In zijn onlangs gehouden toespraak voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, brak minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, een lans voor een "ethische aanpak van de internationale betrekkingen". "Humanistische en democratische waarden moeten ons buitenlands beleid absoluut inspireren", aldus de minister nog. Maar verderop in zijn speech, komt het addertje: "Het beleid mag het ethische aspect niet miskennen maar mag zich ook niet tot die enige overweging beperken". Hij heeft het meer bepaald over de gevolgen op onze relaties (lees: economische relaties) met landen aan dewelke we eigenlijk op grond van ethische of politieke overwegingen geen wapens zouden mogen leveren.
Wie de buitenlandse politiek van nabij volgt heeft al lang door dat onze ethische overwegingen in de eerste plaats dienen om er op selectieve manier politiek munt uit te slaan. In dat verband zijn er staten die zich alles mogen permitteren en andere die om de haverklap op de vingers worden getikt. Destijds werd deze laatste categorie in de VS bedacht met de term ‘schurkenstaten’. Van landen als Irak en de Federale Republiek Joegoslavië bijvoorbeeld, duldt de ‘internationale gemeenschap’ (lees: het Westen) geen compromissen als het gaat over de uitvoering van VN-resoluties. Meer nog. Opdat het ‘goede’ zou zegevieren zijn zelfs praktijken veroorloofd die in strijd zijn met het internationaal recht. Even ter opfrissing: voor de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië bestond geen VN-mandaat. Deze oorlog, waaraan België participeerde, werd gevoerd, om ernstige schendingen van mensenrechten te voorkomen, en dit in naam van "onze humanistisch en democratische waarden".
Maar het masker valt als we kijken naar wat Turkije en Israël zich kunnen veroorloven, landen aan wie we overigens al jaar na jaar wapens leveren. Turkije kon ongestraft bijna 40.000 Koerden vermoorden, zonder dat er ook maar een diplomatieke vinger werd uitgestoken. Tot vandaag ‘wandelt’ het Turkse leger regelmatig over de Irakese grens, zoals deze zomer nog, toen tal van onschuldige slachtoffers vielen onder een regen van napalmbommen (!). Heeft iemand ook maar horen spreken over protest, verontwaardiging, laat staan over sancties? Moeilijk natuurlijk als ons land bijvoorbeeld een ongelooflijke positieve handelsbalans heeft met Ankara. Bovendien is Turkije geostrategisch een ontzettend belangrijk land, lid van de NAVO en bovendien trouw bondgenoot van de VS, die Turkije tot beschermengel hebben gebombardeerd.
Zo vergaat het ook Israël, een land dat in volle Intifada van de VS zo maar eventjes een slordige 2,7 miljard dollar steun heeft toegezegd gekregen, zonder ook maar te piepen over mensenrechten en niet-nageleefde VN-resoluties. We hebben het onder meer over de teruggave van de bezette gebieden (resolutie 242), waarop sinds Oslo op een onwaarschijnlijke manier wordt op afgedongen en de terugkeer en compensatie van de Palestijnse vluchtelingen (resolutie 194). Nooit werd Israël onder druk gezet om uitvoer te geven aan deze en vele andere resoluties.
Neen, wel laten westerse monden verstaan dat het conflict langs vreedzame en diplomatieke weg moet worden opgelost (exact hetzelfde vroeg de vredesbeweging trouwens m.b.t. Joegoslavië). Tot daar de lippendienst. In werkelijkheid blijft het westen Israël in diplomatiek en economisch opzicht in de watten leggen. Zo geniet het land van gunstige handelsvoordelen bij de EU, op basis van een Interim Associatie-Akkoord. Israël misbruikt dat akkoord om ook producten afkomstig van (illegale) Joodse nederzettingen in de bezette gebieden van de handelsvoordelen te laten genieten. De EU (en België) laat evenwel begaan en erkent daarmee de facto de Israëlische claims op bezet gebied..
Terug naar België. Eind 1998 sloot de Belgische regering een contract af ter waarde van 2,5 miljard Fr. met het Israëlische Eagle, voor de levering van 3 UAV’s (onbemande vliegtuigen) aan het Belgische leger. Eagle is een tijdelijk samenwerkingsverband tussen verschillende Israëlische defensiebedrijven, waaronder Israel Aircraft Industries (IAI), een bedrijf dat zich nota bene liet opmerken met tal van wapenleveranties aan het Apartheidsregime in Zuid-Afrika en Latijns-Amerikaanse militaire regimes. Deze toestellen van het type B-Hunter zijn gereed, maar moeten eerst nog op hun luchtwaardigheid en veiligheid gecontroleerd worden, vooraleer ze opgeleverd kunnen worden.
Het dossier kwam eerder dit jaar (30 juni) terug in de Ministerraad, die besliste om de opdracht voor de nodige controles te gunnen aan een Nederlandse firma. Het dossier zit daarmee nog steeds in aankoopfase. Het afsluiten van het contract valt onder de verantwoordelijkheid van de vorige regering. De huidige regering krijgt nu evenwel de kans om te bewijzen hoe ernstig ze het meent met haar "ethische overwegingen". Want laat ons duidelijk zijn: wapenhandel (in welke richting ook) met een land in oorlog kan niet! We stellen voor: het contract gewoon opschorten of beter de aankoop niet laten doorgaan.
(Uitpers, december 2000)