Na een moeilijke zege in het parlement, is Shigeru Ishiba dinsdag toch weer aan de slag kunnen gaan als premier van Japan. Om met zijn minderheidskabinet te kunnen regeren , heeft hij wel toegevingen moeten doen aan de oppositie inzake politieke hervormingen.
Ishiba had in een eerste ronde niet de nodige 233 stemmen, de volstrekte meerderheid, gehaald. Hij haalde het uiteindelijk met 221 stemmen tegen een kandidaat van de Constitutionele Democratische Partij (CDP). Die partij krijgt wel de leiding van een commissie die grondige politieke hervormingen moet doorvoeren. Ishiba noemde die hervormingen zijn absolute prioriteit.
De regering van Ishiba’s Liberaal-Democratische Partij (LDP) en Komeito, politieke arm van een boeddhistische groep, haalde bij de recente vervroegde verkiezingen onverwachts geen meerderheid.
De premier beloofde zich inde komende weken intens bezig te houden met de wet op de financiering van de partijen, een heikel punt in de Japanse politiek. De nederlaag bij de verkiezingen werd onder meer, naast de inflatie, geweten aan talrijke recente schandalen rond misbruik van fondsen.
De LDP had recent ingestemd dat parlementsleden die bij de schandalen waren betrokken, en van wie velen werden herverkozen, voor een ethische commissie zouden moeten verschijnen. Nu is daar aarzeling over, de betrokken parlementairen zelf vinden dat ze al voldoende uitleg hebben gegeven.
Na de verkiezingen werd Ishiba, misschien voortijdig, de premier met de kortstondigste ambtstermijn genoemd. Intussen onderhandelt de LDP met een andere oppositiepartij, de Democratische Volkspartij, over mogelijke samenwerking en regeringsdeelname. De regering moet volgende week voorstellen doen om de inflatie aan te pakken, en heeft daarvoor stemmen van de oppositie nodig.