De Italiaanse kiezers hebben bij de vervroegde parlementsverkiezingen van 13 april ogenschijnlijk meer keus dan twee jaar geleden. Toen waren er twee blokken rond evenveel kandidaat-premiers, Silvio Berlusconi en Romano Prodi.
Deze keer zijn er minstens acht kandidaat-premiers, maar de twee ‘groten’ doen alle mogelijke inspanningen om elke concurrentie te verpletteren met het bekende argument van de “verloren stem”. Aan de ene kant is er weer Berlusconi, aan de andere Walter Veltroni die elk akkoord met links onmiddellijk uitsloot en zijn best doet om links zoveel mogelijk te marginaliseren.
Is dit dan uiteindelijk de al zo lang nagestreefde vereenvoudiging van het politieke landschap in Italië? Al vijftien jaar volgen referendums en kieshervormingen elkaar op, maar de politieke kaart werd er niet eenvoudiger op. Nu lijken zowel Berlusconi als Veltroni, leider van de kersverse Partito Democratico (PD), vastbesloten om de politiek op hun manier te vereenvoudigen: er zijn nog twee partijen en de kleinen die zij uitkiezen en zich onderwerpen, mogen nog meedoen.
Modern
De operatie is aan beide zijden van het spectrum bijna gelijktijdig gebeurd. Bij centrum-links werd de forcing vorig jaar doorgevoerd met de fusie tussen de DS (Democraten van Links, opvolgster van de communistische PCI) en de Margherita, vooral bestaande uit christen-democraten. Veltroni, toen nog burgemeester van Rome en in een vorig leven een leider van de communistische jeugd, werd tot leider van de PD gekozen – en daarmee kandidaat-premier. De leidraad van Veltroni, Italië moet een modern land worden, wat dat ook moge betekenen.
Het betekent in zijn ogen alvast dat er in zijn politieke constellatie geen plaats is voor links. Links van de PD had de paniek al toegeslagen. Rifondazione Comunista, de PdcI (Partij van Italiaanse communisten), de groenen (Verdi) en de van DS afgescheurde Sinistra democratica (Democratisch Links) sloten na de oprichting van de PD een eigen coalitie, Sinistra Arcobaleno – Links Regenboog, waarin geen plaats meer is voor een hamer en sikkel.
Deze formaties zitten in een zeer lastig parket. Zij maakten deel uit van de Unione die in 2006 nipt de verkiezingen won en namen daarop deel aan de regering Prodi die allesbehalve een linkse politiek voerde. Die linkse groepen moesten in de regering veel slikken, ze konden heel weinig van hun eigen programma’s doordrukken. Met de val van de regering Prodi staan ze met lege handen voor hun kiezers.
Dode Ulivo
Veltroni en de PD maken daar zeer handig gebruik van. Voor de PD is de Ulivo, de olijfboomcoalitie, dood en begraven. Zij willen geen coalitie meer met links, zij stellen het voor alsof ze zich door links niet meer willen laten gijzelen om een politiek van “modernisering” te voeren. Veltroni maakte onmiddellijk duidelijk dat hij geen enkele stembusafspraak met links wou. In 2006 was er de Unione met Prodi als kandidaat-premier. Daardoor hadden de linkse groepen hun deel van de zetels van de winnende coalitie.
Nu speelt Veltroni het zeer grof: als men niet wil dat Berlusconi weer premier wordt, moet men maar voor de PD stemmen, elke stem voor links is een stem voor Berlusconi. De PD heeft wél een stembusakkoord gesloten met Italia dei Valori van Antonio Di Pietro, bepaald geen linkse partij, en met de Radicalen van Marco Pannella en Emma Bonnino die jarenlang in het kamp van Berlusconi zaten.
De chantage werkt. Normaal zou de linkse Regenboogcoalitie rond 10 tot 12% kunnen rekenen -, maar peilingen spreken van 6 tot 8%. Sommige kiezers vallen voor het argument van de verloren stem, andere zijn weinig gemotiveerd om te gaan stemmen voor partijen die in de regering Prodi weinig verschil maakten.
Twee kleine groepen die uit Rifondazione Comunista stapten, trachten die kiezers een alternatief te bieden. De ‘Partito comunista dei lavoratori’ van Marco Ferrando bestaat overwegend uit een van de trotskistische stromingen die in Rifondazione werkten. Sinistra Critica bestaat onder andere uit de Italiaanse afdeling van de Vierde Internationale en heeft twee parlementsleden, Salvatore Cannavó en Franco Turigliatto. Zij kwamen beide in het nieuws toen ze in de kwestie van Italiaanse deelname aan de oorlog in Afghanistan tegen Prodi stemden. Met Sinistra Critica blijft de hamer en sikkel toch nog op de stembiljetten – Regenbooglinks heeft dat symbool opgegeven.
Volk van vrijheid
Ter rechterzijde voerde Berlusconi de forcing van zijn rechtse eenheidspartij door. Vorig jaar zette hij zijn bondgenoten, de postfascistische Nationale Alliantie van Gianfranco Fini en de christendemocratische UDC van Pierferdinando Casini, onder druk om hun partijen te ontbinden en samen met zijn eigen Forza Italia één partij op te richten. Beide boden weerstand, maar met de vervroegde verkiezingen voerde Berlusconi de druk op. Hij “stichtte” de Popoli della Libertà, PDL, Volk van de vrijheid, en bekwam dat Fini zijn verzet opgaf. Wat dan weer leidde tot rechtse afscheuringen van de Nationale Alliantie. Het is erg druk geworden op het terrein van uiterst-rechts.
Berlusconi eiste dat alle deelnemers aan zijn PDL hun eigen symbolen opbergen. Hij maakte evenwel een uitzondering voor de uiterst-rechtse vrienden van de Lega Nord. Die pakken in hun bolwerken met het eigen symbool uit.
Berlusconi ruimt ook plaats is voor enkele tientallen politici die beschuldigd of veroordeeld zijn voor corruptie. Veltroni besliste dat er op de lijsten van de PD geen figuren mogen staan die veroordeeld zijn. Berlusconi zei hetzelfde te zullen doen, maar met uitzondering van al degenen die volgens hem om politieke redenen werden vervolgd. Daar Berlusconi vindt dat dit voor al zijn vrienden geldt, kan hij vele uitzonderingen toestaan. Dat geldt ook voor de UDC die plaats maakt voor Cuffaro, de man die onlangs moest aftreden als voorzitter van de Siciliaanse gewestraad na te zijn veroordeeld wegens samenwerking met de maffia…
Bisschoppen
De UDC van Casini zwichtte niet, daarin bijgestaan door de CEI, de Italiaanse bisschoppenconferentie en het Vaticaan die zich meer en meer in de Italiaanse kiesstrijd mengen. Daarvoor hadden enkele christendemocraten al de ‘Rosa Bianca, witte roos, gesticht om tussen de twee blokken een centrum alternatief te bieden. De katholieke hiërarchie stuurt aan op de vorming van een politieke formatie die trouw de standpunten van het Vaticaan vertolkt.
Maar bij ontstentenis aan één grote katholieke partij als politiek relais, komt de kerk rechtstreeks in de politiek tussen. Ze speelde trouwens een zeer actieve rol in de val van de regering Prodi. Zij zette Clemente Mastella onder druk om met zijn Udeur, belaagd door corruptieschandalen, uit de regering Prodi te stappen, wat de val ervan uitlokte.
Die CEI zet nu de christendemocratische politici binnen de PD onder zware druk. De katholieke hiërarchie voert campagne om de liberalisering van abortus weer op de helling te zetten. De kerk heeft het nooit verteerd dat de Italiaanse kiezers een kwarteeuw geleden met meer dan 60% van de stemmen die liberalisering goedkeurden. De kerk voert een bijzonder agressieve campagne, wat blijkt uit titels als “bisschoppen verklaren oorlog aan orde van geneesheren” – omdat die geneesheren volgens het Vaticaan te weinig respect opbrengen voor het leven.
De kerk zorgt er alleszins voor dat abortus weer een acuut politiek thema wordt. Een van de meest sinistere figuren van de Italiaanse politiek en mediawereld, Giuliano Ferrara, pakt uit met een lijst “voor het leven”. Ferrara was ooit communist, werd nadien een zeergoede vriend van de socialistische leider Bettino Craxi (ondergegaan in smeergeldaffaires) en van diens vriend Berlusconi. Hij richtte een eigen blad op, Il Foglio, ten dienste van Berlusconi en van zichzelf. De grootheidswaanzin van die man drijft er hem nu toe met een eigen lijst naar de kiezer te stappen, hopend op de zegen van het Vaticaan dat echter zijn eieren in één katholieke korf wil leggen.
Grote coalitie?
Ook tegen de UDC en Rosa bianca wordt het argument van de “verloren stem” uitgespeeld. Een stem voor Casini is een stem voor Veltroni, zeggen zowel Berlusconi als Fini. Over programma’s wordt in de campagne weinig gesproken, zowel PD als PDL stellen het voor alsof de keuze beperkt is tot één van beide.
Het kiessysteem voorziet dat de coalitie (partijen achter één kandidaat-premier) met de meeste stemmen, een meerderheid in de Kamer haalt. Dat geldt echter niet voor de Senaat. Zodat de mogelijkheid bestaat dat geen van beide groten, PD en PDL, daar een meerderheid heeft. Vandaar dat er sprake is van een “grote coalitie”. Veltroni heeft het over het postideologische tijdperk en de noodzaak een “nationale verzoening”. Een verzoening waarin voor links wel geen plaats is.
(Uitpers, nr 95, 9de jg., maart 2008)