Zoals verwacht heeft Turkije op de Europese top van 17 december in Brussel een voorwaardelijk ja gekregen voor het begin van onderhandelingen, op 3 oktober 2005, over de toetreding tot de Europese Unie. Eén van de voorwaarden is dat het voor die datum Cyprus, één van de 25 huidige lidstaten van de EU erkent. Een interview over problematiek van de Turkse toetreding, dat werd afgenomen vlak voor de formele beslissing werd genomen.
Een interview met Christian Wernicke, journalist van de Suddeutsche Zeitung
Als iedereen het erover eens is onderhandelingen op te starten met Turkije, waarom wordt de Europese top dan nog gehouden?
Omdat het heel moeilijk is om de juiste voorwaarden te definiëren. Het “ja” voor Turkije zal niet een 100% ja zijn en ook niet met 100% enthousiasme. Dat heeft te maken met ontevredenheid bij een deel van de Europese bevolking, dat heeft ook te maken met twijfels bij de politieke leiders. Het is dus eerder een “ja, maar”. Het “maar” is op dit moment belangrijker dan het “ja”. Het “ja, maar” wil zeggen dat Turkije moet doorgaan met de hervormingen, meer respect voor mensenrechten, echt tonen dat Turkije in de juiste richting marcheert. Dat wordt een lange mars van meer dan 10 jaren.
Bestaat er een groot verschil tussen de Duitse partijen? De CDU verkiest toch eerder een speciaal partnerschap boven een volwaardig lidmaatschap, niet soms?
Welja, in verschillende landen zien wij dat het onderwerp Turkije partijpolitiek wordt. Het is heel kunstmatig dat die discussie nu hevig gevoerd wordt. In Duitsland is Turkije voer voor interne Duitse politiek. Maar het verdeelt ook duidelijk de conservatieve christelijke politici tegen niet-christelijke meer progressieve politici. Persoonlijk vind ik het vervelend dat religie toch wel een rol speelt als politici met hun kiespubliek spreken.
Het andere conflict is gelijkaardig met dat in Frankrijk. De tegenstanders van Turkije gebruiken dat nu en zeggen: uitbreiding van de EU met een zo groot land als Turkije stelt het probleem van de grenzen van Europa en van de manier hoe de Europese Unie al die nieuwe landen zal kunnen integreren. In dat opzicht is Turkije een discussiepunt. Veel mensen, niet alleen christen-democraten, ikzelf ook: als er ergens geen grenzen worden gesteld aan Europa, waar gaan we dan eindigen? Hoe diep kan de integratie in de EU gaan? Velen vrezen dat hoe groter Europa wordt, hoe minder groot de samenhang zal zijn. De ambitie om Europa politiek op te bouwen, zal wegvloeien.
Als er een grens wordt gesteld aan Europa, zal die verder moeten liggen dan Cyprus, want dat is een EU-land, niet? Waar is de logica?
Niemand zegt dat politiek een zekere logica volgt. Maar het grote verschil is de grootte. Cyprus, come on, man, hoeveel mensen wonen daar? Hoe groot is dat? Turkije is niet alleen een sterke natie, het is ook een grote natie. Veel mensen hebben het gevoel dat Cyprus ook niet bij de EU moest komen, met al de problemen van een verdeeld eiland. Dat soort problemen hebben wij niet meer in West-Europa. Maar Turkije is zo groot dat velen een zondvloed vrezen als Turkije volwaardig EU-lid wordt. Want daarna kan je niet nee zeggen aan Oekraïne, noch aan Wit-Rusland, zelfs niet aan Israël.
Dus als we hier niet stoppen, waar zullen we dan stoppen? Dat is de vraag die vele Europeanen zich stellen.
Bestaat er naast de discussie over de grenzen ook een discussie over religie? Dikwijls wordt het niet met zoveel woorden gezegd, Renate Sommer van de CDU herhaalde altijd dat de EU geen christelijke club is, maar speelt dat argument niet sterk bij vele Europeanen?
Ik ben er zeker van dat dit argument bij velen speelt zonder dat het openlijk gezegd wordt. Het is niet mijn opinie. Religie is absoluut geen reden om Turkije er niet bij te nemen.
Mijn maag komt echter in opstand, niet omwille van de verschillende religie, maar omwille van het verschillende soort nationalisme, een trots nationalisme. In Kopenhagen enkele jaren terug zag je een 100% identificatie van de Turkse pers met de Turkse regering. Mijn Turkse collega’s stelden mij vragen, niet “wanneer zal de Turkse regering dit of dat krijgen”, ze vroegen altijd maar: “wanneer krijgen wij een datum”? Dit soort identificatie van de Turkse pers met de nationale Turkse zaak maakt dat ze denken in termen zoals “wij en zij”. Dat vind ik heel vervelend.
Dat toont voor mij dat zij niet helemaal klaar zijn voor de manier waarop in Europa elke dag aan politiek wordt gedaan.
De Europese Unie betekent macht delen, maar ook het afgeven van een deel soevereiniteit. De mentaliteit bij de Turkse politici, Turkse militairen, maar ook in de Turkse samenleving en in de Turkse media, die nochtans een belangrijke pro-Europese rol speelde, moet toch nog sterk evolueren. Ze moeten nog heel veel leren. Zij moeten zich aanpassen aan de stijl die in de EU-club wordt gehanteerd. Als je bij de club wil komen, moet je je aanpassen daaraan.
Je volgt Turkije al enkele jaren, zie je een evolutie tussen Ecevit in Kopenhagen en Erdogan in Brussel?
Oh ja, het feit dat Turkije nu een datum zal krijgen en dat onderhandelingen zullen starten in september of oktober is een succes waarin de EU zelf niet geloofde. Veel beloften werden gemaakt aan Turkije met in het achterhoofd: dat halen ze toch nooit. Nu zegt de EU: wel, ze kunnen het. Persoonlijk weet ik dat heel hoge Europese commissaren tijdens de EU-top in Kopenhagen er niet in geloofden dat dit soort vooruitgang kon gemaakt worden in twee jaar tijd.
Vele mensen hier in de Europese Unie, die zich het hart en de ziel van Europa beschouwen, geloofden niet dat Turkije zover zou geraken in twee jaar tijd. Ik weet niet of Turkije dit ritme zal volhouden en persoonlijk zit ik niet veel in met het oordeel van de Turkse regering over zichzelf, ik hou meer rekening met het oordeel van de mensen ter plaatse. In oktober was ik met commissaris Verheugen tijdens zijn reis naar Diyarbakir en Tuzla. Wat ik hoorde, niet enkel van de dorpelingen, maar ook van NGO’s en van NGO’s buiten het officiële programma, Koerdische boeren, Koerdische culturele organisaties, Koerdische politici, vrouwengroepen, zeer belangrijk, vrouwen die jonge vrouwen beschermen tegen vermoord te worden voor de eer is het volgende: “Als je wil dat deze hervormingen doorgaan, mag je de deur niet sluiten.” Voor iemand als ikzelf die twee jaar geleden nog heel polemische stukken schreef tegen Turks lidmaatschap, want ik geloofde niet dat de oude Turkse politieke garde zou evolueren, was dat toch wel heel indrukwekkend.
Ja maar voor Erdogan betekent dit het einde van de hervormingen, misschien zegt hij dat voor intern gebruik in Turkije, maar voor de Koerden is het slechts het allerprilste begin, niet? Soms zeggen de Koerden: OK, het proces van hervormingen is opgestart, maar de EU geeft geen klare definitie van de Koerdische kwestie en de oplossing daarvan. Gaat u daarmee akkoord?
Misschien niet duidelijk genoeg, ja. Maar in dit soort zaken, namelijk de interne politiek in Turkije, heeft Europa relatief weinig mogelijkheden om tussen te komen. Sommige zaken worden door de landen zelf sterk afgeschermd. Spanje bijvoorbeeld aanvaardt geen EU-interventie als het gaat over Catalonië of Baskenland.
Wat ik leerde tijdens mijn reis naar Diyarbakir is: Verheugen was sterk onder de indruk, negatief dan, van wat hij zag. Tijdens het bezoek aan het dorp dat niet gekozen was door de gouverneur van Ankara – het was gekozen door zijn EU-medewerkers in Ankara – merkte hij dat de boeren niet gecompenseerd waren voor hun verlies, tegen het advies in van het Europees Hof voor mensenrechten in Straatsburg. Verheugen zag dat er nog zoveel te doen is vooraleer het conflict van de jaren 80 en 90 ten einde is en vooraleer de schade berokkend aan de harten, de geesten en gebouwen van de mensen genezen zal zijn. Na dat bezoek legde Verheugen een sterkere klemtoon voor de oplossing van de Koerdische kwestie als een socio-economische kwestie. Dat kwam sterker tot uiting in zijn fameus rapport van 6 oktober. Het socio-economische en culturele aspect, daar kan nog veel aan gewerkt worden.
Maar is dat niet wat Ecevit altijd zei? Breng een socio-economische ontwikkeling in het zuid-oosten en de nationale Koerdische kwestie zal automatisch opgelost worden? De Koerden vragen erkenning van hun identiteit door de Turkse staat. Zal Europa ooit zo ver gaan in haar druk op Turkije?
Er zijn regels opgesteld over hoe omgaan met minderheden. Maar dit zijn softe regels. Er zijn politieke regels opgesteld om te oordelen of Turkije genoeg doet of niet voor haar minderheden. De EU kan tussenkomen wat betreft schendingen van mensenrechten. Daarover bestaan duidelijke richtlijnen. Leyla Zana wordt gearresteerd voor politieke redenen. Dat is een mensenrechtenzaak. Maar de EU kan niet echt druk uitoefenen opdat Turkije een nieuwe licentie geeft aan een TV in Koerdistan. De EU kan de schoolboeken niet gaan controleren in scholen in zuid-oost Anatolië. Dat is onmogelijk.
Het basisgevecht voor de Koerdische bevolking is haar invloed in Ankara te versterken. Ze kunnen een vriendelijke nonkel hebben in Brussel die hen ondersteunt, maar uiteindelijk kunnen ze niet verwachten dat Brussel hun problemen zal oplossen. De Koerden zullen die zelf in Ankara moeten oplossen.
Ga je ermee akkoord dat voor de Europese Unie Leyla Zana een goede Koerd is en Abdullah Öcalan een slechte Koerd, terwijl beiden voor de Koerdische bevolking de voortrekkers zijn van dezelfde strijd?
Ja, dat kan je wel zeggen. Het beeld dat de Europese Unie heeft van de Koerdische zaak is dat Leyla Zana het symbool is voor de goede Koerd, de vrouw die 100% politiek bedrijft op een democratische manier, de vrouw die honderden keren zei geweld stop te zetten, terwijl bijna elke Europese politicus wantrouwen heeft bij de naam Öcalan.
Wat zou de groep van Kongra Gel, de vroegere PKK moeten doen?
De gewapende strijd stopzetten natuurlijk. In de Europese Unie gaat het over het oplossen van conflicten zonder het gebruik van wapens. Als een Duitser wil ik dit zeggen vanuit het diepste van mijn hart. Geweld gebruiken kan niet getolereerd worden in de EU. Als je de Westeuropese mensen wil overtuigen van het feit dat niet alleen Turkije, maar ook het Koerdische deel voluit deel uitmaakt van de Europese Unie, dan moeten conflicten opgelost worden op een beschaafde manier.
Als de Koerden daarmee akkoord zouden gaan, bestaat er dan geen dubbele standaard? De Koerden moeten ontwapenen, maar het Turks leger mag elke dag operaties uitvoeren? De roadmap in het Israëlisch-Palestijns conflict voorziet bilaterale stappen, in het Iers-Engels conflict gaat het ook over bilaterale stappen. Waarom hebben de Koerden in Turkije dat recht niet?
Ik zie niet echt de gelijkenissen in van de conflicten. De Palestijnse autoriteit, noch de Israëlische staat vraagt lidmaatschap aan van de EU. Ze willen samenwerken. Turkije wil meer. De mensen in Koerdistan vooral willen meer. Dat heb ik toch gemerkt. Ze willen met de hulp van de EU een beter leven hebben en meer vrijheid. Je moet dus gehoorzamen aan striktere regels. Niet alleen omdat de Turkse wet zegt dat ze het monopolie heeft om geweld te gebruiken, zoals het geval is in vele staten, maar ook omdat de EU dat vraagt.
Het andere punt dat het Koerdische volk zou kunnen helpen is dat de EU zal uitkijken opdat de Turkse staat haar geweldmonopolie niet zal misbruiken, dus geen foltering, geen misbruiken van militaire kracht, zoals in Tuzla gebeurd is, dorpen afbranden en de mensen verdrijven naar Izmir, Istanbul of Diyarbakir.
Dat misbruik van militair geweld zal natuurlijk problemen opleveren voor Turkije en de EU. Daarom zal de EU daar strikt op uitkijken. Als we zien hoe de toestand was in de helft van de jaren 90, niemand geloorde er toen in dat Turkije ook maar ooit enige hervormingen zou uitvoeren om EU-lid te kunnen worden. Dat alles pleit ervoor dat Koerdische organisaties niet terug de wapens zouden opnemen om tegen de Turkse staat te vechten.
Denkt u dat de Europese Unie in het volgende decennium druk zal uitoefenen op Turkije opdat het leven van de Koerden in Turkije zal verbeteren, maar opdat ook de meer nationale eisen van de Koerden zullen verkregen worden?
Het kan helpen ja. Er leven nu zeer hoge verwachtingen in Koerdistan. Ik heb gezien hoe goed de eisen van de Koerden reeds aan bod komen in Brussel. Als je naar de mensen gaat die in de Europese Commissie werken rond Turkije, dan zie je al de documenten liggen op de bureaus van de Europese Commissie. En zij lezen die documenten en gebruiken die gegevens in hun rapporten over Turkije.
Is dat de Koerdische lobby?
Nee nee, het zijn ook organisaties die niet enkel Koerdisch zijn, bijvoorbeeld vredes- en vrouwengroepen die in Koerdistan werken. Natuurlijk kennen zij de realiteit. Schrijvers en dichters ook. De Europese Commissie krijgt dan klachten binnen van iemand die naar de Europese Raad van Mensenrechten komt en dan later wordt lastiggevallen door de politie. Dat soort zaken moet stoppen en de EU komt reeds tussen in dat soort zaken. Dus ja, de EU kan helpen om meer vrijheid te verkrijgen ook voor Koerdistan, maar het meeste werk moet gebeuren binnen Turkije zelf.
(Uitpers, nr. 60, 6de jg., januari 2005)