Giorgia Meloni, premier van Italië, kan zich na de recente nederlaag op Sardinië, troosten met de overwinning van haar partijgenoot Marco Marsilio in de Abruzzen. Deze regio in het midden van Italië herkoos Marsilio als gouverneur met 53,5%
De gouverneur behoort tot de uiterst-rechtse Fratelli d’Italia (FdI), de partij van Meloni die volgens recente peilingen nationaal nog altijd op 27 % kan rekenen. Bij de andere uiterst-rechtse partij, de Lega van Matteo Salvini, heerst wel een sombere stemming: waar de Fratelli in de Abruzzen 24 % voor hun lijst haalden, viel dat voor de Lega terug op 7, %. Veel minder dan de rechtse coalitiegenoot Forza Italia (bij EVP) die 13 % haalde. Nationaal zou de Lega nog goed zijn voor iets meer dan 8 %, net iets boven Forza Italia.
Twee weken eerder had de coalitie rond Meloni een nipte nederlaag geleden op Sardinië. Daar werd Alessandra Todde, vroegere ondervoorzitster van de M5S, de Vijfsterrenbeweging, tot gouverneur gekozen met 45,3 % tegen 45 % voor de kandidaat van Fratelli d’Italia. Todde was gesteund door haar eigen partij en door de centrumlinkse Partito Democratico (PS). In peilingen haalt PD rond 20 %, M5S rond 15%.
De komende verkiezingen voor het Europarlement zorgen voor spanning binnen de regeringspartijen. Meloni’s Fratelli waren eerder zeer kritisch voor de EU. Maar sinds ze premier is, zet ze het Europabeleid van vroeger premier Mario Draghi verder en schiet Meloni bijzonder goed op met Usrula von der Leyen, voorzitster van de EU-Commissie (EVP). De Lega van vice-premier Salvini blijft op een zeer vijandige lijn, en Forza Italia is als lid van de EVP zeer EU-gezind.
Bij de vorige Euroverkiezingen, 2019, haalde de Lega nog 34 %, de Fratelli 6,5% . De rollen zijn sindsdien dus wel erg omgekeerd.
