Op het ogenblik dat ik dit schrijf zijn er meer dan 23.000 Iraniërs besmet met het coronavirus en 2000 mensen eraan overleden. Wanneer jij dit leest zijn dat er zonder twijfel weer veel meer. Iran behoort samen met China, Italië en sinds enkele dagen ook Spanje tot de landen die het meest getroffen zijn door Covid-19. Net als in veel andere landen is door een gebrek aan tests de werkelijke omvang van de crisis niet bekend. Iran wordt bovendien geconfronteerd met een specifieke situatie. Het coronavirus is vooral dodelijk voor mensen met chronische aandoeningen van de luchtwegen. In Iran lever er naar schatting zo’n 100.000 mensen die aan een dergelijke aandoeningen lijden. Dat is nog een gevolg van de Irak-Iran oorlog in de jaren 1980 toen Saddam Hoessein de Iraanse troepen bestookte met chemische wapens.
Iran worstelt met de epidemie maar in het onwaarschijnlijke geval dat de VS hulp aanbieden zal het die niet aanvaarden. De VS zijn voor Iran op geen enkel vlak te vertrouwen. Dat liet de hoogste leider van het land, grootayatollah Ali Khamenei verstaan tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van Nowruz, het Iraanse nieuwjaar. Hij verwees daarbij naar samenzweringstheorieën die aangeven dat het de VS zijn die het virus verspreid hebben: “Ik heb er geen idee van hoe correct die beschuldigingen zijn, maar wie zou hen kunnen vertrouwen om hulp te aanvaarden? Misschien zijn hun medicijnen een manier om het virus te verspreiden.”
Zoals andere regeringen wereldwijd, zag ook Iran aanvankelijk de ernst van de situatie niet in en reageerde traag. In het begin nam Teheran geen voorzorgsmaatregelen om reizigers uit China te beperken of te controleren bij aankomst op de luchthaven. Peking is momenteel een belangrijke levensader voor de worstelende economie van het land en Iran is een topbestemming voor Chinese toeristen. Of het verschil had gemaakt mochten die maatregelen wel waren genomen in niet in te schatten, het coronavirus had het land misschien al lang voordat het wereldwijde alarm afging bereikt.
In een volgende fase was de oorzaak van de verspreiding van het virus echter de aarzeling om een volledige nationale ‘lockdown’ op te leggen. Voornamelijk ingegeven uit de bekommernis om verdere schade aan een reeds gehavende economie te verhinderen. Ook de terughoudendheid voor het sluiten van heiligdommen en moskeeën, uit angst voor kritiek van religieuze toegewijden, zorgde ervoor dat de epidemie toenam. De regering heeft eerst geprobeerd de verspreiding van het virus in te dammen door de toegang tot zwaar getroffen steden en provincies – zoals Qom en Gilan – te beperken, door ‘social distancing’ te bevorderen en door ernstige sanitaire maatregelen te nemen. Pas later werden dan scholen en universiteiten gesloten en, om massabijeenkomsten te voorkomen, werd uiteindelijk overgegaan tot de drastische stap om bedevaartsoorden en heiligdommen te sluiten en het vrijdagsgebed in de grote steden opgeschort. Verder werden 85.000 gevangenen met tijdelijk verlof vrijgelaten. Onder hen de Iraans-Britse Nazanin Zaghari-Ratcliffe en de Amerikaan Michael White.
Onder de bevolking zijn er veel mensen die zichzelf in quarantaine plaatsen, veel anderen proberen hun kalmte te bewaren en door te gaan met hun dagelijks leven, weer anderen verzamelen zich om te protesteren tegen de sluiting van de moskeeën en bedevaartsoorden. Hoewel er geen eensgezinde reactie is, lijkt het erop dat er een gevoel van onzekerheid en spanning heerst, een gevoel dat Iran de afgelopen maanden al meerdere malen heeft ervaren.
Het leven is rampzalig voor de gewone Iraniërs. Hoewel president Rouhani de inflatie in 2017 tot 9% wist terug te brengen, schatte het IMF de inflatie in 2018 op 30,5% en voorspelde het dat die in 2019 op zijn minst 35,7% was. De Wereldbank constateert dat de gevolgen vooral hard aankwamen in de voedselsector. Vlees bijvoorbeeld was op jaarbasis in april 2019 116% duurder geworden en het is vooral de plattelandsbevolking die onevenredig zwaar getroffen is.
Terwijl de overheid massagraven lijkt te graven om het uit de hand gelopen aantal sterfgevallen op te vangen, heeft het gezondheidssysteem – dat vergeleken met het regionale gemiddelde meestal goed presteert – moeite om de toevloed aan patiënten op te vangen terwijl artsen en verpleegkundigen zich uit de naad werken en proberen de moed erin te houden.
Maar het ergste moet blijkbaar nog komen: onderzoekers van de Sharif University of Technology in Teheran hebben drie scenario’s uitgewerkt voor de verspreiding van het coronavirus. In het beste geval – d.w.z. als de overheid alle gebieden met een hoog risico in quarantaine plaatst, de mensen zich strikt aan de regels houden en de toegang tot voldoende medische voorzieningen gegarandeerd is – zou de piek van de pandemie, met een dodental van meer dan 12.000 mensen, binnen enkele dagen worden bereikt. Als de bevolking maar half samenwerkt, zou het aantal doden stijgen tot 110.000. In het ergste geval – d.w.z. als de regering niet in staat of bereid is om een volledige quarantaine af te dwingen, mensen niet meewerken en medische voorzieningen onbereikbaar zijn, zou de piek pas eind mei worden bereikt en zou het dodental kunnen stijgen tot 3,5 miljoen. Zoals de zaken er vandaag voorstaan is het duidelijk dat het beste scenario volledig buiten bereik ligt. Er is nog geen volledige quarantaine opgelegd en de medische voorraden zijn onbereikbaar door de sancties die de bende van president Trump het land oplegt.
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mohammad Javad Zarif riep op tot opschorting van de sancties en gaf daarbij ook een lijst vrij van het medische materiaal dat Iran dringend nodig heeft en waar het geen toegang toe heeft.
In een ongewoon gebaar, een open brief, richtte de Iraanse president Hassan Rouhani zich rechtstreeks tot het Amerikaanse volk: “Ook u wordt, net als anderen in de wereld, geconfronteerd met deze destructieve pandemie en ervaart de bitterheid van een zorg voor de toekomst en die van uw dierbaren. We weten dat de oorlog tegen dit virus alleen kan slagen als alle landen het kunnen winnen en geen enkele getroffen natie achterblijft. En nogmaals: “In naam van de gerechtigheid en de mensheid richt ik mij tot uw geweten en tot uw goddelijke zielen en ik nodig u uit om ervoor te zorgen dat uw regering en uw Congres inzien dat de weg van de sancties en de druk nooit is gelukt en in de toekomst ook nooit zal lukken. Het is het menselijk discours en de menselijke actie die resultaten opleveren”.
Internationale oproepen aan Washington om de sancties op te schorten of, op zijn minst, te versoepelen nemen toe. China, Rusland, Pakistan en andere landen hebben benadrukt dat zij “in strijd zijn met de humanitaire geest en een belemmering vormen voor internationale hulp”. Maar de hoop op een ‘humanitaire wapenstilstand’ tussen Washington en Teheran is tevergeefs. De verklaringen van de Amerikaanse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Mike Pompeo zijn duidelijk: “Het Wuhan-virus (sic) is een moordenaar en het Iraanse regime is zijn medeplichtige”. De Iraanse leiders proberen “de verantwoordelijkheid voor het ernstige, incompetente en dodelijke beleid van het virus te ontlopen (…) het Iraanse volk lijdt al 41 jaar onder dit soort leugens.”
Het hardhorige Trumpregime heeft de sancties verleden week echter nog aangescherpt. Ze zijn weliswaar niet rechtstreeks van invloed op de gezondheidssector, maar ze hebben wel een onmisbaar effect in de strijd tegen de verspreiding van de epidemie. Teheran heeft in feite geen enkele toegang meer tot de internationale financiële markten en kan dus ook geen medische voorraden of materiaal meer aankopen in het buitenland. Koppel dat aan het olie-embargo dat het land berooft van zijn belangrijkste economische inkomsten. China en Rusland verstrekken wel hulp en het land zelf maakt gebruik van nogal rudimentaire middelen om de epidemie aan te pakken, maar dat zijn doekjes voor het bloeden.
Enkele Europese landen hebben, op papier, een mechanisme voor zakendoen met Iran. Ook Zwitserland heeft zo’n kanaal. Feit is dat geen van beide echt werkt. In het Zwitserse geval vond een eerste transactie plaats, een zending van kankermedicijnen. Maar het is veel te weinig en veel te laat. Bovendien moet iedereen die via het Zwitserse kanaal handel wil drijven, een schriftelijke toezegging van de VS krijgen dat hij niet zal worden gesanctioneerd voor het sturen van medische benodigdheden naar Iran.
In een geste die niet meer is dan een druppel op een hete plaat heeft de EU wel besloten om Iran voor 20 miljoen euro aan humanitaire hulp te sturen. Nog een druppel zijn de 9 artsen en het opblaasbaar noodziekenhuis met 50 bedden dat Artsen Zonder Grenzen (AZG) in Iran wilde opzetten. Het is uitgerust om ernstig zieke coronapatiënten te behandelen en was bedoeld voor Isfahan, de op één na zwaarst getroffen provincie in Iran. Maar Teheran weigerde daar toelating voor te geven. “Door de nationale mobilisatie van Iran tegen het virus en het volledige gebruik van de medische capaciteit van de strijdkrachten is het voorlopig niet nodig dat ziekenhuisbedden worden opgezet door buitenlanders en hun aanwezigheid is uitgesloten”, twitterde Alireza Vahabzadeh, een adviseur van de Iraanse minister van Volksgezondheid.
Hulp van het IMF
De laatste keer dat Iran een lening kreeg van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dateert van begin de jaren 1960. In een poging de noodsituatie aan te pakken, heeft de Iraanse regering de ongekende stap gezet om het IMF om een lening van 5 miljard dollar te vragen. Dat Josep Borrell, de, zeg maar, minister van Buitenlandse Zaken van de EU, zegt dat Brussel verzoeken om hulp van Iran en Venezuela – dat ook zwaar gesanctioneerd is – aan het IMF zal steunen, is in deze niet echt relevant. De VS zijn niet bereid daarop in te gaan. Mike Pompeo gaf op Twitter aan dat Washington niet ontvankelijk is voor de vraag van Iran. En vermits de VS een veto hebben bij het IMF…
Welke prioriteiten de VS leggen is duidelijk. Vorige week stuurde het voor de eerste keer in 8 jaar tegelijkertijd twee vliegdekschepen naar de Perziche Golf. Aan boord B-52 bommenwerper en Super Hornet gevechtsvliegtuigen. …
Barbara Slavin van de NAVO-denktank ‘Atlantic Council’ in Washington betwijfelt of het systeem in Teheran op instorten staat. “Iran staat onder buitengewone druk sinds de Verenigde Staten een olie-embargo hebben opgelegd,” zegt ze. Voor haar is het enige dat het bewind kan doen wankelen hdt feit dat de 80-jarige opperste gids, ayatollah Ali Khamenei, over wiens gezondheid al meer dan eens gespeculeerd is, aangetast wordt door het virus.
In een televisie-interview in mei 1996 werd Madeleine Albright, toenmalig staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van Bill Clinton, gevraagd of het half miljoen kinderen die in Irak zijn overleden de prijs van de invasie in Irak waard was? Ze antwoordde: “Ik denk dat dit een zeer moeilijke keuze is, maar de prijs – we denken dat de prijs het waard is.”
De vraag die zich vandaag stelt is of de mogelijkheid dat er tien- en honderduizenden Iraniërs sterven de moeite waard is om hen af te sluiten van medische zorgen, enkel omdat het VS-regime Iran haat?