Een dubbele Israëlische luchtaanval in Syrië op 48 uur tijd geeft een nieuwe extra dimensie aan het Syrische conflict dat nu al destabiliserend werkt in landen als Libanon en Irak. Hoewel het om een duidelijke overtreding van het VN-Handvest gaat, zijn de internationale reacties aan de lauwe kant of spreken ze hun steun uit.
De Israëlische regering heeft geen officiële verklaring gegeven, maar internationale media-organen citeren ‘officiële Israëlische bronnen’ die bevestigen dat Israël achter deze aanval zat. In januari voerde Israël ook al een luchtaanval uit op Syrische militaire installaties of op een wapentransport met bestemming Hezbollah, al naargelang de bron.
Rode lijn
De Israëlische premier Netanyahu heeft al herhaaldelijk verklaard dat er een aantal ‘rode lijnen’ zijn die tot een Israëlische militaire reactie kunnen nopen met inbegrip van ‘spel-veranderende’ wapens die bestemd zijn voor de Libanese verzetsbeweging Hezbollah. Daar lijkt het met deze recente dubbele aanval, waarbij volgens een bericht van het Franse persagentschap AFP 42 soldaten zijn omgekomen, om te gaan. De Israëlische onderminister van Defensie verklaarde op de legerradio: “Israël kan niet toestaan dat gevaarlijke wapens in handen komen van terreurorganisaties”. Onder ‘gevaarlijke wapens’ verstaat de Israëlische regering: chemische wapens, Iraanse Fateh-110’s, Scud-raketten (lange afstandsraketten), Yakhont-raketten (die gebruikt kunnen worden tegen schepen voor de kust) en Russische SA-17 luchtdoelraketten. Nog volgens ‘Israëlische officiëlen’ probeert Iran wapens uit Syrië weg te halen uit schrik dat ze in ‘verkeerde’ handen terecht zouden komen. De afgelopen luchtbombardementen op Syrië zouden gericht zijn tegen Fateh-110-raketten die een reikwijdte hebben van 300 km en dat met grote precisie.
Agressie
De Israëlische aanval op een veronderstelde levering van wapens past in het rijtje van een hele reeks creatieve interpretaties van het concept zelfverdediging, een praktijk waar Israël en zijn bondgenoot de Verenigde Staten al een hele staat van dienst in hebben. Deze aanval valt moeilijk te rijmen met het Handvest van de VN dat enkel geweld toestaat als het om zelfverdediging gaat tegen een ‘gewapende aanval’ of met een mandaat van de VN-Veiligheidsraad. Dat is hier duidelijk niet het geval en moet daarom ook als een agressie tegen de territoriale integriteit van een soevereine natie worden veroordeeld. Bovendien moet het uitoefenen van dit recht op zelfverdediging de VN-Veiligheidsraad ‘onverwijld’ in kennis worden gebracht, iets wat Israël vooralsnog niet heeft gedaan. Tot op heden is er zelfs geen officiële verklaring afgelegd.
Lauwe internationale reacties
Een aantal internationale reacties – of de afwezigheid daarvan – op deze overtreding van een belangrijk principe van het internationaal recht is dan ook onthutsend. In Washington luidde het dat Israël het recht heeft om zich te verdedigen tegen de dreigingen door Hezbollah. De woordvoerder van het Witte Huis zei bovendien dat de VS in ‘nauwe coördinatie’ staan met Israël. De Britse minister van Buitenlandse Zaken William Hague verdedigde de Israëlische agressie met de woorden dat “alle landen moeten instaan voor de eigen nationale veiligheid.” Vele andere (Europese) landen hulden zich in stilzwijgen. Ook VN-Secretaris-Generaal Ban Ki Moon weigerde een veroordeling uit te spreken. Een woordvoerder verklaarde: “de Secretaris-Generaal roept alle partijen op tot een maximum aan kalmte en ingetogenheid en te handelen met een gevoel van verantwoordelijkheid om een escalatie van een nu al verwoestend en uiterst gevaarlijk conflict te voorkomen”. Een van de zeldzame kritische geluiden kwam van het Zuid-Afrikaanse ANC dat stelde: “We zien dit als een provocatie die alleen maar de vijandelijkheden in het Midden-Oosten kan doen escaleren, wat volgens ons de nood aan een vreedzame oplossing van het Syrische conflict bemoeilijkt en ondermijnt.” De Libanese minister van Buitenlandse Zaken Adnan Mansour reageerde heel scherp op “de Israëlische agressie en het stilzwijgen van de internationale gemeenschap. Het is tijd dat de Arabische Liga duidelijk positie inneemt in het licht van de herhaaldelijke Israëlische agressies tegen Arabische landen”.
Gevaarlijke gok
De Israëlische aanval is een berekende gok. De regering Netanyahu gaat er van uit dat Assad wel andere katten te geselen heeft en niet in staat is een nieuw front te openen met zijn zuiderbuur. Daar staat tegenover dat Iran al in januari liet verstaan dat een aanval op Syrië zou gezien worden als een aanval tegen Iran zelf. Israël speelt een gevaarlijk spel en rekent daarbij op zijn militaire superioriteit en zijn belangrijkste bondgenoot, de VS.
Als het toch tot een escalatie zou komen met Iraanse betrokkenheid is dat vanuit Amerikaans-Israëlisch oogpunt niet eens zo slecht. Het zou een ultiem argument kunnen leveren om met steun van de VS Iraanse nucleaire installaties te bombarderen. In Washington kan dat dan weer een pretext zijn om alsnog tot een militaire interventie te komen in Syrië of minstens een ‘no-fly-zone’ (het Libische scenario) af te kondigen boven Syrisch grondgebied al dan niet in NAVO-verband. Israël is een belangrijke NAVO-partner en lid van de ‘Mediterrane Dialoog’. Washington dreigde al met militair ingrijpen als zou blijken dat Damascus chemische wapens inzet of heeft ingezet, zoals wordt beweerd. In de Senaat worden de messen alvast gewet. De invloedrijke Senator (en voormalig presidentskandidaat) John McCain riep zijn land na de Israëlische aanval op om de Syrische luchtafweer te vernietigen met kruisraketten. Ook zijn oproep voor een no-fly-zone – na de uitschakeling van de luchtafweer – krijgt steeds meer gehoor in Washington. In het Westen zet het incident verder druk op de ketel om eindelijk eens orde op zaken te stellen in Syrië.
Dillema’s en vragen
De val van Assad zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor de slagkracht van Hezbollah. Ook zou de noord-flank van Israël ontlast worden tijdens een eventuele aanval tegen Iran, waar Israël al jaren mee dreigt. Het breken van de as Hezbollah-Damascus-Teheran vormt waarschijnlijk de belangrijkste Israëlische strategische doelstelling.
Toch is de Israëlische aanval niet vrij van dubbelzinnigheden. Israël vreest tegelijk de enorme instabiliteit in Syrië na een eventuele val van het huidige regime of de groeiende macht vanwege radicale islamistische groepen. Ook dreigt de aanval de gewapende oppositie in moeilijkheden te brengen. Damascus kan nu immers wijzen op de collaboratie van de oppositie met de ‘zionistische vijand’ en daar dus politiek munt uit slaan. Zo valt in elk geval ook de reactie van de Turkse premier Erdogan te begrijpen, die spreekt van ‘onaanvaardbare aanvallen’ die Assad het excuus geven de aandacht af te leiden van de ‘genocide in Baniyas’. In de Syrische kustplaats Baniyas zijn de afgelopen dagen tientallen doden gevallen als gevolg van sectarisch geweld.
Er blijven ook heel wat vragen open. Het is bijvoorbeeld vreemd dat het Israël een aanval uitvoert op een wapentransport voor Hezbollah om te vermijden dat deze wapens kunnen worden gebruikt tegen Israël, terwijl die redenering dan blijkbaar niet geldt voor een reactie met chemische wapens vanuit Syrië. Nog eigenaardiger is de verklaring van een parlementslid van Likoed dat Israël de ‘spanningen met Syrië’ probeert te vermijden. Hoe dat te rijmen valt met een luchtaanval op Syrische grondgebied is een raadsel.