Josephine Baker verhuist op 30 november naar het Panthéon in Parijs, de plaats waar Frankrijk Fransen met grote verdiensten postuum een ereplaats geeft. Van de Folies-Bergère, waar ze beroemd werd als danseres, naar het Panthéon. Baker (1906-1975) kwam uit de VS, zong er in 1931 ‘J’ai deux amours…Mon pays et Paris” en werd een heuse Française.
President Emmanuel Macron liet zich eerder dit jaar met gemak overtuigen om Baker, geboren als Freda Josephine McDonald, in het Panthéon bij te zetten. Hij stelt haar, een zwarte vrouw, voor als een symbool van “la France reconciliée”, het Frankrijk van de verzoening. Een vertegenwoordiger van Macron heeft het over Baker als een voorbeeld van emancipatie en vrijheidsstreven, een vrouw die resoluut koos voor het eeuwige en universele Frankrijk – ‘la France éternelle et universelle’.…
Patriot
Macron wil dus blijkbaar een patriottisch cachet aan dat eerbetoon geven nu de campagne voor de presidentsverkiezingen eraan komt. Marine Le Pen en co zullen ondanks dat patriottisch sausje, niet staan juichen als deze zwarte weerstandster op 30 november een plaats in de grote tempel krijgt.
Baker werd in 1927 vermaard met haar erotisch dansoptreden in de Parijse Folies-Bergère. Haar rokje van kunstbananen, veel meer had ze niet aan, maakte toen grote ophef. Voor mijn moeder was Josephine Baker vooral de zangeres van ‘J’ai deux amours’ (1931) en de vrouw die twaalf kinderen van diverse origine adopteerde in haar “regenboogstam”. Het onderhoud van die grote familie droeg in de jaren 1960 bij tot haar financiële problemen.
Ze was Franse geworden na haar huwelijk in 1937 met een Franse ondernemer. Voor haar rol in het verzet, vooral als inlichtingenagente, kreeg ze na de oorlog de Medaille de la Résistance en het Croix de guerrre en werd ze Ridder van het Légion d’honneur
Burgerrechten
Bij optredens in de VS weigerde ze halsstarrig voor een gesegregeerd publiek op te treden. Zelf werden zij en haar man in 36 hotels de toegang geweigerd omwille van haar huidskleur. Ze steunde volop de beweging voor burgerrechten van Martin Luther King. In 1963 sprak ze samen met King de grote Mars op Washington toe.
Nadat ze in 1951 in de VS was uitgevlogen tegen discriminatie van zwarten in een club, werd haar werkvisum ingetrokken en ze er van beschuldigd een communiste te zijn. Ze kreeg tien jaar lang geen visum meer voor de VS. Ze trad in 1966 op verzoek van Fidel Castro wel met groot succes op in Havana.
Afgewezen
Baker wel, maar Gisèle Halimi (1927-2020) niet. Het voorstel om deze feministe, grote voorvechtster van recht op abortus, in het Panthéon op te nemen, is niet weerhouden. En wel omdat deze advocate tijdens de Algerijnse opstand militanten van het FLN, dat de strijd tegen het Franse kolonialisme voerde, verdedigde. Want dat zou de gevoelens hebben kunnen kwetsen van de harki’s, de Noord-Afrikaanse soldaten van het Franse leger. Halimi was in veel ogen geen goede patriot. In die afwijzing kan Marine Le Pen zich zeker vinden.