Het is nog te vroeg om victorie te kraaien voor de duizenden Arabieren die op straat komen tegen hun door de VS in het zadel gehouden regimes. Die revoltes zijn trouwens niet nieuw. De kansen op succes zijn echter nooit groter geweest. Dat heeft alles te maken met de barsten in de almacht van de VS.
In de VS roert trouwens ook een en ander, niet dat de massamedia daar de geringste aandacht voor hebben. (Voor alle duidelijkheid, met de ‘VS’ bedoel ik hier de leidende economische elite-minderheid die zijn wil oplegt aan de wereld én aan de eigen bevolking, zie hieronder).
De huidige revoltes zijn inderdaad niet nieuw. Het verschil zit hem ondermeer in de andere aanpak van de massamedia. Waar de voorbije twintig jaar dit soort opstanden (dikwijls ‘broodrevoltes’ genoemd) nauwelijks goed waren voor een kort artikel onderaan de pagina’s buitenlands nieuws of een éénmalig kort verslag op de journaals, zijn de huidige opstanden voer voor de frontpagina’s. Vroeger werden deze opstanden deskundig in de kiem gesmoord met tientallen doden tot gevolg. Commentaren in de massamedia beperkten zich dan kort tot neerbuigende commentaren over hoe slecht men daar toch met democratie omgaat, zo helemaal anders dan hier natuurlijk, waarna netjes tot de orde van de dag werd overgegaan.
Die orde bestond er in diezelfde verwerpelijke regimes netjes in stand te houden voor onze economische belangen, ondermeer door het leveren van het nodige materiaal om volksopstanden neer te slaan. Niet alleen de VS zelf, ook Groot-Brittannië, Frankrijk en een rits kleinere landen deden er goede zaken mee. Een Belgisch bedrijf heeft zich jaren gespecialiseerd in het bouwen van de beruchte spuitwagens, die de politie regelmatig inzet bij betogingen. Minder bekend is dat dit bedrijf zijn grootste omzet niet haalt uit productie voor de lokale ‘markt’ maar uit export naar landen die het met de democratie niet zo nauw nemen, waaronder Egypte en Libië.
Deze huidige andere aanpak van de massamedia is zelf het gevolg van een aantal ander fenomenen. Er zijn eerst en vooral meer kapers op de kust dan vroeger. Meer en meer lezers/kijkers confronteren de media met informatie die ze van het internet halen. Bovendien kunnen de Arabische betogers zich beter organiseren met diezelfde moderne communicatiemethodes. Die communicatie is bovendien veel moeilijker te controleren door repressieve regime.
En dan zijn er de nieuwe grotere zenders op de markt: Al Jazeera zorgt al sinds het begin van de invasie van Irak voor een andere kijk op de internationale gebeurtenissen, Russia Today en France 24 doen dat in mindere mate maar de klassieke groten zoals CNN, MSNBC en BBC World voelen de druk. Russia Today en France 24 doen dat zeker ook door een gekleurde bril, alleen is die bril anders gekleurd dan CNN en consoorten. Dat alleen al maakt een groot verschil. De grote media kunnen niet langer afwezig blijven, ze kunnen niet langer hun eenzijdige kijk op de dingen doordrukken, voelen zich verplicht om dissidente stemmen aan het woord te laten die ze anders koudweg zouden negeren enzovoort enzovoort. Niet voor niets heeft nu ook Libië Al Jazeera van de kabel gehaald en van de satelliet, hoewel dat laatste niet zo goed lijkt te lukken.
Het is echter niet zo dat deze nieuwe communicatie de huidige opstanden heeft veroorzaakt, verre van. Die opstanden zijn al jaren bezig, de laatste vijf jaar in toenemende mate. Internet heeft ze wel een nieuw elan gegeven en vooral een gevoel van verbondenheid die net door de commerciële massamedia werd weggemoffeld en tegengewerkt.
Achter deze andere aanpak door de massamedia gaat echter een diepere oorzaak schuil. De almacht van de VS om haar wil op te leggen is aan het tanen. Daar zijn allerlei redenen voor. Eerst en vooral zijn er fenomenen zoals de BRICS-landen (Zuid-Afrika heeft recent Brazilië, Rusland, India en China vervoegd, vandaar BRIC → BRICS). Deze concurrent van de G-20 krijgt weliswaar niet de aandacht in de westerse massamedia die hem toekomt, maar de impact is onmiskenbaar.
Zijn verpletterende militaire overmacht ten spijt verliest de VS immers terrein op economisch vlak. Die neerval is eigenlijk al bezig sinds eind de jaren ’70 maar het overwicht van de VS was zo groot dat dit hun dominante positie lang niet in gevaar bracht. Maar zoals elk historicus zal bevestigen is dat nu net cruciaal: niet militaire macht maar de economie heeft de vitaliteit van imperia bepaald. De BRICS-landen staan niet voor een vernieuwend of socialer economisch model. Zij staan wel voor een ander soort neoliberalisme los van de VS. En dat is nu net wat de VS niet aankan: échte concurrentie. Bovendien schept het ontstaan van concurrerende neoliberale modellen ruimte voor sociale dissidentie. Zo werden ook de sociale rechten in Europa afgedwongen.
Daarnaast is er het fenomeen dat ik in vorige Uitpers-bijdrages al aanhaalde. Uit onder meer de Wikileaks-revelaties blijkt hoezeer de VS verkrampt zit in ‘hubris imperialis’, imperialistische hoogmoed die maakt dat zij enkel vanuit overmacht kan denken. Tegenstanders van hun visie worden steevast karakterieel aangevallen, nooit inhoudelijk. Nergens lees je een analyse van de tegenargumenten. Het intellectueel lege begrip ‘anti-Amerikanisme’ is een regelmatig weerkerende stelling.
Dit maakt dat Amerikaanse ambassadeurs, diplomaten, geheimagenten, medewerkers zelden of nooit vertrekken van een begrip voor of een inzicht in de argumenten van de tegenstrever (lees ondermeer het ontluisterende interview met de Amerikaanse ambassadeur in Brussel in Humo een paar weken terug). Het gaat zelfs zover dat velen onder hen hun complete onwetendheid etaleren als ‘principiële standvastigheid’. Niet te verwonderen dus dat enkele weken voor de recente protesten alle rapporten van hun inlichtingendiensten nog de stabiliteit van de Arabische regimes bevestigden. In 1978 kreeg President Carter een CIA-briefing dat alles OK was, 24 uur voor de sjah van Iran het land ontvluchtte … wat dat betreft is er niets veranderd.
Bovendien weet de VS niet hoe om te gaan met de vreedzame aard van dit soort protesten. Nergens kon een beeld van moslim-fanatici of van anti-Israël slogans worden gebruikt voor de klassieke propagandadoeleinden die stellen dat er slechts twee mogelijkheden zijn: onze stabiliteit of hun chaos. Die beelden waren er immers niet. De betogers zijn overwegend jong, modern en welbespraakt, de eisen waren voor democratie en voor sociaal-economische rechten. Moeilijk om te weerleggen.
Vanuit die imperialistische blindheid is de VS daarom niet in staat om in zijn reacties van de vooraf geschreven scenario’s af te wijken. Het woord ‘stabiliteit’ viel regelmatig. Die term moet in zijn ideologische betekenis worden begrepen. ‘Stabiliteit’ is voor de VS (en voor de Europese Unie!) een begrip dat het volgende betekent: eender welk soort regime, hoe wreedaardig ook voor de eigen bevolking, dat de economische belangen van het Westen vrijwaart. De zogenaamde stabiliteit van Egypte was allesbehalve stabiel voor de gewone Egyptenaar, tenzij je permanente onzekerheid over je magere inkomen en de voortdurende angst om opgepakt en gefolterd te worden ook ‘stabiliteit’ gaat noemen.
De oorzaken van de huidige revoltes zijn natuurlijk complex en het zou verkeerd zijn te denken dat enkel en alleen het voorbeeld van Tunesië en nu Egypte de bal aan het rollen bracht. Dat zou getuigen van een racistische vooringenomenheid tegenover de diversiteit die tussen de Arabische landen bestaat. De impact van het voorbeeld is er natuurlijk, maar er is meer. Naast de bovengenoemde elementen van economische onzekerheid en angst voor de repressie was er ook de interne spanning tussen het redelijk goed onderwijs en het ontbreken van een economisch perspectief (voor een bevolking die bovendien beter en beter op de hoogte is van wat in de rest van de wereld gebeurt).
De huidige revoltes zijn in feite al een jaar of vijf bezig. Maar zoals de geschiedenis altijd al bewezen heeft, op een bepaald ogenblik loopt de emmer over. Voor een cultuur waar zelfmoord als sociaal zéér negatief wordt aanzien en eerder ervaren wordt als een schande voor de betrokken families is de verheerlijking van de jonge Tunesiër die zichzelf verbrandde dus uitzonderlijk. Maar het toont aan hoe diep de verontwaardiging over het sociale onrecht zit.
Niet alleen CNN, BBC World en MSNBC deden aanvankelijk verwoede pogingen om de opstanden in het hoekje van het islamfundamentalisme te schuiven, ook de eigen VRT en VTM deden een duit in het zakje. Hoewel er al jaren gedegen analyses beschikbaar zijn die er op wijzen dat het Moslim Broederschap in Egypte een moslimversie is van de Beierse CSU of pakweg de CVP in de jaren ’50 (met die typische mengeling van paternalistische en toch tamelijk progressieve sociale ideeën met ethisch uiterst conservatieve waarden) stelden onze niet door kennis van zaken gestoorde nieuwslezers de klassieke vragen: ‘Is er geen gevaar voor een islam-staat, voor een herhaling van de revolutie in Iran’. Uit dit soort uitspraken blijkt hoe anti-Arabisch racisme de laatst overgebleven politiek correcte vorm van racisme is. Dat de Arabische volkeren zélf wel zullen beslissen wat goed en slecht voor hen is, daar blijken de betrokken journalisten niet bij stil te staan.
Daarom even deze bemerking tussendoor. De VS en de Europese Unie hebben nooit een probleem gehad met Islam-fundamentalisten, integendeel, het zijn hun beste bondgenoten: de meest fundamentalistische staat ter wereld, bovendien het meest gruwelijke regime ter wereld, is Saoedi-Arabië. Het Westen had er in de jaren ’80 ook geen problemen mee toen dictator Zia-al-Haq in Pakistan de sharia invoerde. De VS hebben de Taliban en al-Qaida bewapend tegen de Russische bezetting van Afghanistan … De VS en de EU hebben alleen een probleem met moslim-fundamentalisme als dat anti-Westers is. Dat uit alle ernstige opiniepeilingen, onder andere van het conservatieve Brookings Institute in de VS, blijkt dat al-Qaida de morele steun hebben van nauwelijks 1% van alle Arabieren (de effectieve steun is dus nog kleiner), dat 70% van diezelfde Arabieren deze extremisten zelf ook als een gevaar zien, niets van dit alles in onze massamedia.
Een meer pertinente vraag zou misschien kunnen zijn ‘Is dit alles niet het gevolg van onze jarenlange steun aan verwerpelijke regimes?’ Moeten we ons ook geen vragen gaan stellen bij de programma’s die op onze zenders al jarenlang spotgoedkope vakanties promoten naar Tunesië, Egypte en pakweg de Dominikaanse Republiek? Niet te geloven ook dat de zendtijd gelijk verdeeld werd tussen verslaggeving ter plaatse en het lot van onze toeristen in de betrokken landen. Kwestie van de prioriteiten duidelijk te stellen misschien. De eerste beelden van de lege hotels waar het personeel ons smeekt terug te keren werden ondertussen al uitgezonden. Al Jazeera heeft hier ook al aandacht aan besteed door mensen te interviewen die vinden dat het economisch verlies dat ze nu lijden een groter doel dient … niet helemaal dezelfde aanpak.
En dan is er Israël. Het is voor een degelijk ingelicht toehoorder niet te geloven hoe de Israëlische Eerste Minister Netanyahu er mee weg kan om de buurlanden de vinger te wijzen over schendingen van de mensenrechten zonder dat daar ook maar énige duidende commentaar over de feiten bij komt. De Israëlische regering heeft natuurlijk overschot van gelijk om ongerust te zijn. Hun jarenlange strategie staat of valt met de steun van Egypte: die heeft de kolonisering van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem mogelijk gemaakt én de gruwelijke blokkade van de Gaza-strook. Democratische buurlanden zijn een nachtmerrie voor de huidige machthebbers in Tel-Aviv. Deze strategie houdt immers alleen stand vanuit de premisse: steun ons onvoorwaardelijk of je krijgt de chaos van het islam-fundamentalisme. De huidige opstanden ontkrachten die stelling volledig.
Bovendien lijdt de huidige elite in Israël aan een mini-versie van de ‘hubris imperialis’. Hoe kunnen andere landen de dingen zien zonder ons? Wat er ook gebeurt, er kan toch alleen een verklaring zijn die met ons te maken heeft? Zo beval Israël zijn diplomaten Egypte te verlaten. Nochtans zijn de ambassade en andere met Israël gelinkte gebouwen in Caïro nooit op enige manier bedreigd geweest tijdens de recente rellen.
Het is echter nog veel te vroeg om victorie te kraaien in Egypte. De huidige opperbevelhebber van het leger is een stroman van Mubarak en de VS, die in het recente verleden (zie o.a. Wikileaks) zijn fundamentele bezwaren tegen meer democratie duidelijk heeft gemaakt in interne documenten. Het opperbevel van het leger heeft meer dan 30% van de economie in handen. Het rot zich echter ook daar vanbinnen. Het militaire voetvolk is slecht betaald en hoewel de bewijzen daar nog moeten voor worden gegeven, zegt de geruchtenmolen in Cairo dat bij het begin van de revolte (toen het leger de controle overnam van de politie) lagere officieren een bevel tot schieten op de betogers geweigerd hebben en dat het opperbevel niet weet hoe daar mee om te gaan. Het opperbevel vreest m.a.w. een intern gevecht om de macht, wat tot een bloedige burgeroorlog kan leiden.
Maar in ieder geval, als er enige verbetering komt voor de gewone Arabier, zal dat onvermijdelijk gevolgen hebben voor Israël. Net omdat de VS zijn politieke overmacht aan het verliezen is, zou Israël dus wel eens in de verleiding kunnen komen om het tij te keren door middel van bijvoorbeeld een nieuwe invasie van Libanon, of erger, door een aanval op de Iraanse kerninstallaties. Dat zou de Arabische regimes een ideaal excuus geven om terug voluit voor de repressie te gaan in naam van ‘stabiliteit, veiligheid’ etc. Maar een aanval op Iran zou wel eens ernstig uit de hand kunnen lopen. Israël heeft immers kernwapens en de huidige machthebbers daar zijn fanatiek genoeg om een nucleaire aanval te overwegen. In dat laatste geval gaat het niet meer over de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten maar over het overleven van de mensheid.
Ondertussen gebeurt er ook een en ander in de VS zelf. De massamedia hier hebben er nauwelijks aandacht voor maar in Madison, hoofdstad van de staat Wisconsin, wordt het State Capitol al weken bezet door vakbondsacties van gemeentelijk, onderwijs- en overheidspersoneel. Wisconsin ligt in het Noorden van de Midwest, net boven Illinois (Chicago). De industrie heeft er zwaar te lijden onder de economische recessie. De staat heeft een van de oudste syndicale bewegingen van de VS.
De Republikeinse gouverneur wil er nu niet meer of minder dan de volledige afschaffing van het principe van collectief overleg met vakbonden voor de openbare diensten (in de privé-sector is collectief overleg voor kleinere bedrijven – de overgrote meerderheid dus – altijd al onbestaande geweest). Alle openbare scholen zijn er al dagen dicht. De Democratische leden van de senaat van Wisconsin hebben de staat verlaten om een geldig quorum te verhinderen. Ook in Ohio, een andere industriestaat met zware problemen, begint het te roeren.
Dit gaat helemaal in tegen het imago dat in de Europese media wordt hoog gehouden van de VS als een reactionair land vol onwetende fanatici (wat helemaal niet in tegenstrijd is met de simultane verheerlijking van Amerikaanse cultuurfenomenen als film en muziek en de idolatrie voor Obama). En toch is daar hier nauwelijks aandacht voor. De Amerikaanse massamedia hebben sociale conflicten altijd al doodgezwegen of in een negatief daglicht gesteld, dat is daar routine. Maar hier? Waarom dat stilzwijgen? Voor een deel toont dat natuurlijk aan dat de Europese media hun mosterd halen bij de grote broers overzee. Het toont echter vooral aan dat sociale onrust in het éne land belangrijker wordt geacht dan in een ander. De gouverneur van Wisconsin dreigt ondertussen met de inzet van de State Troopers, een soort rijkswacht onder zijn bevel (niet te verwarren met de National Guard die onder bevel van de federale overheid valt).
De huidige aandacht van de massamedia hier voor de sociale onrust in de Arabische landen is natuurlijk relevanter voor Europa, en niet alleen omwille van het toerisme. In tegenstelling tot de VS hangt de Europese Unie wel degelijk af van een vrije doorgang door het Suez-kanaal voor zijn bevoorrading, de grote supertankers die sinds de jaren ’70 rond Afrika varen ten spijt. Het is ook dichter bij de deur. Bovendien zijn er de talloze economische banden. Israël is de facto economisch volledig in de Europese Unie geïntegreerd maar ook de Arabische buren zijn belangrijke afnemers van Europese producten én uitvoerders naar de EU.
De VS (= zoals ik hierboven al zei bedoel ik dan de economische elite aan de macht in de VS, niet de bevolking!) zitten gevangen in hun retorische spreidstand tussen steun voor democratie (= de woorden) en hun eigenbelang (= de daden). Het basisprincipe van het Amerikaans buitenlands beleid staat onder druk. Dat principe is al sinds 1945 ongewijzigd: onze belangen zijn gediend door bondgenoten die onze economische belangen dienen – van sociaal-democraten in Zweden tot fascisten in Chili. Die spreidstand tussen realiteit en retoriek is pijnlijk duidelijk na de openlijke steun voor de revolte in Iran. Geen oproep tot gematigdheid, tot dialoog, tot vreedzame samenwerking … zoals in Egypte.
Een commentator op de Amerikaanse alternatieve zender Democracy Now (zeer aanbevelenswaardig, zie www.democracynow.org) vatte het zo samen: ‘The genie is out of the bottle!”. Misschien komt er een periode van terugkeer naar de oude regimes. Die zijn echter fel verzwakt. De Arabieren hebben immers een belangrijke les geleerd: hun dictators zijn bang van hen. De geest is uit de fles. Er is geen weg terug.
Voor de VS (en Israël) dreigen moelijke tijden. Maar ook al blijft de overmacht van de VS afnemen, het land blijft ondertussen de grootste militaire macht ter wereld en een gewonde beer kan lelijk uithalen.
Gematigd optimisme is dus geboden. Wat nu gebeurt in de Arabische wereld is uniek. Dit kan zelfs meer worden dan 1989 voor Oost-Europa. Deze revoltes hebben het immers gehaald zonder de steun van de Westerse grootmachten.
Aan ons om onze regeringen er toe te dwingen deze revoluties een kans te geven door daadwerkelijke effectieve steun aan de democratisering. Rechten werden nooit gegund, ze werden afgedwongen, ook vandaag nog. Aan ons dus de keuze om de juiste kant te kiezen.
(Uitpers nr. 129, 12de jg., maart 2011)
Lode Vanoost (20 februari 2010)