwde visie over de te verwachten ontwikkelingen in de toekomst te beschikken. Ook rechts bakte er weinig van,
maar had tenminste nog Janmaat, Fortuyn en Bolkestein.
Al vanaf het begin van de migratie werd er door de Nederlanders geprotesteerd tegen de migratie, omdat er in de dagelijkse omgang problemen waren met vooral moslims. Die kritiek werd stelselmatig afgedaan als racisme. En racisme was strafbaar, waardoor het praktisch strafbaar werd om op te komen voor het behoud van de leefbaarheid in de wijken, waar de
migranten neerstreken. Dat zette kwaad bloed. En zo werd een voedingsbodem gecreëerd voor spanningen tussen vooral moslims en niet-moslims. Die spanningen werden versterkt door de interventies van het Westen in de islamitische wereld, het pijnpunt Israel, 11/9, de moord op Fortuyn en Van Gogh en recent de rellen in Frankrijk”
Meneer van Gulik, in de eerste plaats vind ik uw pleidooi tot immigratiebeperking, althans op grond van afkomst, getuigen van impliciet racisme. Reden hiervoor is uiteraard niet mijn wel degelijk aanwezige onderkenning van de tussen Nederlanders en allochtonen aanwezige problemen. Opvallend aan uw betoog acht ik echter het feit, dat u in de eerste plaats de verantwoordelijkheid hiervoor geheel legt bij de allochtonen. Ik citeer u: ””De basis voor de problemen, die leidden tot het anti-islamvirus, werd gelegd met een onverantwoord immigratiebeleid, waarbij niet stil werd gestaan bij de mogelijke onverenigbaarheid van bepaalde culturen”
Nog een citaat uwerzijds
”Al vanaf het begin van de migratie werd er door de Nederlanders geprotesteerd tegen de migratie, omdat er in de dagelijkse omgang problemen waren met vooral moslims. Die kritiek werd stelselmatig afgedaan als racisme.”
Meneer van Gulik, in dezen schijnt u bewust of onbewust uw ogen te sluiten voor niet alleen het reeds in de Nederlandse samenleving aanwezige racisme, maar eveneens het feit, dat hier wel sprake is van actie en reactie. M.a.w.: de verantwoordelijkheid in dezen van zowel de politiek [zie genomen discriminerende maatregelen], de media [tendentieuze berichtgeving t.a.v. niet-westerse allochtonen] sociaal-maatschappelijke problemen zoals discriminatie op de arbeidsmartkt, alsmede het onder grote groepen autochtonen levende racisme, wordt door u in het geheel niet onderkend, waardoor er van een serieuze politiek-maatschappelijke analyse uwerzijds geen sprake is
Ernstiger wellicht dan de door u m.i. te berde gebrachte kortzichtige visie acht ik echter uw kennelijke oplossing voor deze problematiek, namelijk het immigratiebeleid. In de eerste plaats wil ik u erop attent maken, dat er reeds jaren sprake was van een zeer beperkend immigratiebeleid en met name een restrictief asielbeleid, dat veelal in strijd is met de door Nederland ondertekende internationale verdragen
Hoewel ik mij kan voorstellen, dat er, behalve in geval van asielaanvraag, beperkingen gesteld dienen te worden aan immigratie naar Nederland, dient deze dan gelijkelijk te gelden voor alle immigranten, in casu evenzeer voor de westerse immigranten. Immigratiebeperking op grond van afkomst of religie ”wordt niet racistisch genoemd” meneer van Gulik, maar is racistisch
Generalisatie
Bovendien stoort het mij in ernstige mate, dat u in generaliserende en in zeer vage terminologie refereert aan ”de dagelijkse omgang met, met name, moslims”. Meneer van Gulik, wanneer u de moeite genomen zou hebben, een en ander nader te onderzoeken, zou u tot de conclusie zijn gekomen, dat het merendeel van de ”moslims” hardwerkende en serieuze mensen zijn, die evenals de Nederlandse autochtonen trachten een bijdrage te leveren aan de Nederlandse samenleving
Evenals echter bij Nederlandse autochtonen komen er achterstands- en criminaliteitsproblemen voor, die niet ”inherent zijn aan afkomst of cultuur” [een en ander suggereert u wel!] maar samenhangen met sociaal-maatschappelijke problematiek van achterstelling en discriminatie. Het verdient dan ook aanbeveling, op zoek te gaan naar de diepere oorzaken en deze te bestrijden, in plaats te refereren aan racistische generalisaties.
D Impliciete bagatellisering van racisme
Uw citaat:
” En racisme was strafbaar, waardoor het praktisch strafbaar werd om op te komen voor het behoud van de leefbaarheid in de wijken, waar de migranten neerstreken. Dat zette kwaad bloed. En zo werd een voedingsbodem gecreëerd voor spanningen tussen vooral moslims en niet-moslims. Die spanningen werden versterkt door de interventies van het Westen in de islamitische wereld, het pijnpunt Israël, 11/9, de moord op Fortuyn en Van Gogh en recent de rellen in Frankrijk”
Meneer van Gulik, hetgeen mij eveneens bijzonder stoort is uw impliciete bagatellisering van het racisme. Door aanvankelijk te stellen, dat de problematiek te verklaren valt uit de
”onverenigbaarheid van culturen” [reeds een racistisch component op zich] en vervolgens te suggereren, dat de problematiek slechts te wijten is aan ”de moslims” waarbij u zich daarenboven in generaliserende zin uitlaat over de in Nederland wonende moslims, suggereert u vervolgens, dat het racisme hiervan de oorzaak is.
In de eerste plaats meneer van Gulik, heb ik reeds aangetoond, dat racisme, variërend al naar gelang de historische tijdsperioden, een eeuwenlang bestaand verschijnsel is, dat eveneens is gevoed met politiek-sociale factoren, in de tweede plaats zijn spanningen tussen bevolkingsgroepen nooit een excuus voor racistische verschijnselen of handelingen.
Uw redenatie vertoont wederom overeenkomsten met de helaas meer dan 60 jaar eerder gemaakte opmerkingen ”dat de Joden medeverantwoordelijkheid gedragen zouden hebben voor het hun aangedane leed”.
Meneer van Gulik, uiteraard was er in de dertiger jaren eveneens sprake van onder de Joden bestaande onwenselijke verschijnselen zoals criminaliteit, oneerlijke handelsmethoden etc, maar in de eerste plaats deed zich dat eveneens bij niet-Joden voor en in de tweede plaats rechtvaardigt een en ander nooit geweld t.a.v. een groep of bevolking
Een en ander geldt evenzeer voor ”de moslims” , die net zo min als ”de Joden” een coherent geheel vormen, maar even sociaal, politiek en maatschappelijk gedifferentieerd zijn als niet-moslims.
Wel is het evident, dat wanneer er sprake is van een stelselmatige hetze tegen een bepaalde bevolkingsgroep, de mensen zich als een natuurlijke reactie gaan ingraven in het eigen gelijk en een en ander de onwenselijkheid van radicalisering kan inhouden.
E Externe factoren en de moord op de heren Fortuyn en van Gogh
Uw citaat
” Die spanningen werden versterkt door de interventies van het Westen in de islamitische wereld, het pijnpunt Israël, 11/9, de moord op Fortuyn en Van Gogh en recent de rellen in Frankrijk”
Ik ben het echter geheel met u eens, dat de bovenbeschreven spanningen niet alleen verder zijn gevoed door de door u genoemde extern-politieke gebeurtenissen, maar eveneens door de moord op de heren Fortuyn en van Gogh.
Exponenten van het na 11 september toegenomen racisme:
Zonder ook maar in het minst het uiterst verwerpelijke en ernstige criminele feit van de gepleegde moorden te willen bagatelliseren, wil ik u er overigens nogmaals nadrukkelijk op wijzen, dat beide heren eveneens de exponenten zijn geweest van de bewuste criminalisering en hetzevorming jegens een sinds 11 september zeer kwetsbare allochtone bevolkingsgroep.
Overigens is een dergelijk anti-Islamklimaat eveneens in verwijtbare zin beïnvloed door de veelal tendentieuze berichtgeving door de media, waarin de problematiek van veelal een kleine groep criminele Marokkaanse jongeren veelal werd gegeneraliseerd c.q. onder een vergrootglas bekeken, hetzij op een lijn werd gesteld met een geheel ander zich voortdoend maatschappelijk verschijnsel, het politieke radicalisme, waarover overigens eveneens zeer
generaliserende uitspraken werden gedaan.
Ook hebben een aantal politici, met name uit de VVD-hoek, met name na de moord op van Gogh, zich eveneens schuldig gemaakt aan gevaarlijk-demagogische uitspraken, die de reeds heersende tweedeling in de samenleving slechts hebben vergroot.
Het valt mij bovendien eveneens op, dat u het ernstige racistische geweld tegen moslims, zowel na 11 september als na de moord op van Gogh, nauwelijks benoemt c.q. bagatelliseert
Dienaangaande kunt u een voorbeeld nemen aan Koningin Beatrix, die niet alleen tijdens de na de moord op van Gogh oplaaiende spanningen een bezoek heeft gebracht aan het Marokkaanse jongerencentrum ”Ergan” in Amsterdam en nogmaals heeft benadrukt, dat iedereen in deze samenleving gelijkwaardig is.
Hoewel niet mijn politieke vriend, dient in dit verband eveneens gewaardeerd te worden de houding van premier Balkenende, die direct na de terroristische aanslag op een basisschool in Noord-Brabant een bezoek aan de school heeft gebracht en duidelijk te verstaan gegeven heeft, dat een dergelijke agressie niet zal worden getolereerd.
F Uw generalisatie van de Islam
Uw citaat:
”En hoe men het ook wendt of keert, de islam is nu eenmaal een weinig inschikkelijk politiek godsdienstig systeem. Dat blijkt op vele plaatsen in de wereld. Nederlandse politici en bestuurders hadden dat moeten beseffen. Vanwege het ontbreken van behoorlijke visies liepen ze steeds achter de feiten aan.”
Meneer van Gulik, in ben in hoge mate verbaasd over uw verbijsterende generalisatie van een religie, die door meer dan 20 procent van de wereldbevolking, in casu meer van 1,2 miljard mensen, verspreid over meer dan 35 landen in de wereld, wordt aangehangen.
In de eerste plaats wil ik u er vriendelijk op attent maken, dat de Islam geen ”systeem” is, maar een ”religie”. De fundamentele begrippen van deze religie zijn, net als in het christendom en Jodendom, naastenliefde en respect voor ieder mens, zonder aanzien des
persoons. Het is van belang, dat u zich een en ander terdege realiseert
In de tweede plaats maakt u de in de Westerse wereld vrijwel klassiek geworden denkfout, de Islam, blijkbaar niet gehinderd door enige kennis hieromtrent, af te schilderen als een monolithische stroming, die noch aan differentiatie, nog aan verandering onderhevig is.
Meneer van Gulik, net zoals het christendom en het Jodendom, bestaat de Islam uit een scala van religieuze stromingen, variërend van streng orthodox tot zeer liberaal
Daarenboven is de religieuze beleving en uitoefening, waarbij veelal een samensmelting tot stand is gekomen tussen de zuiver religieuze waarden [waarvan de belangrijkste hierboven reeds genoemd zijn] en cultureel-traditionalistische verschijnselen, niet alleen afhankelijk van
het betreffende land, maar is er binnen ieder land uiteraard ook nog een verschil tussen stad en platteland [alwaar meestal conservatievere zeden heersen], sociale klassen en het politiekintellectueel niveau.
Evenals er weinig overeenkomst in sociaal-culturele en gevoelsmatige religieuze beleving zal zijn tussen een Zweedse en een Zuid-Amerikaanse christen, zijn deze verschillen eveneens aanwezig tussen bij wijze van spreken een Malinese moslim en een moslim uit Indonesië of Pakistan.
Tenslotte snijdt uw opmerking, dat ”de Islam” een weinig inschikkelijk politiek-religieus systeem is, geen hout. Net zoals bij het Christendom en het Jodendom, wordt de Islam als religie misbruikt voor machts- en politieke doeleinden. Ik geef u in dit verband het voorbeeld van de christenfundamentalisten in de VS, die in de negentiger jaren, meerdere malen aanslagen hebben gepleegd op abortusklinieken en de uitgeoefende terreur ten aanzien van de Palestijnse burgerbevolking in de bezette Westelijke Jordaanoever, door groepen religieus fanatieke Joods-Israëlische kolonisten.
Het verdient in dezen dus aanbeveling, dat u zich in uw kwalificatie van aan
het gebruik c.q. misbruik van de Islam bedient van genuanceerder taalgebruik
G Activiteiten anti-discriminatiecentra
Uw citaat
”En ook straks, als er in Nederland vergelijkbare rellen zullen zijn als in Frankrijk, zullen ze zich weer door de gebeurtenissen overrompeld tonen. Dat is dan mede te danken aan het ontbreken van kritische debatten over migratie-aangelegenheden in de afgelopen decennia. Onder meer de antiracismemeldpunten waren daar verantwoordelijk voor. In feite waren die
meldpunten een vorm van een niet democratisch gekozen gesubsidieerde particuliere gedachtepolitie, die als big brothers boven het speelveld van de publieke debatten hingen.
Nederland zou er verstandig aan doen om de meldpunten af te schaffen, omdat ze in de afgelopen decennia mede het politieke en maatschappelijke debat hebben vergiftigd en dat debat juist in een democratie zo belangrijk is. Hun taken kunnen door de politie worden overgenomen, die daar wel een democratisch mandaat voor hebben en werken vanuit het algemeen belang en niet vanuit de deelbelangen van de meldpunten. ”
Meneer van Gulik, met alle respect, de door u aangevoerde argumentatie, als zouden de antiracistische meldcentra een medeverantwoordelijkheid dragen voor de opgelopen spanningen, uitmondend in rellen als in Frankrijk, is oneigenlijk en grotesk. Niet alleen hebben deze rellen in Frankrijk, die zich in Nederland hopelijk niet zullen voordoen, een jarenlange geschiedenis van discriminatie, de anti-Islamhetze, waaraan eveneens diegenen, die een migratiestop voorstaan, debet zijn, een sociale achterstandspostitie en vanuit de opvoeding voortkomende discrepantie tussen de eigen cultuur en de dominante cultuur,
daarenboven getuigt een en ander noch van kennis van hun werkzaamheden, noch van waardering voor de veelal zeer waardevolle inspanningen van deze meldcentra. Zij hebben in de loop der jaren juist een zeer positieve rol vervuld t.a.v. de gelijkberechtiging van minderheden
Uiteraard zijn daarbij fouten gemaakt en zullen zij niet allemaal optimaal hebben gefunctioneerd, maar in tegenstelling tot de door u gepropageerde zienswijze, die vertrekt vanuit een zeer generaliserend beeld t.a.v. allochtone moslims en de Islam en bij hen impliciet de oorzaak legt van de tegen hen gevoerde discriminatie, vertrekken deze meldcentra wel vanuit de fundamentele gelijkheid tussen mensen, ongeacht ras, afkomst en religieuze
overtuiging.
Het lijkt mij in dezen dus van belang, de oorzaken van de rellen en andere gewelddadigheden, die ik zeker niet wil bagatelliseren, maar wel wil analyseren, te zoeken in jarenlang gegroeide politiek-historische ontwikkelingen en niet te schuiven op het conto van die instellingen, die
juist getracht hebben, een vreedzaam samenleven op basis van gelijkheid te bevorderen.
G Uw oplossingsstrategie
Uw citaat
”Nederland zou er verstandig aan doen om de meldpunten af te schaffen, omdat ze in de afgelopen decennia mede het politieke en maatschappelijke debat hebben vergiftigd en dat debat juist in een democratie zo belangrijk is. Hun taken kunnen door de politie worden overgenomen, die daar wel een democratisch mandaat voor hebben en werken vanuit het algemeen belang en niet vanuit de deelbelangen van de meldpunten.”
Meneer van Gulik, met alle respect, uw oplossing is niet alleen naïef, maar in strijd met de beginselen van werkelijke democratische waarden. Naïef noem ik deze oplossing, aangezien juist veel van de klachten refereren aan racistisch politieoptreden. Met name in de stad Rotterdam heeft de politie dienaangaande een zeer slechte reputatie, maar evenzeer in Amsterdam zijn er ernstige problemen dienaangaande. Het verdient daarom aanbeveling, dat de klachten onderzocht worden door een van de politie onafhankelijke instelling
In strijd met de democratische beginselen noem ik uw oplossing, omdat de taak van de politie is de veiligheidshandhaving en de criminaliteitsbestrijding en zij als overheidsorgaan niet dient te treden in klachten van burgers op discriminatoir niveau, aangezien een dergelijke
uitbreiding van haar bevoegdheden niet wenselijk is. Bovendien beschikt zij noch over de kennis, de deskundigheid en de noodzakelijke laagdrempelige positie bekleed, om dergelijke klachten adequaat af te handelen.
H
Uw laatste citaat:
”En het alsnog erkennen, dat bepaalde culturen moeilijk vreedzaam samen kunnen leven, is geen schande. Een erkenning daarvan zou dan de basis kunnen vormen voor het voeren van beleid, dat wel goed is onderbouwd en gericht is op de toekomst.”
Meneer van Gulik, ik ben de eerste om te erkennen, dat er ernstige problemen zijn tussen een deel van de allochtone minderheid en een ander deel van de autochtone meerderheid. Voor een belangrijk deel heeft een en ander met racisme van de dominante autochtone groep te maken en met onbegrip en gebrek aan respect voor de taal, cultuur en religie van ”de ander”.
Evenzeer echter is er sprake van een negatieve houding bij een deel van de allochtone minderheden, hetgeen eveneens spanningenverhogend is. Er is geen sprake van dat ik dergelijk gedrag, noch de rellen in Frankrijk, zal bagatelliseren en de verantwoordelijkheid van een deel van de allochtonen wil ontkennen
Wel is echter een gegeven, dat racisme en vooroordelen een historisch-sociaal verschijnsel is in de Europese samenlevingen [en uiteraard eveneens in andere landen in zowel de Westerse als Derde Wereld]. Een en ander verklaart voor een belangrijk deel, los van de andere
sociaal-maatschappelijke verschijnselen, het tot onwaarschijnlijke hoogten gestegen antisemitisme in het Duitsland van de dertiger jaren, dat schijnbaar een cultureel hoogstaande en tolerante samenleving was.
Dit racisme t.a.v. allochtonen heeft zich aantoonbaar vertoond t.a.v. diverse van buiten komende allochtone groepen en is eveneens gevoed door de media, diverse politici, instellingen en individuen. Uiteraard zijn er altijd eveneens sterke tegenkrachten geweest, die het dagelijks samenleven gelukkig beheersbaar hebben gehouden. Het is echter zaak, de ogen niet te sluiten voor dit zeer ernstige verschijnsel, dat zich momenteel manifesteert onder de vlag van de anti-Islamhetze
Wij weten allemaal, waartoe racisme in extremis kan leiden.
Epiloog:
Ik wil u dan ook ten zeerste adviseren, uw eigen standpunten t.a.v. de Islam en moslims in het algemeen, kritisch onder de loupe te nemen. Tenslotte adviseer ik u nog eens door te lezen de Grondslag van de internationale mensenrechtenverdragen, de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens.
Ik spreek de hoop uit, dat u de hierin aangevoerde artikelen ter harte zult willen nemen
Bij dezen:
http://www.unhchr.ch/udhr/lang/dut.htm
Wanneer wij mensen elkaar allemaal een plek onder de zon gunnen, ontdaan van
discriminatie en vooroordelen jegens de ”vreemdeling” met de ”andere cultuur en religie” en de politici en media hieraan in beleid en berichtgeving een steentje willen bijdragen, zullen de spanningen afnemen. Meneer van Gulik, Marokkaanse moslims zijn net als alle andere mensen op de wereld. Wanneer men hen met respect benadert, ontvangt men respect. Wanneer men hen met wantrouwen en ongastvrijheid benadert, zal hun reactie hiervan een weerspiegeling zijn.
Ik wens u veel wijsheid toe
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
(Uitpers, nr. 72, 7de jg., februari 2006)