Omar Barghouti is een van de drijvende krachten achter de BDS-Campagne die zionistisch Israël viseert. BDS staat voor Boycot, Divestment en Sanctions. Met enkele mensen promoot hij ook nog de culturele en academische boycot. Boycot klinkt agressief en roept ook in progressieve kringen gemengde gevoelens op. Voor Barghouti gaat het om dezelfde vorm van geweldloze strijd als tegen de Zuid-Afrikaanse Apartheid. We hadden een gesprek met hem.
Omar Barghouti
“Tijdens de VN-Conferentie tegen racisme in Durban (2001) was er binnen het parallelle NGO-forum veel steun voor een campagne die Israël zou behandelen als een Apartheidsstaat. Hier en daar ondernamen artiesten en academici enkele pogingen, maar die verliepen eerder op individuele basis. Het eerste institutionele initiatief kwam er met PACBI (Palestinian Campaign for the Academic and Cultural boycott of Israel). In Groot-Brittannië besloot de grootste lerarenvakbond tot een academische boycot van Israël. Maar al na 42 dagen werd deze alweer afgeblazen. Waarom? De reacties van de pro-Israël-lobby waren ongemeen heftig. Er werden voor miljoenen dollar zware claims ingediend omwille van overtredingen tegen de wet op racisme. Toen ook het Amerikaanse Congres er zich mee ging moeien werkte dat zeer intimiderend. De vakbond bond in. Toen deze fusioneerde met een kleinere zusterorganisatie kwam de boycot opnieuw ter sprake. Ditmaal koos men voor voorzichtige bewoordingen. Er was sprake van een morele plicht om de samenwerking met Israël te herzien. Het woordje boycot mag dan geschrapt zijn, de boodschap bleef dezelfde. Ook elders kreeg het idee van een boycot wind in de zeilen. In Zuid-Afrika spraken de vakbond Cosatu, kerken en leiders van het ANC hun steun uit. Een groep met internationale schrijvers, artiesten en intellectuelen volgde, onder zie John Berger, Ken Loach, jean Luc Godard. In België brak het Ballet C de la B als een van de eerste het ijs.”
Toch heeft een boycot een nogal negatieve bijklank. Je moet toch al over stevige argumenten beschikken. Hoe zien jullie dat concreet?
“Vooreerst vragen we een boycot op institutioneel en niet op individueel niveau. Instellingen en organisaties zien we als ‘partners in crime’, zij dragen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Verder koppelen we de boycot aan drie vormen van onderdrukking. Ten eerste de bezetting en annexatie van Palestijns land. Het internationaal recht stelt dat de inbeslagname van huizen en het doelbewust vernietigen ervan een oorlogsmisdaad is. Wij vinden het hoogtijd om daar tegen op te trede. Ten tweede houdt Israël een systeem van raciale discriminatie tegen de Palestijnen in stand. Ik praat dan nog niet over de inwoners van de bezette gebieden maar over de Palestijnse staatsburgers met een Israëlische paspoort die 20 procent van de bevolking vertegenwoordigen. Israël behandelt hen anders dan de joodse burgers, ook al steekt de discriminatie subtiel in elkaar. Ten derde is er de ontkenning van de vluchtelingenrechten. Ook dat is een vorm van racisme, want Israël, dat zich als een joodse staat definieert, geeft aan elke jood in de wereld het recht op burgerschap terwijl de oorspronkelijke Palestijnse bewoners de toegang tot het land wordt ontzegd. Of we bij dit alles moeten streven naar een één- of twee-statenoplossing, daar spreken we ons niet over uit. Persoonlijk geloof ik in één staat voor alle bevolkingsgroepen. De boycotbeweging stelt die vraag niet, want het is een rechtenbenadering. Een veelvoorkomende vraag is of de boycot in Europa überhaupt wel voet aan wal zal krijgen. Destijds rond Zuid-Afrika duurde het 25 jaar na de eerste oproep vooraleer de boycot werd aanvaard. Nu zien we dat de boycot al na 4 tot 5 jaar ingang lijkt te vinden. Onze boodschap is dan ook een morele boodschap. Het feit dat we duidelijk een rechtenbenadering hanteren maakt het voor Israël moeilijker om een tegenboodschap te formuleren.”
Maar toch krijg je gemakkelijk het verwijt antisemitisch te zijn?
“Ik weet ook wel dat de beschuldiging van antisemitisme voor Europeanen veel gevoeliger ligt dan voor ons Palestijnen. We hebben hier historisch gezien nooit een echt probleem gehad met antisemitisme, alleen met antizionisme. In Europa zijn veel van de initiatiefnemers trouwens van joodse afkomst. Desondanks weten de zionisten hoe ze druk moeten uitoefenen. In Frankrijk heerst er een absoluut intimiderende sfeer en is er bijna niemand die zich durft uitspreken uit angst om als antisemiet te worden gebrandmerkt. Zo wordt antisemitisme een inhoudloos begrip. Volgens die redenering is iedereen die Israël aanvalt, ook iemand die de joden aanvalt. Die perverse redenering zou je in een omkering antisemitisch moeten noemen, want ze collectiviseert effectief de schuld en de criminaliteit van de bezetting in het joodse volk.”
Kan een boycot iets veranderen?
“We moeten nuchter blijven en op lange termijn denken. VN- en mensenrechtenrapporten zijn zeer duidelijk en spreken over mensenrechtenschendingen op grote schaal. De vorige VN-mensenrechtenrapporteur schreef in zijn rapport dat wat Israël in Gaza aan het doen is “handelingen van genocide” zijn. De westerse regeringen lijken er doof voor. De gedocumenteerde misbruiken en de inbreuken op de eigen regels, maken van Europa een ‘partner in crime’. De EU kende onlangs zelfs een ‘upgrade’ toe in de politieke en economische relaties met Israël. Op het officiële niveau is Israël nog steeds aan de winnende hand. Nooit eerder waren de relaties beter. Maar aan de basis kent Israël de slechtste tijden ooit. Verschillende artiesten willen niet meer in Israël spelen en ze zijn doorgaans gemakkelijk te overtuigen. Toen Bono (U2) een concert wilde geven, zeiden we hem: ‘wat? Ga je werkelijk in een land spelen met zo’n brutale bezettingspolitiek?’ Hij luisterde en annuleerde zijn optreden. Uit opiniepeilingen blijkt dat Israël gezien wordt als een van de grootste bedreigingen voor de vrede. Ons geheugen laat ons soms in de steek. Het zijn jullie geweest in Europa die de succesvolle boycotcampagne tegen de Apartheid in Zuid-Afrika zijn gestart. Het was een vanzelfsprekendheid dat muzikanten geen optredens gaven in Sun city. Israël is een vergelijkbaar geval.”
(Uitpers, nr 102, 10de jg., oktober 2008)
Noot:
Dit gesprek is opgetekend tijdens een ontmoeting met een delegatie onder auspiciën van het Actieplatform Palestina
Meer info over de campagnes: