Wraak heeft het overgenomen van gerechtigheid. De Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid (CICIG), die een aantal jaren met de volledige steun van de Verenigde Naties in Guatemala werkte, werd ontslagen en buitengejaagd door voormalig president Jimmy Morales, omdat de commissie te dicht op zijn corrupt vel zat en op dat van familieleden. De buitenlandse leden, juristen, advocaten, gerechtelijke onderzoekers en specialisten maakten hun koffers en vertrokken. De Guatemalteekse leden bleven verweesd achter. Maar ondertussen boekte de commissie, in samenwerking met het Openbaar Ministerie, gigantische resultaten. Ze ontdekte een aantal gevaarlijke misdadige netwerken, obscure praktijken en ze ontmaskerde louche individuen. Klap op de vuurpijl was de ontdekking van een netwerk dat miljoenen dollars frauduleus achteroversloeg. De spin in het net was het duo president Otto Pérez Molina, ex-generaal en deelnemer aan de genocide in de jaren ’80 en vicepresidente Roxana Baldetti (2012-2015). Ze werden veroordeeld en belandden achter de tralies. Onder de door de commissie en het Openbaar Ministerie veroordeelde personen waren er niet alleen beschuldigden voor recente corrupte praktijken, maar ook ex-militairen die zich schuldig maakten aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid tijdens het intern gewapend conflict van de jaren ’80. In mei 2013 werd ex-generaal Efraín Ríos Montt veroordeeld voor genocide door een Guatemalteekse rechtbank. (Weliswaar was de druk zo hevig dat het proces tien dagen later nietig verklaard werd). En dat lag allemaal onverteerbaar op de maag van enkele spitsbroeders (militairen en veteranen). Ze richtten enkele maanden na de feiten (september 2013) de ‘Stichting tegen het Terrorisme’ op. In hun officiële publicatie verwoorden ze hun doelstelling als volgt: ‘Ons doel is te voorkomen dat de feiten uit het verleden worden verdraaid, zoals sommige personen en organisaties, die banden hebben met terroristische en gewelddadige criminaliteit, op kwaadaardige wijze hebben gedaan en die vandaag de dag zich als uiteindelijk doel stellen om de polarisatie van de Guatemalteekse samenleving te vergroten door middel van hatelijke en rancuneuze opmerkingen over de nederlaag die zij hebben geleden in een oorlog die zij hebben uitgelokt.’
Vermeend antiterrorisme
‘Ze, die terroristen,’ dat zijn de leden van het gewapend verzet die vochten tegen eeuwenlange onderdrukking door een ongenadige elite die het leger gebruikte om haar privileges in stand te houden. Een kerkelijk onderzoekswerk ‘REHMI – ‘Nunca Más’ en kort daarop het onderzoek van de Internationale Commissie voor de Historische Opheldering (CEH) – ‘De Herinnering van de Stilte’ kwamen tot de vaststelling – op basis van de getuigenissen van de betrokkenen en overlevenden – dat meer dan 93% van de oorlogsmisdaden toe te schrijven is op conto van het leger en iets meer dan 3 % op rekening van het gewapend verzet. Maar dat zou de ‘Stichting tegen het Terrorisme’ worst wezen. Ze begon met publicaties, onder meer in kranten, waarin ze prominente figuren belasterde en jawel voorstelde als gevaarlijke terroristen. Vandaar de benaming van hun stichting. Ik denk onder meer aan Rigoberta Menchú, die in 1992 (Herdenking van 500 jaar Amerika) de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, ik denk aan Claudia Paz y Paz, voormalig Hoofd van het Openbaar Ministerie en een van de vijf kandidaten voor de Nobelprijs voor de Vrede in 2013, aan Daniel Pacual, coördinator van de boerenorganisatie CUC, aan Helen Mack die in 1992 de ‘Alternatieve Nobelprijs voor de Vrede’ kreeg en met die fondsen de ‘Stichting Myrna Mack’ oprichtte ter ere van antropologe Myrna Mack, haar zus die met messteken, door het leger afgemaakt werd. Maar wie zegt dat die mensen die eventueel betrokken waren of sympathiseerden met het gewapend verzet zelf ooit wapens droegen, laat staan oorlogsmisdaden begingen? Dat zou de reden kunnen zijn waarom noch de toenmalige Openbare Ministeries noch de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid (CICIG) oren hadden voor de hetze en beschuldigingen van de ‘Stichting tegen het Terrorisme.’
De tijd is aangebroken om de slag te slaan
Zoals gezegd, na indrukwekkend onderzoekswerk en veroordelingen tegen oorlogsmisdadigers en tegen corrupte individuen en netwerken werd de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid (CICIG) ontbonden en verbannen in september 2019, tot spijt wie het benijd en dat waren niet in het minst de Verenigde Naties onder wiens vleugels de commissie opbloeide. En anderzijds tot grote vreugde van iemand als Raúl Falla, lid van de ‘Stichting tegen het Terrorisme,’ die onlangs uitriep: ‘CICIG, Nunca Más!’
De weg was vrij en het startschot gegeven voor grootschalige wraakacties. Hebben ze onze glorieuze soldaten en legeroversten die vochten tegen de doem van het communisme achter de tralies gezet, dan is het nu aan ons om dat terroristisch tuig aan te pakken en het evengoed de gevangenis in te duwen. En zo geschiedde. Huidige president Alejandro Giamattei (beducht voor juridische gevolgen wegens zijn corrupte praktijken), het Congres (grotendeels bevolkt door zijn partij en bondgenoten), het Hoofd van het Openbaar Ministerie (door hem in die functie in het zadel gewipt) en de verschillende gerechthoven die ‘gegijzeld’ werden door dit ‘Pact van de Corrupten,’ stelde zich gewillig open voor de verderfelijke sirenenzang van de ‘Stichting tegen het Terrorisme.’ Deze kreeg een ongeziene macht. Magistraten, juristen, advocaten en allerlei justitiepersoneel, die tevoren hetzij binnen of buiten de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid (CICIG) de strijd aanbonden tegen corruptie en de georganiseerde misdaad (waaronder het ‘Pact van de Corrupten’ moet gesitueerd worden) werden nu een na een aangehouden, voor het gerecht gebracht en veroordeeld tot gevangenschap op basis van administratieve of futiele tekortkomingen. Enkele tientallen leden van het gerechtspersoneel vluchtten naar het buitenland. Kort daarop werd ook de kritische pers geviseerd.
De heksendans gaat door
Een van de meest recente aanhoudingen is die van Juan Francisco Solórzano Foppa. De man bekleedde jaar na jaar een belangrijke functie in het beleid van het land. Hij was Hoofdopzichter van de Belastingenadministratie (SAT). Als advocaat werkte hij twaalf jaar bij het Openbaar Ministerie, waar hij deel uitmaakte van het Kantoor van de Procureur-Generaal voor Misdrijven tegen het Leven, de Eenheid voor Analyse en het Directoraat Criminele Analyse, Hij was een van de oprichters van het Speciaal Parket tegen de Straffeloosheid (FECI). Gedurende drie jaar was hij belast met de analyse van zaken in verband met belastingfraude, waarvoor hij de leiding had over een team van belastingcontroleurs. De Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid (CICIG) bedankte de jurist in 2016 publiekelijk voor zijn medewerking aan het onderzoek naar het corruptieschandaal dat bekend staat als La Línea (waarvoor ex-president Otto Pérez Molina en vicepresidente Roxana Baldetti in de gevangenis terecht kwamen.)
Samen met collega advocaat Justino Brito had hij het lef op te treden als advocaat voor de verdediging van journalist Jose Rubén Zamora, oprichter van de krant ElPeriódico. Deze werd aangehouden eind juli 2022 voor een rist beschuldigingen. De belangrijkste en misschien wel de enige reële reden wordt echter in het rijtje niet vermeld, met name de kritische stem van de krant tegen het beleid van de regering. Op weg naar het Hoog Gerechtshof werden eerst Justino Brito en daarna Juan Francisco Solórzano Foppa onderschept en in de boeien geslagen.
Het FECI meldde dat de reden voor deze arrestaties was dat de advocaten ‘mogelijk samenwerkten om een frauduleus document te maken en te presenteren’ in de zaak tegen journalist Zamora om aan te geven dat de aanklachten tegen de journalist vals waren en om te proberen de schijn van wettigheid te wekken voor het bedrag van 240.000 quetzsales, dat deel uitmaakt van het geld dat in beslag werd genomen bij de arrestatie van de journalist in juli 2022. Of de beschuldigingen tegen journalist Zamora, oprichter van de krant ElPeriódico, al dan niet kloppen zal nog moeten uitgemaakt worden. Een andere zaak is dat het gerecht laat blijken dat een advocaat, die optreedt als verdediger van een aangeklaagde, daarvoor zelf ook strafbaar wordt.
Je moet je gezicht laten zien
‘Ik kan mezelf niet meer verdedigen, noch kan ik een andere collega verdedigen, dat is ongehoord,’ zei advocaat Solórzano Foppa. Daarom wil hij in deze zaak een advocaat van het Instituut voor Openbare Strafverdediging (IDDP) vragen hem te verdedigen, hij wil immers niet dat andere advocaten worden gecriminaliseerd voor het uitvoeren van hun werk.
‘Je moet je gezicht laten zien, hier laat ik mijn gezicht zien. Wat ze eigenlijk beogen aan de vooravond van de zaak van journalist Jose Rubén Zamora, is dat niemand hem nog wil verdedigen, dat is de boodschap aan zijn advocaten, aan justitie, ze willen de rechters dwingen,’ zei hij.
Het proces tegen de oprichter van de krant ElPeriódico staat gepland voor mei 2023. Advocaat Solózano Foppa verdiende in zijn functie van Hoofdopzichter van de Belastingenadministratie (SAT) zijn sporen als integere opzichter en hinderpaal voor diegenen die poogden fraude te plegen met de belastingen. Daarom beschouwt hij deze zaak als ‘honderd procent politiek.’ Volgen hem steken ze stokken in de wielen om hem te beletten zich kandidaat te stellen voor burgemeester van de hoofdstad. Zo weigerde het Hoge Kiestribunaal (TSE) hem te registreren. ‘Wanneer het politieke systeem wordt bedreigd, ondernemen ze dit soort acties, maar hier blijf ik, ik kom op voor mezelf, ik ging er niet vandoor,’ zei hij.
Dit is de tweede keer dat hij gearresteerd werd. De eerste keer was in mei 2021 voor een verkiezingszaak genaamd ‘Valsheid en Politiek’ waarvoor hij op 2 mei 2023 terecht zal staan. De strafrechter oordeelde dat hij terecht moest staan voor ideologische valsheid met verzwaring van straf in de zaak van valsheid en politiek, toen het oprichtingscomité van de politieke partij ‘Water’ notulen wijzigde om de partij te kunnen registreren. In het burgerregister van het Hoog Kiestribunaal (TSE) zou vastgesteld zijn dat onder de aangeslotenen een overledene voorkwam en verscheidene personen die niet konden lezen of schrijven, hoewel in het document stond dat zij dat wel konden. Hij aanvaardde de aanklacht niet.
‘Na anderhalf jaar wachten op een hoorzitting en midden in de verkiezingsperiode hebben ze eindelijk het proces geopend in de zaak tegen mij. Ik ben ervan overtuigd dat ik tijdens het debat mijn onschuld zal bewijzen en dat we dit valse proces achter ons zullen laten.’
Wanneer een strafrechter oordeelt als een politieke agent
Het was strafrechter Fredy Orellana die toestemming gaf voor huiszoekingen en arrestaties in de zaak van journalist Jose Rubén Zamora en voormalig magistraat Samarí Gómez. Hij weigerde hen alternatieve maatregelen toe te kennen, zoals huisarrest of voorlopige invrijheidstelling tot de aanvang van het proces.
‘Het wordt moeilijk voor mij om voor het einde van de huidige regeringsperiode naar huis terug te keren,’ zei journalist Zamora in het gerechtsgebouw van Guatemala tegen persbureau EFE voor het begin van een hoorzitting tegen hem. Zijn krant ElPeriódico publiceerde de afgelopen dertig jaar duizenden onderzoeken naar corruptiezaken, waaronder enkele van de schandalen die leidden tot de val van de regering van Otto Pérez Molina (2012-2015).
Militairen werken samen met drugshandelaren
Drie leden van het leger werden samen met tien andere personen gearresteerd in een operatie die bekend staat als de ‘Criminele driehoek.’ Volgens het Openbaar Ministerie maakten zij gebruik van bevoorrechte informatie waartoe zij toegang hadden om de acties van de criminele organisatie bij te sturen of om de bewegingen voor het lokaliseren van de illegale vliegtuigen te vertragen.
‘Uit het onderzoek van het Openbaar Ministerie voor drugshandelmisdrijven is gebleken dat deze criminele structuur de planning en coördinatie uitvoert voor het ontvangen van vliegtuigen geladen met cocaïne uit andere landen, voornamelijk uit Zuid-Amerika, in samenwerking en coördinatie met elementen van het Mexicaanse kartel bekend als ‘Jalisco Nueva Generación,’ aldus het Openbaar Ministerie. Volgens het ministerie wordt de organisatie geleid door verschillende coördinatoren die actief zijn in de streken Petén, Alta Verapaz, regio Guatemala hoofdstad, Sacatepéquez, Escuintla en Retalhuleu.
‘De manier waarop deze structuur opereert bestaat erin clandestiene landingsbanen te lokaliseren om deze te huren en te gebruiken voor het landen van met drugs geladen vliegtuigen en het coördineren van de zoektocht naar mensen om de drugs uit te laden en te vervoeren, (maar ook) het coördineren van mensen met als doel het blokkeren van de wegen voor de openbare veiligheidstroepen, zodat deze de plaats waar de misdaad wordt gepleegd of waar de vliegtuigen landen niet kunnen bereiken, en tenslotte het plannen van aanvallen tegen mensen die de autoriteiten over hen inlichten,’ vermeldde het Openbaar Ministerie.
En hier komt onze beruchte strafrechter weer op het toneel. Strafrechter Orellana begunstigde met huisarrest infanterieluitenant Walter Vinicio Contreras Munguía, beschuldigd van samenwerking met het drugskartel ‘Jalisco – Nieuwe Generatie.’ Maar hij werd teruggefloten door een beroep, ingediend door het Openbaar Ministerie, die de terugkeer van de beschuldigde naar de gevangenis beval.
In de cel blijven
Dezelfde rechter Fredy Orellana, die de van drugshandel beschuldigde militair wilde vrijlaten, beval de huiszoekingen van de krant ElPeriódico en houdt journalist José Rubén Zamora en voormalige openbare aanklager Samari Gómez in voorarrest. Hij weigerde hun verzoek voor voorlopige invrijheidstelling. Het was ook hij die indertijd de arrestatie van Juan Francicso Sandoval, voormalig Hoofd van het Speciaal Kantoor tegen de Straffeloosheid goedkeurde en die naar de VS vluchtte. En nu ook de aanhouding van advocaat Juan Francisco Solórzano Foppa en andere personen die betrokken zijn bij het proces tegen journalist Zamora.
In juni dit jaar zullen algemene verkiezingen in Guatemala plaats vinden. Maar het ziet er nu al naar uit dat sommige beslissingen van het Hoog Kiestribunaal erop gericht zijn om de uitslagen een bepaalde richting in te sturen, onder meer door partijen die een bedreiging vormen voor het status quo niet toe te laten deel ten nemen en anderen die elementen vertonen, waarbij ze bij wet niet zouden kunnen deelnemen, wel ingeschreven worden. Sommigen spreken over verkiezingsfraude nog voor de verkiezingen plaats grepen. In die zin ziet het er voor de rechtspraak en de rechtstaat in de nabije toekomst niet rooskleurig uit.
Bronnen:
Detienen a Juan Francisco Solórzano Foppa por caso Zamora – Prensa Comunitaria