Onmiddellijk nadat de militie Hayat Tahrir al-Sham (HTS) op 8 december vorig jaar Damascus was binnengetrokken, zette Israël zwaar geschut in om militaire installaties te vernietigen. Dat wordt nu nog opgedreven. Vorige week vielen in de regio Deraa, ten zuiden van Damascus, negen doden bij Israelische aanvallen. En Israël dreigt met meer.
Sinds 8 december heeft Israël 730 grote aanvallen uitgevoerd en is het 130 keer Syrisch grondgebied binnengedrongen. Het bezet niet alleen sinds 1967 de Golan hoogvlakte, maar sinds eind vorig jaar ook een gedemilitariseerde strook op korte afstand van de hoofdstad. Het eist bovendien de volledige demilitarisering van de regio ten zuiden van Damascus.
Israël heeft het niet over de nieuwe Syrische autoriteiten, maar over de terreurgroep HTS die de macht heeft overgenomen. De nieuwe machthebber, voorlopig president Ahmed al-Charaa, wordt steevast “Jolani” genoemd, diens vroegere krijgs-pseudo.
HTS, vroeger verbonden met Al Qaida, zegt geen vijandige bedoelingen tegen Israël te hebben. De terreurbewegingen hebben in het verleden altijd veel meer “ketters” en “afvalligen” (zoals sjiïeten) bestreden, dan wel Israël.
Turkije weren
Het gaat echter niet alleen om de Syrische nieuwe machthebbers, maar ook om de sterke invloed van Turkije in Syrië. Israël bestookte vorige week de luchtmachtbasissen van Hama en Palmyra omdat Turkije plannen zou hebben om daar basissen te vestigen. Israël wil die Turkse invloed absoluut weren, het wil de weg open houden voor aanvallen op grote vijand Iran. Volgens VS-diplomaten verkiest Israël bovendien dat de twee marinebasissen aan de Syrische kust in handen blijven van de Russen omdat ze niet willen dat Turkije die zou overnemen.