Alexander Loukashenko, de leider van Wit-Rusland wordt ‘de laatste dictator van het Europese continent’ genoemd. Dat verhindert de EU er allerminst van om zaken met hem te doen, maar dit even terzijde. In Afrika kan een titel als ‘de laatste dictator van het Afrikaanse continent’ onmogelijk toegekend worden. Dictators zijn er immers in overvloed. Meer dan twintig. Je kan hoogstens een top tien opstellen. In dat lijstje zou Isaias Afwerki in elk geval een prominente plaats bekleden.
Isaias Afwie? Isaias Afwerki. Wie kent er nu Isaias Afwerki? Diplomaten, Afrika-specialisten, ngo’s begaan met mensenrechten, enkele gepokte en gemazelde journalisten die van Afrika hun specialiteit hebben gemaakt maar uiteindelijk is dat een zeer selecte club.
De dictator van Eritrea is nochtans al 25 jaar aan de macht maar vergeleken met zijn concurrenten is hij wel benadeeld. Niet dat hij aarzelt om opposanten te martelen of te vermoorden maar hij is niet zo’n grote fan van personencultus. In Asmara, de hoofdstad van het land, zul je weinig afbeeldingen van hem op de muren aangeplakt of geschilderd vinden. Voor de viering van de 20-jarige onafhankelijkheid van het land werden er wel wat affiches verspreid waarop hij als Jezus Christus, ‘herder van het volk’ werd afgebeeld, maar niet in die mate dat hij – qua personencultus – zijn achterstand op andere Afrikaanse dictators kon goedmaken. Het voordeel is echter dat je daardoor een nobele onbekende blijft terwijl je toch een indrukwekkend palmares kunt voorleggen
Sinds enkele weken is Isaias Afwerki vredesapostel geworden. De 25-jarige oorlog tussen de twee Italiaanse oud-koloniën, Eritrea en Ethiopië, over een onduidelijk getrokken grenslijn is voorbij. De presidenten van de twee landen vallen in elkaars armen en praten over broederschap en verzoening. De honderdduizend doden van de oorlog zijn niet vergeten maar schijnbaar vergeven.
Abiy Ahmed, de Ethiopische president zegt in pure evangelische stijl dat ze ervoor kiezen ‘de weg van vrede en liefde’ te bewandelen. Zijn confrater, Isaias Afwerki geeft dan weer blijk van een nuchtere verlichte toekomstvisie wanneer hij verklaart dat de twee landen de weg van ‘ontwikkeling, voorspoed en stabiliteit’ zullen gaan bewandelen.
Voor Eritrea is het dan ook meer dan ooit tijd voor ‘business’. Het land sukkelt en staat op de 189ste plaats in de top 190 van het ‘Doing Business’-rapport van de Wereldbank. Het onderwijs is er van een lamentabel niveau en iedereen die er kans toe ziet ontvlucht het land. Je kunt niet zeggen dat die situatie zeer attractief is voor de investeerders die je aanspreekt. Ethiopië daarentegen kent de laatste twee jaar een economische groei van meer dan 10% en het ziet er volgens de Wereldbank naar uit dat die florissante trend de komende jaren op hetzelfde niveau zal blijven doorgaan. Wat het door land ingesloten Ethiopië wel mist is een toegang tot de zee. In dit geval de Rode Zee. En als per toeval is dat nu toch wel een troef dat het concentratiekamp in open lucht, Eritrea bezit. Het ligt aan de Rode Zee en het heeft twee havens, Massawa in het noorden en Assab in het zuiden. Het feit dat de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) de haven van Assab gebruiken om sinds half juni de op 200 km over de zeestraat van Bab al-Mandab gelegen Jemenitische haven van al-Hudayda te bombarderen is weliswaar wat vervelend maar dat is een totaal ander verhaal.
In de euforie van het ogenblik mogen we het palmares van Isaias Afwerki echter niet uit het oog verliezen. Niets wijst er immers op dat hij van de ene dag op de andere geen gebruik meer zal maken van zijn bijzondere talenten. Afwerki heeft door de omstandigheden gedwongen waarschijnlijk nood aan wat frisse lucht maar alleen naïevelingen geloven dat hij nu plots overtuigd is van de weldaden van de democratie. Het totalitarisme in Eritrea zal niet snel tot het verleden behoren.
Wanneer Isaias Afwerki vijfentwintig jaar geleden – na de onafhankelijkheid van het land – aan de macht komt, word hij geprezen als het nieuwe type Afrikaanse leider: een open en charismatisch man met een zekere zin voor humor. De toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton prijst hem als een ‘renaissance African leader’. Hij is tenslotte toch de man die op een top van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid in 1993 in Caïro de Afrikaanse staatshoofden die te lang aan de macht blijven bekritiseert en de personencultus afschiet.
Het is mogelijk dat Isaias Afwerki zelf van zijn profiel van goede, milde en open leider schrikt. Wie zal het zeggen? In de jaren die volgen verstevigt Isaias geleidelijk zijn macht over vrijwel elk aspect van het Eritrese leven. Vanaf de onafhankelijkheid word hij voorzitter van het nationale parlement, hetzelfde parlement dat hem nog dezelfde dag tot president verkiest. Later benoemt Isaias zich ook tot opperbevelhebber van het leger en voorzitter van de enige politieke partij van het land, het ‘Volksfront voor Democratie en Rechtvaardigheid’ (sic). De presidentsverkiezingen van 1997 annuleert hij en in 2001 sluit hij de vervelende onafhankelijke pers wegens te kritisch. Het hoeft geen betoog dat opposanten wegens ‘tegendraads gedrag’, ‘onwettig handelen’ en ‘verraad’ verdwijnen. Met wat geluk belanden ze in een van de over het land verspreide ‘werkkampen’ zonder eerst te hebben mogen kennis maken met eigentijdse foltertechnieken.
Het Eritrese regime bezit namelijk een grote expertise in het doen praten van gevangenen. Die hoeven daarvoor niet eens per se iets te zeggen te hebben. Onderdompelen in een bad doen ze er niet. Tenslotte is water een schaars goed in een land waar het zelden regent. Je kunt het slachtoffer beter aan handen en voeten binden, aan een boom vastmaken en in de brandende zon van de woestijn achterlaten. In zwang is ook de oude techniek van insmeren met melk en suiker en de ongelukkige in de buitenlucht leggen waar insecten dan hun werk doen.
Isaias Afwerki is erin geslaagd om iets te verwezenlijken waar nog niemand voor hem in geslaagd is: een heel volk tot slavernij brengen. De methode daarvoor is poepsimpel. Het volstaat om te decreteren dat alle mannen en vrouwen, tussen 16 en 40 jaar 18 maanden legerdienst moeten doen. Die 18 maanden zijn natuurlijk louter theoretisch, er bestaat geen demobilisatieprogramma. De gemiddelde legerdienst duurt dan ook ongeveer zes jaar maar er zijn gevallen bekend van soldaten die meer dan tien jaar in dienst moesten blijven. De dienstplichtigen worden onderworpen aan een uiterst rigoureuze discipline, krijgen geen soldij en worden hoofdzakelijk gebruikt voor slavenarbeid.
Je zou voor minder proberen vluchten. Honderdduizenden Eritreeërs zijn hun land ontvlucht en hopen asiel te vinden, onder andere in Europa. Nu er een vredesverdrag is ondertekend met Ethiopië hopen de Europese leiders dat de ‘stroom’ vluchtelingen uit Eritrea geleidelijk ‘opdroogt’. De ultieme natte droom is uiteraard ze zo snel mogelijk kunnen terugsturen.
Een adviseur van Isaias Afwerki die de eminente kwaliteiten van zijn baas graag onder de aandacht wilde brengen zei eens: “Hij is het enige staatshoofd in de wereld dat voor een rood licht stopt.”
‘Rode lijnen’ daarentegen zijn aan hem niet besteed.