Geen verrassing in Iran, Ebrahim Raisi is president, gekozen met 62 % van de uitgebrachte stemmen. Bij een opkomst van 48,8 %, de laagste in de geschiedenis van de Iraanse Islamitische Republiek. Bij die 48,8 % zitten ook nog meer dan 4 miljoen ongeldige stemmen – het aantal geldige stemmen ligt daarmee op ca 42 %. Voor Raisi zou dit een springplank moeten zijn naar de post van Opperste leider.
De lage opkomst wordt onder meer toegeschreven aan het wijdverspreide gevoel dat het toch allemaal weinig uitmaakt, gezien de president ondergeschikt is aan de Oppersjiïet en de Raad van Bewakers die niet worden verkozen. Bovendien, telkens de Iraniërs een president kozen met de reputatie een hervormer te zijn, maakte dat in de praktijk weinig verschil. En de grootste kopzorg van de meeste Iraniërs is momenteel wel de economische crisis, en dat is waar Raisi in zijn campagne het meest over sprak.
Perzen en anderen
Hervormingsgezinde presidenten konden meestal rekenen op extra steun bij etnische minderheden. De Perzen maken naar schatting de helft van de bevolking uit, de andere helft bestaat uit diverse minderheden. De Turkse Azeri’s, vooral in het noordwesten, vormen minstens een vijfde van de totale bevolking, de verwante Turkmenen ca 2%. De Koerden vormen 7 tot 10 %, de Baloetsji’s 2%, de overwegend soennitische Arabieren in het zuidwesten ook rond 10 % en nog andere groepen bijna 10 %. Die minderheden werden onder het bewind van de sjah zwaar gediscrimineerd en onderdrukt. Velen hoopten dat dit zou veranderen met de val van de sjah, maar kwamen bedrogen uit.
Sinds de stichting van de Islamitische Republiek beloofden de religieuze en politieke leiders de minderheden, die erg actief aan de strijd tegen de sjah hadden deelgenomen, uitgebreide rechten. Grote leider Khomenei zegde hen nieuwe rechten toe. Maar toen ze die opeisten werden de leiders opgepakt en geëxecuteerd.
Talen
Vooral de ‘hervormers’ beloofden nadien in verkiezingscampagnes die minderheden meer rechten te geven inzake onderwijs en media in eigen taal, ook al bepaalt de grondwet dat het Perzisch de officiële taal van de Islamitische Republiek is. Ook tijdens de recente campagne hebben de meeste kandidaten beloften gedaan. ‘Hervormer Abodolnasser Hemmati sprak de Azeri’s in hun taal toe om er steun te werven.
Maar veel van die groepen hebben ervaren dat er van die beloften telkens weinig in huis komt, zodat ook bij hen de motivatie om te stemmen zeer laag is geworden. Zo had uittredend president Rohani in 2013 nog beloofd die minderheden nauwer bij de staatszaken te betrekken en het onderwijs in de eigen talen te bevorderen. Misschien wou Rohani dat toen wel, maar onlangs nog zei hij dat meer onderwijs in de eigen talen het Perzisch zou marginaliseren.
Zie ook: