Het is maar weinigen bekend: toen Israël in 1948 het lidmaatschap van de Verenigde Naties aanvroeg werd dat prompt geweigerd. De reden? De nieuwe staat saboteerde op alle mogelijke manieren de bemiddeling van de VN en hun bemiddelaar, graaf Folke Bernadotte, werd door joodse terroristen vermoord.
Een jaar later werd Israël in mei via resolutie 273 van de Algemene Vergadering wel toegelaten, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het onvoorwaardelijk de resoluties van de VN zou eerbiedigen. Iedereen weet dat Israël die resolutie nooit heeft nageleefd, evenmin als het verdelingsplan van 1947 en de resolutie over de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen.
Meer nog, sedertdien heeft Israël zich ontpopt als de kampioen van het niet-naleven van de VN-resoluties. Waarmee het in feite zijn eigen legitimiteit en bestaansrecht ondergraaft.
Men kan zich dan ook de vraag stellen waarom de Verenigde Staten, die als argument tegen Irak niet-naleving van VN-resoluties en ondermijning van het gezag van de Veiligheidsraad inroepen, nog niet de strengste sancties tegen Israël hebben geëist. Het antwoord is gewoon: omdat Israël een vriend en bondgenoot is. En vrienden en bondgenoten mogen alles.
Het Amerikaanse, en Britse argument, dat president Saddam Hoessein het gezag van de Verenigde Naties uitdaagt en hun geloofwaardigheid ondergraaft, keerde als een boemerang terug. Palestijnse en Arabische diplomaten konden zich nog eens uitleven met statistieken en citaten. De Amerikaanse regering zal er zich voortaan wel voor wachten nog eens, zoals vorig jaar, een boekje met de titel "A Decade of Defiance" over de Iraakse schendingen van VN-resoluties uit te geven.
In de publieke vergadering van de Veiligheidsraad van 23 september 2002 merkte de Palestijnse permanente waarnemer bij de VN, Nasser al-Kidwa, die zich beperkte tot de periode vanaf resolutie 242 van 22 november 1967 en tot de Veiligheidsraad, dat Israël de VN al meer dan drie decennia uitdaagt. In die periode werden er 28 resoluties goedgekeurd over de toestand in de bezette gebieden. En, zo merkte hij op, "geen enkele ervan werd toegepast".(1) (Voor Irak zou het om 16 resoluties gaan).
De Syrische ambassadeur viel zijn Palestijnse collega bij en merkte fijntjes op dat "een staat met het einde van de wereld wordt bedreigd als hij de resoluties van de Veiligheidsraad niet naleeft". De Libische ambassadeur parodieerde de Amerikanen door te stellen dat "de regering-Sharon de VN belachelijk maakt". De Saoediarabische afgevaardigde liet gelden dat "men alle geloofwaardigheid verliest als men uitzonderingen toestaat".
Er werd uitvoerig geciteerd uit de door Israël genegeerde resoluties. Te beginnen met resolutie 242, die werd goedgekeurd na de zesdaagse Israëlisch-Arabische oorlog van juni van dat jaar. Daar staat namelijk in te lezen dat "de verwerving van gebied door oorlog onaanvaardbaar is". Verder wordt erin "de terugtrekking van de Israëlische strijdkrachten uit de tijdens het recente conflict beztte gebieden" geëist – maar 36 jaar laten zijn ze er nog steeds.
De Arabieren kregen tijdens het debat heel wat steun. Namens de groep van Niet-gebonden Landen stelde Zuid-Afrika dat "de legitimiteit en de geloofwaardigheid van de VN worden bedreigd". China vroeg dat de Veiligheidsraad "zijn verantwoordelijkheid" zou opnemen en Rusland vond dat de Raad tegen de uitdaging van zijn gezag moest ingaan. Frankrijk ten slotte zei dat alle resoluties op gelijke wijze uitvoerbaar zijn.
Als men de Amerikaanse professor Stephen Zunes van de universiteit van San Francisco, over wiens telling een artikel verscheen in Le Monde Diplomatique(2), mag geloven onderschatte de Palestijnse afgevaardigde nog het aantal Israëlische schendingen. Volgens hem lapt Israël sedert 1968 32 resoluties van de Veiligheidsraad aan zijn laars – of het dubbele van Irak. Turkije is goed voor 24 schendingen (alle over de kwestie Cyprus) en Marokko voor 16 (met betrekking tot de Westelijke Sahara). Dus: drie goede bondgenoten van de Verenigde Staten zijn goed voor het negeren van 72 resoluties op een totaal van 91 genegeerde(de resoluties tegen Irak niet meegerekend). Een mooie prestatie! Wellicht overtreedt Irak te weinig resoluties om in de gunst van Washington te staan? Voor de volledigheid: de andere overtreders op de lijst van prof. Zhunes zijn: Kroatië (6), Indonesië (4), Soedan (3), Rusland (1), India en Pakistan met elk één.
Het "palmares" van Israël zou nog indrukwekkender zijn dan de lijsten van 28 en 32 als men terug zou gaan tot het ontstaan van de Verenigde Naties én als men de resoluties van de Algemene Vergadering in de lijst zou opnemen. Zoals bv. resolutie 110 over het recht op terugkeer van de Palestijnen, die nog elk jaar opnieuw door de Algemene Vergadering wordt hernomen.
En moesten de Verenigde Staten niet te pas en te onpas van hun vetorecht gebruik maken – meestal is dreigen ermee al voldoende om een tekst te doen klasseren – om Israël te beschermen dan zou men al zeker tegen de 200 Veiligheidsraadsresoluties zitten!
Een mooi voorbeeld van hoe het niet moet is het veto dat de VS op 20 december 2002 stelden tegen een Syrische ontwerpresolutie. Daarin werden het doodschieten van de Britse VN-ambtenaar Iain Hook door een Israëlische soldaat en de bewuste vernietiging door Israël van een voedselopslagplaats van het Wereldvoedselprogramma van de VN in Gaza, waarbij 537 ton – 537.000 kg!- voedsel ter waarde van 275.000 euro of ruim 11 miljoen fr. verloren ging, aan de kaak gesteld. Het hoeft geen betoog dat Washington heel anders zou reageren en de hardste maatregelen eisen moest er ooit in Irak een VN-ambtenaar om het leven komen of VN-voedsel bewust zou worden vernietigd.
(Uitpers, nr. 39, 4de jg., maart 2003)
Noten
(1) Een verslag over de openbare zitting van 23.09.02 verscheen in Le Monde van 25.09.02.
(2) Het artikel onder de sprekende titel "Deux poids, deux mesures" is te vinden in Le Monde Diplomatique van december 2002, blz. 12.