De oorlog van het “goede tegen het kwade” begon in 2001 en duurt nu al 15 jaar. Washington startte rechtstreekse oorlogen tegen Irak, Afghanistan, Libië en met proxy strijders in Syrië en Jemen. Staatsleiders werden uitgeschakeld en landen werden in een diepe chaos gedompeld. Dit alles vormde een gunstige voedingsbodem voor corruptie, discriminatie, ongelijkheid en vluchtelingenstromen.
Volgens de Walk Free ‘Global Slavery Index’ van 2016, zitten Irak, Afghanistan en Libië in de topgroep met honderdduizenden burgers die leven in moderne slavernij. Ze zijn het slachtoffer van mensenhandel, dwangarbeid, gebonden door grote schulden, kinderhandel en uitbuiting. Wereldwijd moeten 16 miljoen kinderen in een of andere vorm van slavernij werken; hiervoor betalen ze met hun gezondheid, hun kind zijn. Kinderarbeid komt in de westerse industrielanden zelden ter sprake omdat het verboden is. Nochtans profiteren verbruikers en concerns van de kinderarbeid uit de derdewereldlanden. In alle leveringsketens uit deze landen zit kinderarbeid.
Walk Free interviewde meer dan 42.000 mensen in 53 talen en komt tot de vaststelling dat meer dan 45,8 miljoen wereldburgers in dergelijke miserabele omstandigheden leven in 167 landen. Volgens de index zijn deze wantoestanden van moderne slavernij vooral kenmerkend voor Noord-Korea, Oezbekistan, Cambodja, India, Qatar, Irak, Afghanistan, Libië, Zuid-Soedan, Syrië en Pakistan. Volgens ramingen zijn er 403.000 mensen in Irak slachtoffer van slavernij, 367.000 in Afghanistan, 70.000 in Libië nadat de VS en C° het land in een bloedige oorlog dompelden en zich als bevrijders en democratiebrengers proclameerden. Deze oorlogen en militaire interventies destabiliseerden de landen tot chaos, incluis het ongelooflijke aantal interne en externe vluchtelingen en migranten in lijfeigenschap. Ze vormden de voedingsbodem voor de zelf geproclameerde Islamitische Staat (IS).
De ‘Global Slavery Index 2016′ kwam tot stand in een context van migratie en vluchtelingenstromen van mensen, vrouwen en kinderen op de vlucht voor de horrorconflicten in Irak, Afghanistan, Libië, Syrië, Jemen en Pakistan. De omvang van de groep door beproeving geteisterde en op de vlucht gedreven burgers is moeilijk te vatten. In 2015-2016 wordt het aantal verdreven en op de vlucht zijnde mensen geschat op meer dan 60 miljoen. Dat is het equivalent van de Italiaanse bevolking. Ze werden verdreven met hun schamele bezittingen, op de vlucht uit hun thuisland voor ellende en dood.
India, China, Pakistan, Bangladesh, Oezbekistan en andere zijn landen die verbruiksgoederen produceren vooral voor West-Europa en de VS. Deze landen hebben het grootste aantal burgers dat moet leven in een of andere vorm van moderne slavernij. Approximatief leeft 58 procent van de slavernij-slachtoffers in de bovenvermelde landen, voor India gaat het om 18,4 miljoen mensen. Het VS-ministerie van buitenlandse zaken erkent dat de moderne vorm van slavernij in de sweatshops en mensenhandel een realiteit is, maar negeert de dwangarbeid in haar eigen – in vele gevallen privé beheerde – gevangenissen; nochtans is dat ook een vorm van slavernij.
De humanitaire kost van dit groot aantal burgers in slavernij is bijzonder hoog, maar heeft ook zware gevolgen erbuiten met een onuitwisbare impact op het milieu.
Slavernij, brutaliteit en milieuschade voeden elkaar. Vluchtelingen die hun verwoeste leefomgeving verlaten zijn een gemakkelijke prooi om in moderne slavernij terecht te komen waar ze tot nog meer destructie worden gedwongen. Deze dodelijke driehoekshandel strekt zich uit van Congo naar andere bedreigde dorpen en wouden, en heeft z’n tentakels in de rijke landen van Europa en Noord-Amerika. Het is een handelscyclus die steunt op gewapend conflict dat natuur en mens aantast, en de weg opent voor de kapitalistische rooftocht naar grondstoffen, edele metalen en en goedkope arbeidskracht.
De studie stelt dat ongeveer 50 procent van de illegale boskap door slavenarbeid gedaan wordt. Illegale slaveneigenaars zijn verantwoordelijk voor 2,54 miljard ton CO² uitstoot ieder jaar. “Anders gesteld, slaven worden gedwongen om meer broeikasgassen te produceren dan gelijk wel land met uitzondering van de twee grootste vervuilers, China en de VS”.
Volgens de VN moeten de illegale winsten verkregen door de moderne slavenarbeid geschat worden op 150 miljard dollar, maar deze schatting ligt ongetwijfeld te laag. Sinds het vorige Walk Free rapport van 2014 is het aantal moderne slaven wereldwijd gegroeid met 10 miljoen, vooral veroorzaakt door de recente vluchtelingenstroom uit het Midden-Oost en Afrika.