De Italiaanse kiezers, voor zover die zich zondag en maandag verplaatsten, hebben uiterst-rechts en vooral M5S (Vijfsterrenbeweging) geen vreugde gebracht. Centrumlinkse coalities, waarvan M5S soms deel van uitmaakte, doen het in de grote steden heel goed, steeds wel bij een lage opkomst. Gemiddeld lag ze voor alle gemeenten waar werd gestemd op 55 %, In de meeste grote steden lag die onder de helft.
Centrumlinks
In Bologna en Napels halen de kandidaat-burgemeesters van centrumlinks, resp. Matteo Lepore en Gaetano Manfredi, 62 en 63 % van de stemmen. In Napels haalt de rechtse kandidaat slechts 20 %. In Milaan wint uittredend burgemeester Giuseppe Sala (centrumlinks) met 57,7 %, tegen 32 % voor de kandidaat van de coalitie van rechts en uiterst-rechts.
Twee andere grote steden, Rome en Turijn, hadden de voorbije vijf jaar een burgemeester van de Vijfsterrenbeweging. In Rome was Virginia Raggi opnieuw kandidate, maar ze haalt nu minder dan een vijfde van de stemmen. De tweede ronde zal gaan tussen de rechtse Enrico Michetti (30 %) en de centrumlinkse Roberto Gualtieri (27 %). Een andere kandidaat, ex-minister Carlo Calenda, vroeger lid van de centrumlinkse PD en nu leider van de partij ‘Azione’, haalt 20 %. Het zal van de kiezers van Raggi en Calenda afhangen wie burgemeester wordt.
In Turijn was burgemeester Chiari Appendino van M5S geen kandidate meer. Valentina Sganga van M5S haalt nu nog amper 10 %. Uiterst-rechts had erop gerekend dat haar kandidaat, ondernemer Paolo Damilano, al in de eerte ronde meer dan 50 % zou halen. Maar de eerste plaats, met 44%, gaat naar de centrumlinkse Stefano Lo Russo tegen 39 % voor Damilano. Voor uiterst-rechts moest Turijn de troostprijs worden voor het gebrek aan succes elders.
Sterren zien
De tegenslagen van de Vijfsterren, vooral voor de eigen lijsten, zal wellicht de scherpe tegenstellingen binnen die beweging verder aanscherpen. Die beweging heeft in het parlement op basis van de verkiezingen van 2018 nog altijd de grootste fractie. Na de neergang van de voorbije twee jaar gaf ze de teugels in handen van de toen partijloze premier Giuseppe Conte die pleit voor nauwe samenwerking met de centrumlinkse PD.
De uitslagen zullen nauwkeurig afgewogen worden bij uiterst-rechts dat vooral bestaat uit de Lega van Matteo Salvini en Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni. Deze laatste zit, in tegenstelling tot de Lega, niet in de regering van Mario Draghi. Tussen die twee kwam het bij de keuze van de kandidaten en tijdens de campagne tot wrijvingen.
De Lega kwam tijdens de campagne in opspraak door het schandaal Morisi, terwijl Fratelli d’Italia geconfronteerd werd met het bestaan en de acties van een militante fascistische groep binnen de partij. (Zie: https://www.uitpers.be/lega-gehavend-naar-stembus/)