Mijnheer de Eerste Minister, uw stelling dat het individu altijd boven de samenleving moet komen, is niet te rijmen met uw pleidooi voor individuele vrijheid. Als ik mijn moedertaal nog enigszins versta, betekent individuele vrijheid dat individuen vrij zijn om zelf te bepalen wat zij belangrijk vinden.
Met andere woorden, mensen die resoluut kiezen voor een evenwicht tussen individu en samenleving, of voor een echte samenleving en niet een verzameling van individuen (waar uw versie van Popper’s open samenleving eigenlijk op neer komt), die kunnen zich beroepen op de individuele vrijheid die u schijnbaar zo hoog in het vaandel draagt. Uw omschrijving van deze mensen als achterlijke romantici of totalitaire wreedaards is dus niet alleen beledigend, maar ook vals. Maar hoe pijnlijk ook, dit is niet het enige dat ik zou willen rechtzetten.
Mijnheer de Eerste Minister, er bekruipt me een akelig déjà-vu gevoel bij uw pleidooi voor het ‘vrije individu’. U hangt een nieuwe godsdienst aan! Uw god, uw absolute waarheid, uw absoluut beginsel is het ‘vrije individu’.
Ik geef toe dat deze rechtzettingen niet enkel naar u zijn gericht: ze kunnen zeker ook van nut zijn voor een hele reeks zelfverklaarde ‘seculiere’ ideologen, wetenschappers en experten/kenners. Maar vermits u toch zo een groot voorvechter (of moet ik zeggen eerwaarde, of grootmeester?) van (de godsdienst van) het vrije individu bent, en bovendien de huidige Eerste Minister van België, neem ik de vrijheid me in de Eerste Plaats tot u te richten.
Ten eerste, mag ik er op wijzen dat het ‘vrije individu’ niet bestaat, en dat een mens dus nooit een ‘vrij individu’ is… was of zal zijn? Immers, een mens is letterlijk met handen en voeten gebonden… niet aan een god, schepper/architect of ander (‘hoog’) ideaal, maar aan de natuur. En bijgevolg ook aan alle krachten en structuren in die natuur. Een mens is altijd één met de natuur. Natuur en mens zijn onscheidbaar: ze vormen een dynamische eenheid, een levende gemeenschap.
Het ‘vrije individu’ verdedigen – om niet te zeggen, vereren – is dus de aard, het zijn van de mens negeren, saboteren en vernietigen! Een mens is namelijk nooit een vrij individu, maar altijd een eenheid met de natuur!
Zelfs als u het individu ontdoet van het zaligmakende ‘vrije’ en slechts over ‘het individu’ spreekt (al dan niet overladen met allerlei verlossende/bevrijdende rechten), kunt u de kern van het mens-zijn, de mens-natuur-eenheid, niet laten verdwijnen. Gewelddadig onderdrukken, doodzwijgen, bekeren of beschaafd negeren wel, maar laten verdwijnen, neen.
De liberale/seculiere verering van het ‘vrije individu’ heeft dan ook zeer veel weg van een geseculariseerde (post-)abrahamitische godsdienst: een levensvisie en -wijze die het leven ondergeschikt maakt aan een onzichtbaar, onkenbaar, onbestaand ideëel wezen – het ‘vrije individu’ – die volledig steunt op geloof, in casu, het geloof in het ‘vrije individu’.
Ten tweede, mag ik erop wijzen dat het ‘vrije individu’ tot hetzelfde rijk behoort als de abrahamitische god, namelijk het rijk van de vervreemdende, (zelf)vernietigende ideeën en idealen? Net zomin als mensen god kunnen zien (maar god ziet u!), kunnen mensen het ‘vrije individu’ zien (maar worden zij er wel door gezien!). Het goddelijk alziend oog indachtig, worden de mensen in het oog gehouden en gedisciplineerd door de aardse vertegenwoordigers van het ‘vrije individu’, de liberaal/seculiere staat. “Wees een goed schepsel want God ziet u” is verworden tot “wees een vrij individu want de liberaal-seculiere staat ziet u”. Het ‘goed schepsel’ en het ‘vrije individu’ begoren tot dezelfde categorie: die van de dwangbuis-idealen die de aard van het mens-zijn negeren, saboteren en vernietigen.
Met andere woorden, na zijn wil, wet, uitverkoren volk, zoon, profeet,.. sproot er een goeie 200 jaar geleden uit een mix van reformatie, vrijmetselarij, verlichting/wetenschap, ‘seculiere’ revoluties en, last but not least, katholicisme een nieuwe staatsgodsdienst voort: de godsdienst van het vrije individu.
En traditiegetrouw willen wij dat zaligmakende ‘vrije individu’ uiteraard met de hele wereld delen, en daar hebben wij uiteraard wel wat geweld en repressie, sorry, universeel mensenrechten-broederschap en beschaafde vooruitgang voor over, juist?
Uiteraard zult u, als overtuigde liberaal, in alle toonaarden uw verbondenheid met de schepper ontkennen, maar van waar haalt u dan die verering van een onbestaand, puur ideëel wezen – het (vrije) individu – en uw dwangmatige sabotage van het mens-zijn, de natuur-mens-eenheid?
Zoals mensen ooit werd wijsgemaakt dat alles (de mens, de samenleving, de natuur..) ondergeschikt moest zijn aan de wil en wet van god, probeert u ons wijs te maken dat de mens en de samenleving ondergeschikt moeten zijn aan de wil en wetten van de ‘vrije individuen’. Als u even uit uw liberale-seculiere wereld van ideeën en idealen afdaalt, zal de natuur u het tegendeel bewijzen. Als er iets is wat we dringend nodig hebben, is het niet meer van dat onbestaand ‘individu’ of meer van die (zelf)vernietigende ‘vrijheid’, maar een diepgaande kennismaking met onszelf, ttz. met de dynamische eenheid, de levende gemeenschap van mens en natuur die we allen zijn. In de grond gaat het dus niet om nationalisering of collectivisering, maar om onteigening, om ‘naturalisering’, om de echte samenleving van mens en natuur. Laat de afdaling naar de realiteit beginnen!
Herman Vandeputte
(Uitpers, nr 86, 8ste jg., mei 2007)